Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 26 van 263

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[7] Van de laatste woorden: 'Jullie blijven!' schrokken de Farizeeën dan ook zodanig dat ze allen doodsbleek werden, begonnen te beven en geen woord meer konden uitbrengen.
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen liet de hoofdman door zijn dienaars meteen schrijfgerei brengen en schreef het volgende: 'Contract nr. 1: Degene, die het waagt over Jezus van Nazareth ook maar één beledigend woord te zeggen, hetzij onderling of tegen een vreemde, hetgeen onmiddellijk ontdekt zal worden, valt onder het gericht en krijgt de doodstraf! - Contract nr. 2: Degene die zich, over alles wat zich hier heeft toegedragen, in Jeruzalem en in de tempel ook maar één woord laat ontvallen en Jezus de Heer een slecht getuigenis geeft, hetzij in de tempel of in een ander huis, valt onder het pijnlijke gericht en vervolgens krijgt hij de folterendste doodstraf! En laat niemand zich sussen met: 'Het zal toch heus niet uitkomen!' Zoals reeds gezegd, op hetzelfde moment dat jullie ook maar één woord zullen vertellen waarover jullie volgens de twee contracten moeten zwijgen, zullen mijn spionnen het te weten komen en er zal met jullie gebeuren wat in deze contracten beloofd is!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Deze Farizeeën en schriftgeleerden pakten daarop ook meteen alles bij elkaar en binnen een half uur hadden ze Genezareth al verlaten, heel stil, zonder woord of geluid.
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen deze controleurs en onderzoekers al in geen velden of wegen meer te bekennen waren, zei de HOOFDMAN: "Heer, die zullen hopelijk zwijgen, want deze drie koorden zouden wel eens sterk genoeg kunnen zijn! Overigens is het de volle waarheid dat ik binnen hoogstens acht dagen hoor wat één van hen ook nog zo heimelijk ergens gezegd heeft, bovendien is hun geloof nog sterker dan mijn ver verspreide boodschappers en hun grote angst is hun tuchtmeester. Ik sta er dan ook voor in, dat geen van hen ook maar een woord van alles wat hij hier heeft beleefd tegen iemand zal zeggen!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JARAH zegt: "Dat de mens geen God is, weet ik al sinds mijn prille jeugd, maar de mens kan door zijn ware liefde tot God een meester van zijn vlees en bloed worden dank zij de zekere hulp van God. Wie God helpt, die helpt hij helemaal en niet voor de helft, wat jullie vanmorgen vroeg zelf aan jullie zieke vlees en bloed hebben ondervonden! Want dat was geen mensenhulp, maar dat was Gods hulp!" -Na deze woorden van Jarah verstommen de ouden en niemand durft meer een woord tegen haar te zeggen.
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Wij zagen hoe bij Hem wil, woord en volkomen daad precies in één punt samenvallen. De hemelen openen zich op Zijn wenk, en talloze scharen van de lieftalligste etherische wezens staan voor Zijn dienst klaar. Hij gebiedt hen, en de lege voorraadkamers puilen uit van de kostelijkste spijzen en alle lege zakken en kruiken worden gevuld met de kostelijkste wijn! Ja, is dat dan werkelijk niets?
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De HOOFDMAN zegt: "Heer, op Uw woord ga ik graag tot aan het eind der wereld, laat staan dus deze berg op, en als U ons leidt behoeft men ook aan geen gevaar te denken! Ik verheug mij er al echt op! Maar wat brood en wijn zouden we toch wel mee kunnen nemen, want ik weet wel dat men bij het beklimmen van zo'n aanzienlijke berg buitengewoon hongerig en dorstig wordt!"
Hoofdstuk 129: De Heer en de twee Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] Nauwelijks was het laatste woord uitgesproken of de lieve Jarah stond weer naast Mij op de top van de berg en Ik vroeg haar hoe haar dat beviel en wat haar mening daarover was.
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] JARAH zegt: "Dat kan wel zijn, - maar er zijn op aarde nog een groot aantal mensen die misschien nog in geen duizend jaar iets van Uw woord zullen horen! Waarmee zullen deze dan gedurende die lange tijd zich beschermen tegen het geweld van de wereld? Dat zijn toch net zo goed mensen als wij Joden!"
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Wanneer dan zo'n ziel in het ware licht is opgenomen, wekt dat licht, als het sterker en sterker wordt, de warmte van het geestelijke leven op, en de ziel begint zich zodanig met haar geest te verenigen, dat langzaam maar zeker haar gehele leven liefde wordt. Als die liefde dan sterk en krachtig genoeg is geworden en is overgegaan in de echte innerlijke levensvlam, dan wordt het in de ziel van binnenuit licht en stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in de toestand waarin ze opgenomen kan worden in de vrije wereld van de gelukzalige geesten, waar zij dan als een kind weer verder opgevoed wordt.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De geest van elk mens is zo geaard dat hij net als Gods geest de gehele oneindigheid omvat. Als je nu een nog zo ver verwijderde ster of iets anders opneemt in jouw zuivere hart, dat een geestelijk oog is, en tevens het oog van je ziel door het vleselijke oog richt op het door het geestelijke oog beschouwde voorwerp, botst het innerlijke in je geest aanwezige beeld met de uiterlijke overeenkomstige vorm daarvan. Door deze botsing gaat er in de ziel een volmaakt licht schijnen over het beschouwde voorwerp en dit presenteert zich dan zo aan jou, zoals het in wezen is.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De ENGEL zegt: "Liefste dochter van God! Dat is iets wat slechts een zuivere geest kan begrijpen, omdat die snelheid met tijd en ruimte niets heeft uit te staan. Zelf zijn wij niets, maar wat jij aan ons ziet met je geestelijke ogen is Gods gedachte, Gods idee, Gods woord. Wij zijn dan ook heel zuivere geesten, geen materie kan voor ons de een of andere hindernis vormen.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] PETRUS zegt: "Geen woord! Ik weet helemaal niet of ik iets over jou heb gedroomd!"
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: "Vriend, hoezeer ik je anders ook waardeer, toch ga je mij door je onophoudelijk getwijfel tegenstaan! Is mijn woord voor jou dan helemaal niets meer waard? Wanneer heb ik ooit iets onwaars tegen je gezegd, zodat je mij niet op mijn woord kunt geloven? Kom hier en probeer het zelf, en twijfel dan verder niet meer!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar als je een school opricht en daarvoor een groot huis bouwt, moeten de muren geen afsluitingen en geen sloten hebben! Wordt echte vrijmetselaars van jullie schoolhuizen, en profetenscholen zullen jullie volgende werk zijn. Maar jullie hoofdzorg moet daarop gericht zijn dat jullie al Mijn lessen, die al gegeven werden en nog gegeven worden, getrouw bewaren en niet, zoals de Farizeeën en oudsten, vermengen met je eigen voorschriften! Jullie tegenwoordige voorschriften moeten grondig uitgeroeid worden, en Mijn woord moet volledig daarvoor in de plaats komen, en wel vrijwillig, omdat anders Mijn geest niet zou kunnen werken volgens de profetie die de mensen werd gegeven door de mond der profeten!"
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...