Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2102 resultaten - Pagina 26 van 141

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[5] Als je op hoge leeftijd een bediende nodig zou hebben, omdat ieder mens dan zwakker wordt en kwalen krijgt, en je zou tegen de eerste de beste die iets voor jou zou kunnen doen, zeggen: ' Zie, ik ben zwak geworden en heb je hulp nodig; ik zal er goed voor betalen; als ik sterf zal ik je tot erfgenaam maken!', -weetje wat deze dan tegen de hulpbehoevende man zou zeggen? Luister, hij zou precies datgene zeggen wat jij tegen iemand zou zeggen die je zou benaderen voor een vaste dienstbetrekking! Je zou tegen hem zeggen: 'Vriend, ik heb het niet nodig om iemands knecht en dienaar te zijn, want ik ben even welgesteld als jij en hoef geen dienstbetrekking aan te nemen om mijn levensonderhoud in het zweet mijns aanschijns te verdienen! Wie het nodig heeft moet zich maar afsloven voor zijn naaste; ik doe dat niet!' -Kijk, wat ik je nu zeg was vele honderdenjaren geleden in het oude Egypte het geval! De mensen werden allemaal zeer wijs en ieder was rijk."
Hoofdstuk 39: De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Toen echter later door het werk van de slaven de heren van het land rijk werden, maar niet allemaal in gelijke mate, zodat sommigen aanzienlijk rijker werden dan anderen, duurde het niet lang of er ontstond afgunst, twist en ruzie. Pas toen vond men het noodzakelijk om burgerlijke wetten op te stellen waar iedereen zich aan had te houden, zelfs de 'VAR"(Farao = Herder) inbegrepen. Toen begon men dan ook de slaven beschaving bij te brengen door hen -natuurlijk zeer verhuld -enig begrip van de godheid bij te brengen, en hen op die wijze voor elk afzonderlijk van God uitgaand en zichtbaar verschijnsel meteen een allegorische persoonlijkheid voor ogen te stellen, die de slaven als een godheid moesten vereren. Daardoor werden de in de loop der tijd machtig geworden slaven volgzamer en zachtaardiger en droegen ze hun lot met meer geduld; want ze waren zeer bevreesd voor de onzichtbare machthebbers, omdat ze door de geheime kunsten van de Egyptenaren tot een bepaalde overtuiging kwamen dat er echt zulke goden bestonden en dat hiermee niet viel te spotten.
Hoofdstuk 41: De egoïstische huishouding van de oude Egyptenaren en de toestand aldaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Tegenover zichzelf kan hij zo streng zijn dat dit alle menselijke begrippen te boven gaat, omdat aan hen die dit zelf uit vrije wil doet, geen onrecht geschiedt; aan de andere kant zien we bij de Indiërs weer het goede verschijnsel, dat er bij hen geen slechte lasterlijke praat en geen verraad bestaat. Niemand klaagt zijn naaste aan en onder de vele miljoenen mensen is er niet één die leedvermaak kent! Dit is ook de oorzaak, dat de Indiërs op hun eigen wijze zo'n oud volk zijn geworden en erg ouder zullen worden. In de loop der tijden, als er vreemde volkeren bij hen komen die hun een andere religie en andere zeden en gewoonten bij zullen brengen, zullen zij ook onrustiger en ontevredener worden, zichzelf niet meer tot rechter zijn en geen boete meer doen; in plaats daarvan zullen zij recht spreken over anderen, hen vervolgen en de zwaarste boetes opleggen. Het zal niet lang duren of ze zullen zijn zoals de Farizeeën in Jeruzalem, die hun gelovigen de ondraaglijkste lasten opleggen en over iedereen een oordeel uitspreken; maar boven zich dulden ze absoluut. geen rechter en zelf raken ze geen enkele last aan, zelfs niet met het puntje van hun pink! Vind jij dat goed of zelfs beter dan hetgeen je bij de onschuldige Indiërs hebt gezien?"
Hoofdstuk 42: De staatsorde van de oude Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar hoe komt een mens dan te weten, dat zijn ziel één is geworden met de ware geest van God in haar? -Dat komt hij heel eenvoudig uit zichzelf te weten! Als je in jezelf geen hoogmoed, geen onnodige eerzucht, geen zucht naar roem, geen afgunst, geen verlangen naar bezit, pracht en praal, geen eigenliefde, maar daarentegen des te meer intense en ware liefde voelt voor je naaste en God, en het een ware, diepe vreugde voor je hart is als je alles wat je bezit in geval van nood aan arme en gebrek lijdende broeders en zusters hebt gegeven, ja, als het je echt pijn doet in je hart wanneer je een arme niet kunt helpen, en als God alles voor je betekent en de hele aarde met al haar rijkdommen en schatten niets, dan is je ziel reeds .geheel een met de geest van God in haar, dan heeft zij het volmaakte eeuwige leven bereikt, is ze wijs, en waar nodig in staat om wonderen te verrichten enkel en alleen door te willen!
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Daarom kun je het volgende als een vaste norm aannemen en zeggen: Geen enkel op de buitenwereld gericht verstand kan ooit doorgronden en te zien krijgen wat er in de mens leeft; dat kan alleen de geest in de mens. En daarom kan ook niemand God kennen, dan alleen de gewekte en volop actief geworden geest van God in het hart van de mens, die gelijk God Zelf zuivere liefde is en een eeuwige sabbat in het hart van de mens.
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Kijk, dit alleredelste deel in je hart heb je nog nooit verzorgd en je had ook geen vermoeden van de waarde ervan, en daarom is het heel begrijpelijk dat je een overtuigde godsloochenaar bent geworden en ongeacht al je zoeken de eeuwige Godheid die alles geschapen heeft, alles doordringt en behoudt, nooit op het spoor kon komen!
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Jou en jullie allemaal zeg ik: Evenmin als wij in staat zijn om de maan bij het opgaan te hinderen, ook al gaan we nog zo enorm staan blazen en schreeuwen, zal ons luchtige instituut voor deze almachtige Godmens een hinderpaal op zijn weg zijn! Hij hoeft er zelfs niet eens heen te blazen, maar enkel zomaar een beetje te willen en al onze dingen zoals gebouwen, muren, catacomben en al onze toverapparaten zijn lucht geworden! Wat moeten we daarna? Daarom is het nu de hoogste tijd dat jullie tot betere gedachten komen!
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Stel nu jezelf en je hele instituut de vraag of jullie ook jullie zogenaamde wonderen ooit met deze bedoeling hebben verricht! Jullie zijn wel wereldwijze en zeker niet van huis uit slechte mensen; maar jullie zijn door het najagen van de goederen van deze wereld zelf in je innerlijke levenssfeer volkomen blind geworden. De wereld en wereldse gelukzaligheid betekent voor jullie alles! Om deze zo volkomen mogelijk te bereiken, is het vooral noodzakelijk omje door geschikte en doeltreffende middelen een zo groot mogelijk aanzien te verschaffen. Met het zwaard in de hand gaat dit niet altijd het best; maar het is bepaald niet moeilijk om je door middel van allerlei toverkunsten een soort goddelijk aanzien te verschaffen, omdat alle mensen van nature veel meer verlangen naar wonderen dan naar geweld. Men moet er dan alleen nog voor zorgen, dat er met behulp van dergelijke zogenaamde wonderen voor de kijklustigen een bepaald materieel, ook al is dit maar schijnbaar, voordeel te behalen valt, en het spel is gewonnen.
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Het is wel waar dat jij over de beroemde Nazarener een heleboel hebt gehoord wat je ongelooflijk toescheen, en dat je graag een ontmoeting met Hem had gehad als het zonder al te veel moeite mogelijk was geweest; maar dat je er bepaald moeite voor gedaan hebt, is niet zo, en je dacht bij jezelf: 'Wij hebben toch al enkele broeders naar hem toegestuurd en zij zullen ons wel berichten wat hij onderwijst en doet!' Maar die hebben zich vervolgens volledig van jullie afgescheiden en zijn Zijn leerlingen geworden en hebben aan jullie helemaal geen verslag over Hem uitgebracht, en dat verontrustte jullie een beetje en pas daardoor zijn jullie van dag tot dag nieuwsgieriger geworden om de Nazarener persoonlijk te leren kennen.
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] ROCLUS spreekt nu de zeer verlegen klinkende woorden: 'Ja, vriend, dat is allemaal zeer mooi en zeer verheven! Ja, ja, er ligt een -hoe zal ik het zeggen -een grote waardigheid in en het is een onmenselijk grote eer om aan de machtigste en meest verheven mens van de hele aarde voorgesteld te worden! Ja, ja, dat is het! Maar als zo'n volmaakt goddelijk mens naast al zijn ondoorgrondelijke vermogens om wonderen te verrichten ook het zeldzame vermogen bezit om mensen zoals wij geheel en al te doorzien en aan een mens, zoals ik, meteen in 't openbaar zijn hele levensloop te vertellen, -weet je, dan is het in 't geheel niet aangenaam meer om met zo'n Godmens kennis te maken! En ik zou nu liever weg willen lopen dan nog langer hier te blijven! Bovendien is het al bijna avond geworden, en thuis hebben wij vandaag nog heel wat werk te doen, -en jij zult ons daarom wel willen verontschuldigen als ik nu jouw overigens zeer gewaardeerde aanbod afwijs, dat wil zeggen, als het niet per se noodzakelijk is dat wij met de beroemdste aller beroemden kennis maken. Natuurlijk, als jij het als iets goeds en noodzakelijks voor ons beschouwt en het wilt, dan spreekt het vanzelf dat wij ons tegenover jou, als onze in geestelijk opzicht grootste weldoener, zeker niet afwijzend zullen gedragen; maar eerlijk gezegd vind ik het op het moment werkelijk niet erg aangenaam om iemand die qua macht en wijsheid zo immens groot is zo dicht onder ogen te komen, omdat men zich naast zo iemand maar al te zeer volkomen in het niets voelt zinken! Men wordt een duizendvoudig niets, terwijl de tegenpartij met zijn ondoorgrondelijke alles-in-alles in dit al-zijn alleen maar steeds meer aan kracht wint. Zo'n gevoel van niets te zijn doet zeer en doet het hart pijn; daarom verheug ik me er dan nu ook niet meer zo geweldig op om voor het aangezicht van de beroemde Nazarener geplaatst te worden."
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'En als dat zo is, wat heeft het dan voor nut voor de ziel, als ze voor de lichamelijke mens alle materiële schatten van de aarde zou verkrijgen en dus op zou gaan in het vlees en in diens gemene en dierlijke hebzucht, maar dan in haar geestelijke sfeer schade zou lijden en de realiteit van het ware leven zou verliezen?! Waar moet zij dan aan gene zijde iets vandaan halen om echt iets te kunnen worden, nu zij met het 'niets' van de materie zelf tot 'niets' geworden is?!
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Omdat materie echter alleen maar een gericht van het geestelijke is, dat niet blijvend kan en mag zijn, maar slechts kan en mag duren zolang het geestelijke oerelement zich hierin verzamelt, zichzelf daarin leert kennen en dan na het verkrijgen van voldoende kracht de materie om zich heen oplost en deze in het overeenkomstige geestelijke verandert, daarom kan het niet anders dan dat een verwereldlijkte en materieel geworden ziel uiteindelijk het lot van de materie deelt.
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De belangrijkste oorzaak voor pijn, die altijd alleen maar door de ziel en nooit door het vlees gevoeld wordt, ligt dus in de druk die een te traag en derhalve ook te zwaar geworden lichaam op een levensgedeelte van de ziel uitoefent.
Hoofdstuk 75: Pijn, ziekte en dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Of, als jij je in de loop der tijd lang geworden nagels, baard en haren korter maakt, handel je dan niet in strijd met Gods orde, volgens wiens stereotype wil nagels, baard en haren steeds weer aangroeien en niet zo kort willen blijven als jij hen met je schaar hebt voorgeschreven?
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Wanneer de mens dan zijn kleine wilsvrijheid met de eindeloos grote goddelijke verenigt, zeg Me, of je dan kunt denken dat het mogelijk is dat hij enkel een stomme toeschouwer is van de puur goddelijke wil, of dat de mens, wiens wil op die manier zo groot en vrij is geworden, niet in staat zou zijn om met zo'n goddelijke wilsvrijheid het een en ander tot stand te brengen!"
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...