Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 26 van 98

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[13] De valse profeet zal zich echter laten betalen voor iedere stap die hij doet en voor iedere zogenaamde, godsdienstige handeling terwille van het voorgewende en voorgelogen welzijn der mensheid. De valse profeet zal donderpreken houden over de gerichten van God en zelfs in Gods naam te vuur en te zwaard oordelen. De echte zal niemand veroordelen en zal alleen maar, zonder er enig belang bij te hebben, de zondaren tot boetedoening manen en hij zal geen verschil maken tussen klein en groot en tussen wel of geen aanzien. Want voor hém geldt alleen maar God en Zijn woord, -al het andere is voor hem een dwaasheid zonder inhoud.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] In hetgeen de ware profeet zegt, zal nooit een tegenstrijdigheid voorkomen. Maar houd de woorden van de valse profeet onder het licht, dan zal het daarin van tegenstrijdigheden wemelen. De echte profeet kan men nooit beledigen, als een lam zal hij alles verdragen, wat de wereld hem ook zal aandoen. Slechts tegen leugen en hoogmoed zal hij met vurige ijver opkomen en ze beide altijd overwinnen.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Uiteindelijk is het nog zeer de vraag, welke soort echte profeten een algemenere waarde voor de mensheid heeft!
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] De echte aanbidding van de enige, ware God bestaat uit de liefde tot Hem en de liefde tot de naaste. Maar wie kan God liefhebben, als hij Hem nog nooit heeft gekend?
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Iedere afgodenaanbidding is daarom de grootste, menselijke dwaasheid en een afschuwelijke blindheid. Want uiteindelijk wanen de echte afgodenaanbidders zichzelf afgoden en laten zich bewieroken en als goden aanbidden, -en dat is dan een overwinning van de satan in het mensenhart! Maar wee hun, die in hun grote verblinding zich inbeelden zelf goden te zijn! Hun lot zal eens zeer treurig zijn, want die hoogmoed is een worm die nooit sterft en een vuur dat nimmer dooft!
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Het voornaamste gebed bestaat daaruit, dat een deemoedig hart nederig blijft en zijn naaste metterdaad meer liefheeft dan zichzelf, maar God, als de enige, echte Vader van alle mensen en engelen, boven alles!
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Veel kinderen worden vaak op wegen en straten gevonden. Ontaarde moeders hebben hen in hun geilheid ontvangen en al gauw na de geboorte ergens te vondeling gelegd. Zulke vondelingen worden door een warmvoelend, barmhartig iemand opgenomen en verzorgd; deze weldoeners zijn ze dan ook alle liefde en eerbied schuldig. Mozes zegt niets over zulke pleegouders, maar alleen over de echte ouders!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De goed opgevoede vondeling kan echter zijn ware ouders onmogelijk eren, omdat hij ze in de eerste plaats niet kent en, als hij ze wel zou kennen, in de tweede plaats voor God en alle mensen toch echt geen verplichting tegenover diegenen zou hebben, die hem in hun zondige geilheid hebben verwekt en toen na de geboorte meteen aan de dood hebben prijsgegeven. Maar heeft zo'n mens dan geen aanspraak op de belofte van Mozes, omdat hij volgens Mozes zijn echte ouders onmogelijk kan liefhebben en eren? O, dat zou dan wat moois zijn en een erg goede indruk maken als wijs woord van God!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Waar ligt het dan aan dat de wet van Mozes, zoals die tot nog toe in acht werd genomen, ondanks de zuiver goddelijke oorsprong onzinnig moet zijn? Dat ligt aan het geweldige misverstand over datgene, wat Mozes met dit gebod voornamelijk heeft bedoeld: Het algemene ouderpaar van Gods grote natuur, namelijk de aarde, met het voor de mensengeslachten geschapen hemellichaam als vader, en haar schoot, waaruit steeds maar door talloze kinderen van allerlei soort en geaardheid worden geboren, als de echte moeder! Dit oeroude ouderpaar moet de lichamelijke mens dus steeds eren en achten en hij moet het nooit, omdat hij te verwend is, de rug toekeren, dan zal hij met een gezond lichaam een lang leven krijgen en het zal hem ook echt goed gaan.
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar dat voorschrift is ook een echte kameel waarop de Farizeeën al heel veel valse en slechte waren als echte de tempel hebben binnengesmokkeld, die het volk tegen de hoge prijs van zijn morele vrijheid voor volkomen echt moet kopen. Dat is een kwalijke zaak. Mij lijkt zo'n voorschrift, dat slechts aan bepaalde mensen een exclusief voorrecht geeft, een duivels gat waardoor de satan altijd binnen kan komen in het heiligdom. Deze bevoorrechte heiligen overschatten zichzelf, worden eerst in zekere zin op een vrome wijze trots en met een heilig geurend profetenaureool omgeven, maar later worden zij dan in volle ernst heerszuchtig en tiranniek, hoogmoedig en mateloos trots, - maar zitten nog steeds op de zetels van Mozes en Aäron! Ik vind echter broeder, - weet je, zo onder vier ogen! -dat dan de satan maar beter zelf meteen deze heilige zetels in beslag zou kunnen nemen! En door zulke ware plaatsvervangers van de satan op de zetels van Mozes en Aäron zijn heel kwade, menselijke voorschriften in de plaats gekomen van de goddelijke en wij moesten ze slikken, omdat het kameelachtige 'hellegat' voorschrift beveelt te luisteren naar hen, die op de heilige zetels zitten en te doen, wat zij bevelen.
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ook heb ik mensen gezien en gekend die bij de grootste vrouwelijke schoonheid zo koud bleven als een brok steen, echte voorbeelden van kuisheid, maar voor de rest waren ze ook in alles ongevoelig! Niets ontroerde hen! Nood en ellende van de armen waren voor hen belachelijke zaken, tranen van lijdenden een truc om medelijden op te wekken. Een vrouw vonden ze een verachtelijk en gemakkelijk te missen onding, dat in de wereld geen ander doel had dan akker te zijn voor het zaaien van een soort graan. Het huwelijk vonden zij een van de belachelijkste instellingen van de menselijke maatschappij. Volgens hun mening moest men alle gezonde vrouwen in een groot gebouw opsluiten en hen daar door sterke en vruchtbare mannen laten bevruchten, dan zouden daar louter mooie, gezonde en sterke mensen uit voortkomen. De lelijke en zwakke vrouwen moest men echter uitroeien, of hen net als het vee voor het nederigste werk gebruiken en zo lang laten werken tot ze crepeerden! Dat zijn dingen die ik heb meegemaakt!
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Bovendien heb ik nóg een opmerking en ik vraag jullie: Waar, buiten de kringen van de kinderen Israëls, bestond er ooit een volk dat in wijsheid en kracht begenadigder was dan wij, als echte nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jacob?! Als iemand dus in het huis van Jacob de ware wijsheid en haar kracht niet vond, waar zou hij die dan anders hebben kunnen vinden?! Ik weet ook wel iets over de geheime school van Egypte en wat daar geleerd werd! Ja, die school in Karnak kwam heel misschien wel tot in de voorhof, maar in het allerheiligste, het binnenste, kwam zij echt nooit!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Dat is zo en Ik wist al lang dat dat zou gebeuren, -maar Murel wordt nog belangrijker, want Murels geest is erg standvastig en in zijn ziel liggen zeer veel goed bruikbare ervaringen opgeslagen, waarmee hij heel goed al het echte van het onechte en al het goede van het kwade kan onderscheiden. Deze Murel moeten wij nog verder bekeren en hem de enig ware orde van de goddelijke geest laten zien en hij zal deze met zijn welbespraaktheid dan aan de anderen volledig verder uit kunnen leggen."
Hoofdstuk 217: Wie zwijgt en luistert, verzamelt voortdurend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na deze veelbetekenende woorden liep MUREL op Mij toe en snikte en huilde van vreugde. Bij Mij gekomen, riep hij naar Stahar en Floran: "Komen jullie ook hierheen en open je mistroostig kijkende ogen! In de voorhof van de tempel waren jullie weliswaar eerder dan ik en toen , hebben jullie mij daarheen meegenomen waar jullie reeds waren maar hier is meer dan jullie voorhof, hier is het echte allerheiligste!"
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wie in Mij gelooft en Mij liefheeft en daardoor Mijn eenvoudige gebod van de zuivere liefde houdt, die is het, die Mij ook in het volle licht van zijn hart herkent als de Vader! En Ik zal altijd Zelf tot hem komen en Mij aan hem openbaren, en hij zal verder door Mij onderwezen en geleid worden en Ik zal zijn wil de kracht verlenen om in geval van echte nood alle elementen aan zich te laten gehoorzamen!
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...