Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2482 resultaten - Pagina 26 van 166

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[10] Maar zoals je nu gezien hebt dat een enkel vonkje licht al naar gelang de kracht van het zonlicht een ontzaglijk grote, duistere ruimte ogenblikkelijk helder licht kan maken, zo verandert het genoemde, geneeskrachtige kruidje de hele ketel vol giftige thee in een heilzame drank, omdat de natuurgeesten in het kleine geneeskrachtige kruidje te intensief werkzaam zijn in de ware goede orde en daarom de tragere en tegen de orde ingaande geesten van de giftige planten ogenblikkelijk dwingen over te gaan tot werkzaamheid in de goede orde.
Hoofdstuk 146: Het wonderbare heelkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Mensen die op zichzelf goed zijn, zullen ook een goede invloed hebben op meer of minder goede mensen, en de minder goede zullen aan hen heel heilzame kruiden hebben. Maar als deze mensen, die alleen maar op zichzelf van nature goed zijn, temidden van door en door slechte, kwade en losbandige mensen terechtkomen, die bewust kwaad willen doen, worden zij al gauw zonder veel moeite ook verdorven, omdat hun innerlijke kracht om hun leven te ordenen daar geen tegenwicht aan kan geven; maar als een mens innerlijk volmaakt is, lijkt hij op het kleine geneeskrachtige kruidje in de grote gifketel en het vonkje zonnelicht in de oneindige, nachtelijke ruimte.
Hoofdstuk 146: Het wonderbare heelkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijn vader zei: 'Nu, gelukkig loopt het afmaken van die bok ten einde! Alleen nog het oordeel over hen die van deze algemene reiniging uitgesloten zijn omdat zij te grote en slechte zondaars zijn, en dan zal het wel afgelopen zijn! Zoals ieder jaar: altijd en eeuwig dezelfde geschiedenis, -voor mij zonder zegen, kracht en nut, en ik geloof dat het voor ieder ander ook zo is! ,
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] En de aap, die er nu zienderogen menselijker uit begon te zien, ging staan alsof hij erg veel kracht had, en zei nu met een stem die ik heel goed kon horen: 'Vader! Als er een God is, kan hij alleen maar goed en rechtvaardig zijn! Die God vervloekt niemand; want als de mens een werk van God is, kan hij geen knoeiwerk, maar alleen een meesterwerk zijn! Als er echter een meester zou zijn die zijn eigen werk echt vervloekte, dan zou hij toch wel ver beneden de ergste knoeier staan; want zelfs een knoeier vervloekt zijn werk niet, maar laat zich daarop toch wat voorstaan. En zou God als Meester aller meesters dan Zijn werken vervloeken?
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De vloek van de mensen is een kwalijk voortbrengsel van hun duistere kant; zij richten zichzelf en hun medemensen te gronde en storten uiteindelijk hele volkeren in de grootste nood, in de grootste ellende en totale vertwijfeling. U, mijn arme aardse vader, werd gedood door de tienvoudige vloek van de hogepriester, hoewel God u niet vervloekt zou hebben. In uw grote vertwijfeling ontnam u zichzelf het tijdelijke, lichamelijke leven en nu bent u hier als triest produkt van de hoogmoed van mensen die zich god wanen. Maar ik heb beslist genade van God gekregen, en genoeg inzicht en kracht om de tienvoudige vloek van de hogepriester, die u in de vorm van zwarte watervogels plaagde, bij u weg te nemen en nu bent u buiten op het droge. Ik zal nu alles in het werk stellen om, zoveel mijn levenskracht mij daartoe in staat zal stellen, u hier in uw grote nood en armoede te helpen!'
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Toen ontwaakte de kinderliefde in hem en daarmee tevens de vraag naar God en Zijn ware gerechtigheid. Bovendien ontwaakte er in hem echter ook een heel rechtvaardige toorn tegen de vloek die mensen in hun onbegrensde hoogmoed zich aanmatigen naar de arme, maar in feite veel betere medemensen te slingeren. Daarbij ontdekte de aapmens, die nu reeds veel volmaakter was, in zich ook de kracht het op te nemen tegen de tien vloekduivels, die in de vorm van zwarte eenden zijn vader meer dan normaallastig vielen.
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Maar door zijn liefde begint ook de dode vaderziel nieuwe levenswortels te krijgen. Dat geeft de zoon nog meer liefde en meer kracht en daarmee trekt hij zijn vader weg van de plaats van zijn ondergang en zijn verderf en brengt hij hem op het droge, waar door de liefde van de zoon zich ook voor het toekomstige bestaan van de vader een vaste grond voor rust ontwikkelt en door trouwe liefde aanwezig is. Maar omdat de liefde van de zoon groeit, wordt ook zijn licht sterker; door dat licht ziet hij hoe ontoereikend zijn kracht is en hij richt zich met klem tot God en vraagt, of Hij zijn vader wil helpen. En de hulp Iaat niet op zich wachten; er komt kleding en de kracht om verder te komen in een betere en meer volmaakte levenssfeer, waar de ziel van de vader, gevoed door de steeds groeiende liefde van de zoon, weer geestelijk vlees en bloed krijgt en uiteindelijk op die wijze in staat is God te herkennen en binnen te gaan in Zijn orde, -wat bij zelfmoordenaars altijd iets heel moeilijks is."
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen je met je vader voor de tweede maal daarheen geroepen werd, was de weduwe erg ontstemd over haar doofstomme dochter die ondanks haar doofstomheid, toch hevig verliefd begon te worden op een enigszins lichtzinnige man. Daardoor werd zowel het gif van de weduwe alsook dat van haar dochter, die dezelfde eigenschap had, te heftig in beroering gebracht; beiden werden als door duizend giftige slangen in al hun levenszenuwen gebeten en vanaf dat ogenblik was er geen lichamelijke genezing meer denkbaar, -behalve dan dat het door Mijn kracht natuurlijk wel mogelijk geweest zou zijn. Tengevolge van de grote opwinding losten de zielen van beiden zich vrijwel geheel op, dat wil zeggen, zij losten op in hun oerelementen, en omdat zij daardoor noodzakelijkerwijs meer ruimte nodig hadden, breidden zij zich zelfs hoog en ver boven het huis uit waarin de beiden lagen te sterven
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Wat jullie in Mijn naam moeten onderwijzen, weten jullie inmiddels voor het grootste deel; al het andere is voor jullie, die min of meer uitverkozen zijn tot leraren van het volk, een zegen opdat jullie zonder enige twijfel geloven dat Ik alleen van eeuwigheid Heer en Meester ben. Want als jullie het juiste en onwankelbare geloof hebben, dan zullen jullie ook gemakkelijk in jullie leerlingen het vaste en levende geloof wekken doordat je hun tevoren je eigen geloofskracht toont. Om deze echter in al haar kracht te kunnen laten zien, was het nodig dat jullie eerst overtuigd zouden zijn dat Ik uitgegaan ben van de Vader om in jullie vlees jullie allen de weg van het leven te tonen.
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Deze heel natuurlijke woorden van Mij ontlokken aan EEN van de dertig jonge Farizeeën de opmerking: "Eindelijk ook eens een keer gewone woorden uit de mond van Hem, in Wie de allerhoogste geest van Jehova in de volheid van Zijn goddelijke wijsheid, liefde, kracht en macht woont. Maar je kunt er toch niet zeker van zijn of er ook nog niet een diepere, geestelijke betekenis achter schuilt. Wie die buiten Hem om ontdekt, zou men met een koninkrijk moeten belonen! Voor mij is dat niet weggelegd."
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Als Ik de maag niet de begeerte naar voedsel gegeven zou hebben, zou iemand dan ooit voedsel tot zich nemen? Op welke andere wijze zouden de natuurlijke, specifieke geesten dan over kunnen gaan in het bloed en in de andere lichaamssappen, en vandaar in de zenuwether en, daardoor gelouterd, in de zielsubstantie? In de primitieve fase zou dat natuurlijk wel door de kracht van Mijn wil kunnen, maar hoe zou het dan staan met het vermogen om eeuwig te bestaan? Dat zou alleen maar mogelijk zijn door een hard, blijvend gericht; maar wat zou er dan terechtkomen van de zelfstandigheid en later van de geestelijke levensvrijheid?!
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dat de macht die ik van de Heer gekregen heb, mij toestaat om dit lichaam ogenblikkelijk te doen oplossen en het weer samen te stellen, komt door mijn tot nog toe hoogste levensvolmaaktheid; maar ik ben niet alleen in staat mijn eigen lichaam door de kracht van mijn wil ogenblikkelijk op te lossen, maar ook het jouwe, en op hetzelfde moment ook de gehele aarde.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen zei de overste tegen mij: 'Stel je daar niet te veel van voor! Wij zijn reeds grijsaards geworden, die aan al deze prachtige dingen geen plezier meer kunnen beleven omdat wij onszelf reeds overleefd hebben. Jullie zijn echter nog kinderen vol kracht en vol steeds meer ontwakende ijver. Ons leven zit er reeds op voor deze wereld, onze kronen liggen verwelkt in het graf van de vergetelheid, onze paleizen storten in, en onze huidige wetenschap en kennis is slechter dan slecht. Wij hebben hier nog maar weinig smeden en wevers; in al onze technische behoeften moeten wij door Rome of door Griekenland laten voorzien.
Hoofdstuk 183: De vloek van de overbeschaving van de Egyptenaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (OUBRATOUVISHAR:) " 'Behoud daarom jullie grote en oorspronkelijke natuurlijke reinheid en verlang nooit naar zo'n miserabele cultivering van het land! Bouw vooral geen steden! Blijf in jullie eenvoudige hutten en jullie kunnen gedurende alle tijden der tijden het gelukkigste volk van de aarde zijn, vooral als jullie in de juiste kennis van de ene en eeuwig ware God blijven, Hem alleen eren en liefhebben! Ook al kunnen jullie Hem niet zien, dan ziet Hij jullie toch en Hij zal jullie steeds die kracht geven, die nodig is om ieder element dat de mens vijandig is, weg te houden. Volgens de oorspronkelijke natuurwetten is de mens heer over alles wat op, onder en boven de aarde is, leeft en ademt.
Hoofdstuk 184: De zegen van de oerkultuur bij de eenvoudige mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als ik vandaag honderd mensen laat overnachten op de wei die ik jullie zal aanwijzen, dan zal er morgenochtend geen enkele overlevende zijn, want het zijn geen mensen meer, maar zwakke afschaduwingen daarvan, en hun misvormde lichamen zijn ware woonplaatsen van alle mogelijke uit de natuur en de onnatuur afkomstige, kwade en onrijpe geesten. Hun uitstralende levenssfeer is niet meer hun goddelijke ik maar een laag dierlijk ik, en daarom bevindt zich geen kracht meer in hen en nog minder rondom hen. De natuur om hen heen neemt in hen niet meer het hoogtepunt van hun bestaan als schepsel waar, maar slechts een algehele verdorvenheid en een volledige verwoesting van het bestaansniveau waarop ieder schepsel zijn hoogste doel moet bereiken. Dat is de reden waarom al het geschapene totaal vijandig staat tegenover deze mensen en hen op iedere mogelijke wijze probeert te vernietigen, omdat het van hen niets meer heeft te verwachten.
Hoofdstuk 184: De zegen van de oerkultuur bij de eenvoudige mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...