Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 26 van 825

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[7] Hoe langer zo'n volk bestaat, des te dommer wordt het en des te meer wordt er gezondigd, en de machthebbers van zo'n volk, zoals de priesters, leven dan steeds tevredener naarmate het volk dommer wordt, en niemand bekommert zich om de opvoeding van de mensheid, ook de almachtige Godheid niet; maar als zo'n mensheid eenmaal ten dode is opgeschreven door haar zonden, dan laat de Godheid gerichten van boven en van beneden komen.
Hoofdstuk 237: De waard vraagt naar de reden voor het verwoesten van Babylon en Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Dat zou volgens mijn opvatting ook bij alle andere volkeren ingevoerd moeten worden; maar zo laat men zowel van goddelijke alsook van staatszijde toe, dat de volkeren vaak tot lager dan het dierenrijk verwilderen, vervolgens niet anders dan volgens hun hartstochten kunnen handelen en in plaats van beter steeds slechter en nog duisterder worden en dan buitensporig veel zonden en misdaden begaan. En als ze in die manier van leven het hoogtepunt hebben bereikt, dan komen de straffen van boven en van beneden, en dan worden steden en volkeren van de aarde weggevaagd. Met die manier van opvoeden van de mensen ben ik het absoluut niet eens!
Hoofdstuk 237: De waard vraagt naar de reden voor het verwoesten van Babylon en Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Zou men de mensheid in haar oude bijgeloof laten en haar ieder beter inzicht onthouden, alleen met de bedoeling dat de dienaren van het oude geloof een aangenaam leven kunnen leiden zoals jij vindt, dan moet de Godheid, die ter wille van de ziel een dergelijk teloorgaan van de levensactiviteit tot iedere prijs wil verhinderen, de volkeren weldra onder de druk van allerlei plagen laten komen, opdat ze ontwaken, tot zelfinzicht komen en zich zo geleidelijk aan vrijmaken van de druk en de blindheid die hun zogenaamde leraren hun bezorgd hebben. Maar hoe het daarna die leraren zal vergaan, kun jijzelf heel gemakkelijk inschatten.Van liefde zal er dan niet al teveel sprake zijn; want wie zelfzucht en leugen strooit, zal ook niets anders kunnen oogsten dan wat er nadien uit zulk boosaardige zaad opkomt.
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] De verschillende vormen die de dieren moeten doorlopen komen overeen met de tijdsperioden ofwel ontwikkelingsjaren van de mens. Als nu de hoogste dierlijke intelligentie ontwikkeld is -let wel, het komt daarbij niet op de uiterlijke vorm, maar alleen op de ontwikkeling van de ziel aan! -dan kunnen die ontwikkelde intelligenties samenvloeien tot een mensenziel; die bevat nu dus in de eerste plaats de elkaar wederzijds aanvullende, hoogst ontwikkelde intelligenties, maar in de tweede plaats, omdat zij de volgende stap in de ontwikkeling van vele lagere levens is, moet zij een weerspiegeling zijn van het gehele lagere leven in het algemeen, omdat zij dat allemaal in zich bevat. Ze is nu dus afgesloten wat betreft de uiterlijke vorm en de tot ontwikkeling in staat zijnde innerlijke vorm. De kroon van de schepping, de menselijke vorm, met een kiem die in de hoogste mate tot ontwikkeling in staat is, is in de nieuw geboren mens bereikt.
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Ik denk dat jullie nu hebben begrepen waarom jullie leven, en hoe jullie tot het juiste inzicht kunnen komen.'
Hoofdstuk 11: Over de innerlijke opwekking en over het voortleven na de dood - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Nauwelijks waren wij het plaatsje binnengekomen, of er liep een man op Mij toe die Mij op vragende toon -nadat hij zich eerst kenbaar had gemaakt als een afgezant van de zusters van Lazarus, Martha en Maria -dringend verzocht om onmiddellijk naar Bethanië te komen, omdat Lazarus ernstig ziek was en zijn zusters voor zijn leven vreesden. Hij vertelde verder dat hij hier reeds twee dagen wachtte, en dat er evenals hij nog veel boden waren uitgezonden om Mij te zoeken, aangezien Ik Lazarus steeds rond deze tijd placht te bezoeken, en dat hij zich ter wille van zijn heer verheugde dat hij Mij .had gevonden.
Hoofdstuk 19: De Heer neemt Zijn intrek bij Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Wie dus zou denken dat het in Gods ogen een gruwel is om anders te leven, zowel geestelijk als lichamelijk, dan een volk doet dat onmiskenbaar onder Zijn duidelijke leiding staat, vergist zich erg. In latere tijden, als het verschil tussen de volkeren steeds meer zal verdwijnen, zal het zover komen dat de naast elkaar wonende mensen totaal verschillend leven en toch even dicht bij Mijn hart kunnen staan. Maar niemand zal zich dan aan een ander ergeren.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Maar ondanks datje niet echt aan het leven hangt, heb je toch een soort bezorgdheid voor dat ogenblik, en je denkt dat je het gemakkelijkst over dat voor jou onaangename keerpunt heen kunt komen, wanneer je gesterkt wordt door Mijn tegenwoordigheid. Maar Ik zeg je nu dat je ook die vergeeflijke menselijke zwakheid moet afleggen, opdat je geloof, datje tot nu toe heeft behouden en je deze hoge leeftijd liet bereiken, volkomen sterk wordt; want het geloof in Mij zal juist het beste en enige middel zijn om alle dreigende verschrikkingen van de dood te overwinnen.
Hoofdstuk 30: Over het sterven - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Het streven om die innerlijke meester door Mijn kracht en door de liefde tot Mij zo volmaakt mogelijk in zichzelf aan het woord te laten komen, wil zeggen Mijn wegen en Mij navolgen; want tijdens Mijn aardse leven in het vlees ben Ik dezelfde weg gegaan en heb Ik net als ieder ander mens trede voor trede moeizaam moeten verwerven. - Laten we nu naar de Mijnen terugkeren!
Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Toen de Efraïmiet dat had gezegd, kwam Ik de zaal binnen en riep hem toe: 'Zalig zijn zij die geloven en niet zien! Wees dus welkom bij Mij, als de laatste van al diegenen die enkel door Mijn woord tot Mij komen, en blijf voortaan bij Mij, opdat jouw geloof bekroond wordt! Jij heet Efraïm en zult van nu af aan voor Mij een zuil worden, die een goede steun vormt voor het opbouwen van Mijn rijk. En jullie anderen moeten een voorbeeld aan hem nemen, opdat jullie leren wat het wil zeggen vanuit het hart te leven en alleen de wil en de gevoelens daarvan te volgen!'
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Petrus was daar erg ontdaan over en deelde Mijn woorden aan de broeders mee, die eveneens bezorgd werden om Mij. En vanaf dat uur droeg Petrus steeds heimelijk een zwaard bij zich, bereid om zijn leven voor Mij te offeren als de gerechtsdienaren zouden komen om Mij gevangen te nemen:
Hoofdstuk 58: Het afscheid van Efraïm. Vertrek naar Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Ik vroeg hun derhalve allemaal dichter bij Mij te komen zitten, om niet al te luid te hoeven spreken en de aandacht van degenen die voorbij trokken niet op ons te vestigen, en Ik zei het volgende: 'Het is steeds noodzakelijk dat jullie bij het beschouwen van alle dingen die zich in het menselijke leven aan jullie blik vertonen, nooit naar de buitenkant oordelen, maar steeds naar de innerlijke, wezenlijke kern. Materiële, uiterlijke dingen en geestelijke, innerlijke, dat wil zeggen overeenstemmende dingen kunnen schijnbaar in grote tegenspraak met elkaar zijn, omdat ze dikwijls polair tegenover elkaar staan, ja, zich als volledig tegenovergestelde begrippen zo móeten verhouden, ondanks dat het ene zonder het andere niet kan bestaan. Als die tegenstellingen voor jullie blik heel schril naar voren komen, dan menen jullie onverklaarbare tegenstrijdigheden te ontdekken, die dat echter voor het oog van de geest absoluut niet zijn. Zo is het bijvoorbeeld hier:
Hoofdstuk 59: Over het toelaten van oorlog - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[24] Ook is het juist dat het voorhangsel in de tempel scheurde, als een uiterlijk teken dat er nu geen belemmering meer was om de allerheiligste ruimte van het hart van de Vader te bereiken, ja, dat iedereen daar kon komen om daar het eeuwige leven te ontvangen; maar ook dat verschijnsel, hoe verbazingwekkend ook, baarde verder geen opzien. De dienstdoende priesters hingen het voorhangsel weer op, en daarmee was de zaak afgedaan.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Er is al vaak genoeg gezegd dat de menselijke ziel uit zeer kleine beginstadia bestaat, die zich tot steeds hogere niveaus van bewustzijn ontwikkelen en tenslotte in de mens weer die vorm bereiken, die als aardse vorm zich niet meer verder kan ontwikkelen, maar wel wat het zielenleven betreft. Er komen dus in de mens twee beginselen samen: het einde van het materiële leven als hoogst ontwikkeld zelfbewustzijn, en het begin van een zielenleven dat in de hoogste verworven voleinding van de vorm onveranderlijk is. Daarom kan de mens op dit scherp van de snede van het aardse leven zich niet afsluiten voor het bewustzijn dat hij leeft -want daar is hij zelf het bewijs van -terwijl hij er toch geen vermoeden van heeft dat hij is aangekomen op de drempel van een geestelijk leven, dat nu in de onveranderlijk blijvende menselijke vorm zijn begin heeft. Met andere woorden: nadat hij vele veranderingen van lichaamsvorm heeft doorgemaakt, die het bereiken van de menselijke gestalte tot doel hadden, ondergaat die gestalte nu in haar algemene vorm geen verandering meer, maar wel begint er nu een verandering van de ziel, die tot doel heeft de geest Gods Zelf steeds dichter te naderen en daarmee in gemeenschap te treden.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Wie nu denken kan, die denke ! Wat kan er gebeuren, als deze overgang niet tot stand gebracht wordt? Want hier staan materie en geest scherp tegenover elkaar, die zich wel over en weer steeds meer kunnen verfijnen, maar elkaar nooit -aangezien het polariteiten zijn -helemaal kunnen raken. Er moet hier in ieder geval een weg getoond, een brug geslagen worden, via welke het mogelijk is van de materie tot de geest te komen -en die weg moet een voorbeeld zijn dat iedereen in staat is te volgen. Als die weg niet gevonden zou worden, dat wil dus zeggen: als niet een mens die zou betreden, dan zou het onmogelijk worden de materie te verlaten om in een vrij, geestelijk leven te komen.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...