Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

26524 resultaten - Pagina 26 van 1769

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[4] Als U er echter prijs op stelt, o Heer, dan zou ik U willen vragen ook langs mijn huis te gaan, waar ik U dan mijn vrouwvolk voor kan stellen. Maar ze hierheen laten komen komt niet zo goed uit, want ziet U, ik heb weliswaar overal voldoende van en ik kan met mijn familie hier redelijk leven, maar onze kleding is wat armelijk. Voor in huis en voor de huiselijke bezigheden is het voldoende, maar om in een gezelschap, zoals dit hier te verschijnen, zien ze er als familie van de opperpriester veel te armelijk uit! En daarom is het in ieder opzicht beter, denk ik, als ze netjes thuis blijven, waar ze niet bloot staan aan de bespotting van de wereld en geen voedsel vinden voor hun aangeboren ijdelheid. En het is voor hen ook goed om zo min mogelijk met de wereld in aanraking te komen, want de wereld is en blijft altijd slecht!'
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Ik zal doen wat je wenst, maar dan moet je ze allemaal met ons mee laten gaan! Er zal voor wat betere kleding gezorgd worden, zodat ze goed genoeg in onze kring passen! Dat je ze zoveel mogelijk van de wereld afleidt is heel goed en wijs van je, maar bij ons toch zeker niet wereldse gezelschap zouden ze, zoals ze waren, best gepast hebben.
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De opperpriester wordt hierop erg treurig en zegt: 'Heer! Als ik ook maar een beetje onverschilliger en nalatiger zou zijn geweest bij de opvoeding van mijn dochters, dan zou het mij niet raken zoiets te horen, maar ik weet, dat bij mijn dochters niets verzuimd werd om ze geestelijk en verstandelijk te ontwikkelen en ik durf er de heiligste eed op te zweren, dat ieder van mijn dochters nog zo rein is als een bloem op de berg van Jehova! Wat is dan de reden voor deze schandelijke laster?!'
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Beste broeder Jonaël, maak je daar maar niet druk over! Als je dochters voor Mij rein zijn, dan is dat voor jou meer dan voldoende! Want de wereld is nu eenmaal geheel van de duivel en daardoor door en door slecht! Heb je ooit gehoord, dat men druiven van dorens en vijgen van distels geoogst heeft?! Ik wist al lang van deze zaak af en heb dat ook op de berg bij de vergelijking van de splinter in het oog van de naaste duidelijk aangegeven! En kijk, dit beeld maakte, dat er toen veel van de berg afgingen, want ze merkten dat Ik hen bedoelde.
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Petrus zegt: 'Je bent een mooie klant, maar ik zeg je dat je het nu met mij aan de stok krijgt, en je zult je straf met ontlopen!, Kom maar mee naar de opperpriester van deze stad, voor hem zal dit zaakje uitgezocht en afgehandeld worden!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De burger zegt: 'Wat heb ik met deze opperpriester te maken? Ik ben een Galileeër en tevens meer Griek dan Jood; deze opperpriester is echter een domme ijveraar, en er wordt gezegd, dat zijn vier oudste dochters 's nachts met toestemming van de moeder, schandalige dingen uithalen en zich aan ontucht overgeven. Wat moet ik met zulke stommelingen? Kunst en wetenschap vind ik het belangrijkst, en ik heb veel achting voor geleerden en kunstenaars, maar dan moeten ze geen verbeelding krijgen! ., ,
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Petrus zegt: 'Vriend, het zal je niet lukken om wat zwart is weer wit te praten! Het gaat er hier niet om, wat je over mijn meester denkt, dat is een aardig verhaal om mij te laten vergeten hoe grof je, daarvoor tegen mij hebt staan liegen! Het kan me met schelen of je van de opperpriester vindt dat hij een ijveraar is, hij moet, als openbaar ambtsbekleder van deze kleine stad toch weten of er hier kort geleden zo n magiër is opgetreden, zoals jij mij die hebt beschreven! Want dat is voor mij het voornaamste, omdat ik daaraan wil afmeten, wat ik van mijn Meester moet denken!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Denk je eens in; ik en velen met mij hebben alles, zelfs vrouwen kinderen, verlaten en zijn Hem onvoorwaardelijk gevolgd, omdat we Hem dingen zagen doen die volgens ons geen mens ooit kan doen, en omdat we Hem tevens zo wijs hoorden spreken als vóór Hem nog nooit een mens gesproken heeft en ná Hem waarschijnlijk nooit meer iemand spreken zal!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als het waar is, dan zweer ik je dat ik mijn Meester, Die volgens mij goddelijke kracht heeft, direct verlaat en terug ga naar mijn familie thuis! Want een schimmige magiër volg ik geen stap verder; want ik ben nog steeds een echte Jood, die Mozes meer gelooft dan honderdduizend fantastisch goede magiërs. Als je echter - wat voor mij vaststaat gelogen hebt, om uit pure kwaadaardigheid mijn verheven Meester verdacht te maken, dan ben je - zoals ik al eerder gedreigd heb -nog niet met mij klaar! Je zult ondervinden, dat ook ik door de genade van mijn goddelijke meester al tot heel wat in staat ben, zonder dat ik mij voor iemand als wonderdoener behoef voor te doen!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Petrus liep dadelijk naar voren waar Ik was, en klaagde Mij zijn nood. Ik zei toen, terwijl Ik juist voor het huis van Jonaël bleef staan: Ga en breng die mens bij Mij!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Voor Petrus was dit een pak van zijn hart en hij liep snel terug en zei tegen de jongeman: 'Hij wil het!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[25] Meteen nam een boze geest bezit van de burger en begon hem verschrikkelijk te kwellen. Maar toen schreeuwde de burger zo hard mogelijk: 'Heer, help mij! Ik beken voor iedereen dat ik gezondigd heb!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[28] Nu gebied Ik de boze geest om de burger met rust te laten, maar de burger moet Jonaël daarvoor in de plaats genoegdoening geven! De burger is echter een koopman, hij gaat terug en brengt voor de dochters tienmaal meer dan Ik gezegd heb en smeekt Jonaël en de dochters om vergeving.
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De dochters bedanken Mij voor die voor hen nauwelijks te begrijpen hoge onderscheiding. Maar Jonaël vraagt zijn dochters, zeggende: 'Mijn beste dochters! Hoe komen jullie aan deze prachtige kleren, die werkelijk hemels mooi staan?!'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Mijn echte rijk is alleen maar daar, waar Ikzelf werkelijk aanwezig ben! Onthoudt dit! De Heer is een volkomen Heer boven al het wereldse, of het nu wel passend is voor de domme wereld of niet! Hebben jullie dit begrepen?'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...