Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 26 van 1362

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[3] In de toekomst, na ons, zal dit alles aan duizenden door de heilige Geest van God nog duizend maal duidelijker geopenbaard worden dan ik het jullie nu kon openbaren. Maar als de Geest van God dan ook over jullie zal komen, zal hij jullie in alle diepten van Zijn oergoddelijke wijsheid binnenleiden, en dan pas zullen jullie ook volkomen duidelijk inzien wat jullie nu nog maar een beetje zijn beginnen te geloven. Tot die tijd moeten jullie geloven en zoeken in de schriften en ook in de hele natuur; ze zullen jullie zeggen dat het zo is en niet anders! De volle diepte zullen jullie echter, zoals gezegd, pas later volledig inzien. Hebben jullie er nu nog iets tegen in te brengen?"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] IK prees hem echter en zei: 'Alles voor deze mensen heb Ik Zelfprima geregeld! Maar Ik zeg jullie nu iets anders!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'O, laat dat maar allemaal! Men rust aan deze tafel en op deze zelfs van goede leuningen voorziene banken heel goed uit. Ik zeg jullie zelfs vanuit lichamelijk medisch oogpunt, dat de mensen hun lichamelijk leven met ruim een derde zouden verlengen, als ze in plaats van hun vlakke slaapplaats goede rustbanken en ruststoelen zouden maken op de manier zoals je het hier ziet! Want met die vlakke bedden ondergaat de bloedstand en bloedsomloop een te sterke verandering tussen dag en nacht, waardoor alleen al vroegtijdig allerlei hindernissen en veranderingen in de verterings - en voedingsorganen optreden. Maar als men 's nachts op deze manier rust, zal alles vele jaren heel goed in orde blijven.
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] HIRAM dacht enkele ogenblikken na en zei toen: 'Ja, ja, heer en meester in alle dingen en verschijnselen, wij hebben er eerder op de dag terloops over gesproken! Ik heb in de joodse boeken bijna alles gelezen wat er betrekking op heeft; alleen, alles klonk zo merkwaardig en was zo vol van allerlei mysterieuze, onbegrijpelijke beelden dat ik althans daar helemaal niet wijs uit kon worden! Bij gelegenheid stelde ik daar vragen over aan zeer intelligente joden en kwam maar al te gauw tot de overtuiging, dat ook zij daarover niet meer wisten dan ik, en daarom moet ik van wat ik er tot nu toe van begrijp jullie alleen datgene zeggen, wat deels ikzelf en deels ook andere zeer helder denkende mensen ervan denken.
Hoofdstuk 202: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (HIRAM:) 'Ja, een ware messias van de volkeren zou een zuivere leer zijn, waardoor de mensen zichzelf wat hun hele wezen betreft zouden leren kennen en daardoor dan ook God als de opperwijze, almachtige en liefdevolste grondslag van alles wat is; en die dan ook boven alles zouden moeten proberen hun nakomelingen deze kennis te laten behouden! En dat is het nu juist wat de wereld altijd weer ondermijnt, dat geen enkele leer, al is zij nog zo zuiver, ook maar vijfhonderd jaar zuiver kan blijven, en wel om die reden, dat ze door al te veel valse en onzuivere leren maar al te gauw vertroebeld wordt en omdat er zich bij iedere nieuwe leer, al is ze nog zo zuiver en levenswaar, ook maar al te gauw bepaalde oudsten en voorgangers vormen, waaruit een priesterkaste ontstaat die geen ploeg en geen spade meer aanraakt, maar alleen onderricht geeft, daardoor dan ook steeds meer gaat heersen en zorgeloos en zeer goed wil leven. Wel, hoe zo'n geprivilegieerde kaste dan de zuivere leer hanteert, laten ons de voorbeelden van alle ons nu bekende volkeren zien en het zou jammer zijn om daar ook nog maar één woord aan te verspillen! En zo is het mijn tegenover uw wijsheid natuurlijk zeer bescheiden mening, dat een mens, zoals u of ook deze jonge man hier, de eigenlijke echte messiassen van volkeren zouden kunnen zijn, omdat jullie de juiste levensware wijsheid daarvoor bezitten en meer dan genoeg hieruit voortvloeiende macht.
Hoofdstuk 203: Hirams voorstelling van de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'Ja, Ik moet eerlijk bekennen dat Ik jullie wat dit betreft niet veel meer hoef te zeggen; want jullie beiden vatten nu alles vanuit zo'n juist standpunt op, dat hierover weinig of niets meer te zeggen valt! Waarlijk, zoveel juist begrip heb Ik in heel Israël niet gevonden! Ik ben daarom ook in alle waarheid dat, waarvoor jullie beiden Mij houden. Maar nu hebben alleen jullie pas het heil van jullie leven herkend; er zijn in deze plaats echter meer mensen die bij jullie horen. Hoe willen jullie hun dat bijbrengen? In één keer, plotseling, mogen jullie dat niet doen, maar stukje bij beetje, omdat anders hun vrije wil grote schade zou ondervinden; maar dan blijft nog de vraag hoe jullie dat aan zullen pakken"
Hoofdstuk 206: Hirams getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En nu hebben we 100 korrels die we ook in de aarde gaan leggen! Hieruit krijgen we dan al 100 aren, elk met 100 korrels, dus alles bij elkaar 10.000 korrels. En zie, die 10.000 korrels, die 100 halmen en aren, moeten ook al in die ene korrel geestelijk aanwezig zijn geweest, zoals deze korrel zelf al inbegrepen moet zijn geweest in die ene korrel die als eerste uit Gods hand in een vruchtbare vore van deze aarde viel, omdat men zich anders niet kan voorstellen dat voortplanting mogelijk kan zijn. Jullie hebben hier opnieuw een bewijs, hoe zelfs iets oneindigs en eeuwigs in één zo'n korrel aanwezig is.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Mijn beste Epiphanes, als Ik hierover niet reeds aan Aziona en Hiram helder en duidelijk antwoord en onderricht had gegeven, zou Ik je volledig gerechtvaardigde verlangen meteen inwilligen; maar Ik heb dat reeds gedaan en zij beiden weten precies waar ze met Mij aan toe zijn. Ze zullen het jullie vast op even duidelijke wijze bekend maken als Ik het hun heb bijgebracht; jullie hoeven er dan alleen maar naar te leven, dan zal jullie geest zelf je alles openbaren wat noodzakelijk is om de juiste weg te weten.
Hoofdstuk 213: De noodzaak van het ware, heldere geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Alleen met Mij, dat wil zeggen in voortdurende vereniging met Mijn geest en Mijn wil, zullen jullie in staat zijn om alles tot stand te brengen, maar zonder deze niets; want Ik ben de Heer en zal dat eeuwig blijven. En zie, dat behoort ook tot Mijn leer! - Heb je Me begrepen?"
Hoofdstuk 217: De wonderbaarlijke verandering van het gebied. Wilsvrijheid opgaan in Gods wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'O vriend, tegen jou zeg Ik: Als het mogelijk zou zijn om de lijdenskelk aan de kant te schuiven, zou het ook onmiddellijk gebeuren; maar helaas is dit onmogelijk en daarom laten we het nu rusten! Je weet nu dat dit zal gebeuren en ook waarom, en meer is niet nodig. Wanneer Ik echter ben opgestaan, zal Ikzelf jullie dopen met de Heilige Geest uit Mij, en deze zal jullie dan pas in alle wijsheid en macht binnenleiden en dan zullen jullie, als jullie volgens Mijn leer zijn blijven leven, tot alles waartoe Ik nu in staat ben ook als Mijn ware kinderen in staat zijn. Zeg Me nu weer hoe dit aanbod en deze belofte je bevalt!";
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik wil daarmee niet zeggen dat jullie moeten zwelgen, brassen en te veel drinken; jullie moeten daarentegen altijd nuchter en matig zijn in alles en elkaar liefhebben, dan zal de wereld daaruit opmaken dat jullie waarachtig Mijn leerlingen zijn! -En nu gaan we aan tafel!"
Hoofdstuk 222: De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen EPIPHANES weer met zijn voeten op de grond stond, was hij buitengewoon blij, loofde Mij en kwam snel naar ons aan tafel en zei: 'O Heer, alles wat U wilt, -maar niet meer zo'n verschrikkelijk experiment! Ik had jullie vanuit de lucht moeten vertellen wat ik onderging en voelde! Ja, dat had ik vanuit de verticale positie, waarin ik me tamelijk prettig voelde, wel kunnen doen, namelijk dat het echt aangenaam was en mij wel kon bekoren; maar toen ik op Uw verzoek begon te bewegen en me alle posities moest laten welgevallen omdat ik ze niet kon veranderen, was het met het spreken gedaan. Ik had het hooguit op een angstig schreeuwen kunnen zetten als ik me niet geschaamd had, maar een verstandig woord was absoluut onmogelijk geweest! Als je door duizend duizelingen wordt bevangen en je machtelozer voelt dan een mug, -spreek dan maar eens als je kunt; voor mij was het totaal onmogelijk!
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zie, de hele schepping en alles wat jullie met je zintuigen ook maar waarnemen zijn gefixeerde gedachten, ideeën en voorstellingen van God, - ook jullie mensen wat jullie zintuiglijke lichaam betreft; en voor zover de ziel met het lichaam verbonden is door zijn zenuw en bloedether, is ook zij in het gericht en bevindt zij zich derhalve in de dood ervan, waaruit ze zich echter kan bevrijden door met behulp van haar vrije wil volgens Gods wetten het puur geestelijke na te streven; zo kan zij geheel één worden met haar geest uit God, waardoor ze derhalve door haar zelfwerkzaamheid zelfstandig van haar oude dood in het vrije eeuwige leven is overgegaan.
Hoofdstuk 229: De beide polen van het bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Het zal veel moeite kosten om hen weer uit hun gericht en de gevangenschap van de tegenpool te verlossen, -hier op aarde al heel moeilijk en aan gene zijde nog moeilijker, ofschoon het niet helemaal onmogelijk is. Maar daarvoor zal het noodzakelijk zijn dat zij zeer lang van alles verlaten in haar eigen gericht en dood verblijft, tot het kleine beetje geestelijke van de ziel dat er dan nog is, het eigen, vaak alles overheersende materiële in zichzelf geheel heeft verteerd en tenslotte door honger genoodzaakt wordt een groot verlangen te krijgen naar geestelijk voedsel. Dat zal wel altijd gebeuren, maar na voor jullie ondenkbaar lange tijden. "
Hoofdstuk 229: De beide polen van het bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Met wat voor woede dan de andere eendere zielen, die reeds geruime tijd om dezelfde reden met elkaar gevochten hebben, op zo'n aanmatigende ziel afkomen en haar de vreselijkste proeven laten afleggen, kunnen jullie je natuurlijk niet voorstellen; en zo'n oerdomme ziel laat zich zelfs een tijdlang ook nog alle mogelijke martelingen en kwellingen welgevallen, omdat ze in de blinde veronderstelling verkeert, dat ze na alle ware helse proeven doorstaan te hebben door de anderen als een god en heerser over alles erkend en aangenomen zal worden.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...