Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30690 resultaten - Pagina 26 van 2047

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[7] Jullie vragen: hoe moeten we dat nu eigenlijk aanpakken? Ik zeg jullie: kijk maar eens naar die witte muur; jullie ogen zullen spoedig aan de sterke witte glans gewend raken en dan zullen jullie al snel de omtrekken van ons ornament onderscheiden. Jullie zeggen nu: beste vriend en broeder, het lijkt ons dat dit eigenlijk niet de juiste manier is, want als het geestelijke oog net zo werkt als het lichamelijke, zal het door langer naar deze lichtsterkte te kijken slechts worden verblind, maar zeker niet worden gesterkt en verlevendigd. Daarom zijn wij van mening dat het beter zou zijn om met de ogen in het donker te gaan, zodat ze sterk genoeg worden om het licht op te nemen.
Hoofdstuk 44: Achtste verdieping. Over het binnengaan in het leven van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Ten gevolge van zijn sterke aantrekkingskracht op deze vloeistof zuigt dit polyorganon deze voortdurend op. Dit polyorganon reikt echter aan de tegenovergestelde kant van de ring tot aan eenderde van de hele hoogte van de ring en laat de vloeistof, die aan de ene kant werd opgezogen, aan de andere kant naar beneden druppelen. Voor het eind van het polyorganon is een trechtervormige druppelvanger aangebracht, waarvan de onderste buis naar een uitgekiend mechanisme leidt dat is voorzien van lepelvormige schoepen. Deze schoepenconstructie is rechtstreeks verbonden met de as waaraan de bol zelf in de ring hangt. Wanneer door een of meerdere neervallende druppels een schoepje is volgelopen, dan wordt dit natuurlijk zwaarder, zakt naar beneden en brengt op die manier de gehele grote bol aan het draaien. Heeft het schoepje zijn vloeistof helemaal beneden uitgegoten, dan wordt intussen weer een ander gevuld, dat weer naar beneden zakt. En omdat het polyorganon voortdurend evenveel vloeistof opzuigt als het op dit schoepenrad laat neerdruppelen, werkt het perpetuum mobile onder de eerder aangegeven voorwaarden ook heel voortreffelijk, vooral wanneer jullie daarbij bedenken dat het materiaal waaruit deze as en trouwens het hele ornament bestaat, geen wrijving en dus ook geen slijtage kent. De gladheid van de as en van de cilinder waarin de as draait, is zo buitengewoon, dat ze elkaar bij het roteren niet in het minst hinderen. Het lijkt wel alsof zo'n as zich in de zuiverste ether beweegt. Ook de grote, glasachtige bol hangt hoogst meetkundig precies in sferisch evenwicht aan de as, waardoor het gewicht van een kleine druppel al voldoende is om zijn rust gemakkelijk te verstoren. Zo'n fabrikaat behoort voor deze hoogst wijze mensen echter nog geenszins tot de wonderwerken.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kijk, zo is het ook gesteld met de steeds zuiverder wordende wijsheid; één brok wijsheid is moeilijker te verteren en te ontleden dan een hele wereld van liefde. Men zou kunnen zeggen: zo'n wijsheidskluwen lijkt op een pak met vlooien die, als het pak wordt geopend, heel haastig wegspringen, en men moet wel heel behendig zijn om van die duizenden vlooien er ook maar enkele slome te kunnen vangen. Daarom valt er ook zoals gezegd over de harde en doorzichtige eigenschap van het materiaal van deze zevende verdieping of achtste galerij niet zoveel meer te vertellen.
Hoofdstuk 42: Zevende verdieping. Absolute wijsheid, doorzichtig en ondoordringbaar als diamant - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] In de eerste plaats lijkt het of de galerijen uit louter sterren bestaan, waaruit heel stevige versierselen zijn gevormd die dan daarna lijken te zijn samengevoegd tot een bruikbaar geheel. De sterren hebben een buitengewoon heldere glans en stralen in duizenden kleuren door elkaar. De wenteltrap binnen de zuilenrondelen lijkt enkel uit lijnen van sterren te zijn samengesteld en tussen deze sterrenlijnen is geen ander vast materiaal te zien. Dat is echter ook alles, voorzover onze taal tenminste toereikend is om alles wat we hier zien onder woorden te brengen. Maar wat de versiering in het midden van het rondeel betreft, die we ook wel zien, dat is een voorwerp dat te hoog boven de horizon van ons spraakvermogen ligt en daarom kunnen we het ook absoluut niet beschrijven.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Het is opvallend dat hier de zuilen blauw zijn, maar de vloer rood en hier niet zo sterk golvend en vlammend als in de lagergelegen galerijen; daarentegen lijkt de deinende beweging die we bij deze vloer bemerken, meer op het deinen van een elastisch voorwerp, omdat de bewegingen gelijksoortig zijn. De wand van de binnenruimte is hier donkergroen en vanuit dat groen vibreert voortdurend een helderrood licht.
Hoofdstuk 38: Vijfde verdieping. Hogere trap van ontwikkeling van de mensengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] jullie zeggen: lieve vriend en broeder, op deze wel heel erg doorzichtige wenteltrap is het dan toch wat onaangenaam omhoogklimmen, want het lijkt wel alsof men zich in de vrije lucht omhoog zou moeten bewegen, waarbij het omlaagkijken naar de vloer, die steeds dieper komt te liggen toch werkelijk duizelingwekkend wordt! En als het omhooggaan al zo eigenaardig is, dan zal het terugkeren zeker nog eigenaardiger worden. Ja, ja, mijn lieve broeders en vrienden, zo ziet het er wel uit en jullie bezorgdheid lijkt gerechtvaardigd, maar desondanks zullen jullie tenslotte ervaren dat de omstandigheden, zoals jullie ze zien zich zo zullen ontwikkelen dat jullie er helemaal geen acht op zullen slaan en niet in het minst zullen merken hoe gemakkelijk en prettig we terug zullen komen.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Als men dit alles eens echt goed in ogenschouw neemt, dan lijkt het wel alsof het gebouw zich hier voortdurend in een vibrerende toestand bevindt. Alleen de zuilen laten hun wondermooie blauwe kleur heel rustig uitstralen; en wat ons bij deze zuilen ook nog opvalt en bij de vorige niet hebben gezien, zijn de kapitelen die, als van doorzichtig goud gemaakt, op een onbeschrijfelijk mooie, kunstzinnige manier bovenop elke zuil zijn aangebracht. Beste vriend en broeder, dat is alles wat ons hier als bijzonderheid kon opvallen. Wat dit alles echter mag betekenen, kunnen we nog niet bevatten en wel het allerminst wat de betekenis van deze steeds merkwaardiger wordende zuilenrondelen binnen het geheel is.
Hoofdstuk 38: Vijfde verdieping. Hogere trap van ontwikkeling van de mensengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Zo wordt ook de mens door allerlei kennis weliswaar heel goed ontwikkeld, maar blijft hij bij al zijn hoogontwikkelde geleerdheid een versnipperd, en niet een tot eenheid gevormd mens. Als zodanig lijkt hij op een boom die in een schip groeit, waarin hij nog geen vastigheid heeft en daar op deze manier nog niet kan blijven. Het beste voor hem is, dat hij aan de vele bonte twijgen van zijn uiterlijke kennis goede vruchten draagt; deze worden behouden, de boom echter niet. Maar de zuil die in haar midden een verenigd leven laat bruisen, blijft steeds voortbestaan als een vaste, schitterende steunpilaar voor het dragen van het rijk Gods.
Hoofdstuk 36: Derde verdieping. Het karakter van de verstandsontwikkeling in overeenstemmende vormen en kleuren - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Merkwaardig zijn bovendien nog de afzonderlijke zuilen van dit rondeel. Hun kleur is lichtgrijs maar doorzichtig en in het midden van elke zuil lijkt iets lichtrood als een soort rode doorzichtige vloeistof in gedraaide buizen op en neer te gaan, hetgeen de zuilen een bijzonder, merkwaardig verheven aanzien geeft. Nog merkwaardiger is het dat alle andere zuilenrondelen en hun zuilen in alles volkomen op elkaar lijken. Overal staat in het midden zo'n scheepvormige bak met een boom en overal ontdekken we in het midden van de zuilen gedraaide buizen, waarin gelijksoortige rode vloeistof op en neer gaat. Zo zijn de wenteltrappen binnen zo'n zuilenrondeel hier blijkbaar wat steiler dan in het vorige en het lijkt of zij uit een materiaal bestaan dat lijkt op ons donkergroene glas, met dit verschil dat het glas op aarde geen eigen licht heeft en dus ook niet in staat is met zo'n levendige kleur als het ware vanuit zichzelf te gloeien.
Hoofdstuk 36: Derde verdieping. Het karakter van de verstandsontwikkeling in overeenstemmende vormen en kleuren - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk toch eens, wat een grootse, levendige reliëfs sieren deze poortvleugels! Lijkt het niet bijna op beeldschrift, dat vanuit het midden van de materie waaruit de vleugels zijn vervaardigd in de wonderbaarlijkste kleuren doorstraalt? En kijk eens door een glad vlak in de poortvleugel naar binnen in het gebouw! Jullie deinzen terug; wat hebben jullie dan gezien? Ik lees het al op jullie gezichten; jullie hebben mensen ontdekt en wel van een nooit vermoede schoonheid! Ja, ja, zo is het!
Hoofdstuk 34: Eerste verdieping. Bijzonderheden van het paleis en hun overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Maar kijk eens naar de pracht van deze zuilen; zij zijn niet meer glad maar gedraaid. De uitholling van de winding is versierd met het heerlijkste loofwerk en de buik van de winding is bezet met wondermooie lichtgevende edelstenen die er als halve bollen zijn ingelegd. De kleur van de zuilen is blauwachtig groen, het loofwerk lijkt wel vlammend goud, de vloer van het rondeel lijkt op een buitengewoon sterk fonkelende robijn en de trap is hier uit wit fonkelend zilver vervaardigd.
Hoofdstuk 34: Eerste verdieping. Bijzonderheden van het paleis en hun overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Maar het vervaardigen van vlámmend goud is op aarde absoluut onmogelijk. Dat lukt zelfs niet op planetaire zonnen, maar slechts op centrale zonnen, waar het licht in een voor jullie onmeetbare intensiteit thuis is. Daar is dan ook elk doorzichtig lichaam in staat om voortdurend te vlammen, omdat het het licht dat het in zich heeft opgenomen uit het hem omgevende licht, nooit kan verteren. Zo ontstaat er door zo'n voortdurend conflict tussen licht en licht een dergelijk vlammend effect, waardoor het lijkt alsof de materie voortdurend in brand staat. Raakt men deze materie echter aan, dan is zij volkomen vast en niet in het minst warm; in tegendeel, hoe vlammender iets is, des te koeler het is.
Hoofdstuk 34: Eerste verdieping. Bijzonderheden van het paleis en hun overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Het zijn maar twaalf treden; we zullen er heel gemakkelijk tegenop lopen. Dus maar naar boven! We zijn in de galerij. Bekijk toch eens het plaveisel van deze galerij. Lijkt het niet op een zich ver uitstrekkende, rondlopende vlakte van de allerfijnst geslepen diamant ter breedte van tien klafter, volgens jullie aardse maateenheid? Bekijk het eens nauwkeurig. Er zijn nergens voegen te ontdekken, dus zijn het geen tegels, maar volkomen één geheel. Bekijk ook eens de zuilen die aan de binnenkant staan ofwel de binnenste rij vormen. Om elke zuil loopt een wenteltrap van het allerprachtigste robijn. De trap is voorzien van een leuning met sierlijke spijlen van wit goud en bovenop elk van de vele spijlen van de leuning is een lichtblauwe, stralende bol geplaatst, waarvan een wonderbaarlijk, liefelijk licht uitgaat.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] O, kijk eens, er zijn drie zuilengalerijen boven elkaar, maar de zuilen staan, zoals het tenminste nu lijkt, toch tamelijk dicht tegen elkaar gerangschikt. Dus maar vlug eropaf en de moed niet laten zinken! Ik denk dat we weldra geen reden meer zullen hebben om dit enorm groot lijkende obstakel nog als een hindernis te beschouwen, want zoals ik zie, worden de afstanden tussen de zuilen naarmate we dichterbij komen steeds beter waarneembaar. En kijk, voor de zuilen is een brede trap aangebracht waarover men vanuit alle richtingen veilig de onderste galerij kan bereiken.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Bovendien is het ook heel aangenaam om op deze groenblauwe fluwelen grond te lopen en daarom kunnen we ons deze wat langer durende tocht best laten welgevallen. Ook komt tenminste ruim de helft van het merkwaardige hoofdgebouw in het midden van deze ringmuur steeds dichterbij en daarom hebben onze ogen voortdurend heel wat te doen. Zoals jullie zien, hebben we de rij piramiden reeds bereikt en er is nog steeds geen andere hindernis te ontdekken, behalve dan de ringmuur die, doordat we er dichterbij komen, steeds hoger wordt. Naar het mij nu lijkt, loopt deze helemaal niet gelijkmatig door, maar bestaat hij uit louter zuilengangen die een buitengewoon prachtvolle aanblik beginnen te bieden.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...