Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 26 van 128

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[3] Maar IK maande hen om moed te houden en geen vrees te hebben, en zei: ' Zien jullie dan niet, dat ook de geesten van dit onweer aan Mijn wil onderworpen zijn?! Wees niet bang, -niemand zal een haar gekrenkt worden! Ik heb het niet zozeer vanwege de mensen uit Kapérnaum opgeroepen, maar veeleer vanwege die uitgezondenen uit Jeruzalem, om hen nog meer te laten merken hoe God trouwe dienaren van de mammon beloont en beschermt.'
Hoofdstuk 62: De grote zeeslang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Dat zij niet in kan gaan tegen haar eigen orde, waar het bestaan van alle schepselen van afhangt, en daar ook eeuwig nooit tegenin zal gaan, moet ieder mens met een beetje verstand heel goed kunnen begrijpen, omdat daardoor het bestaan en het geluk van alle goede en zalige wezens gevaar zou lopen. Maar de hoogste wijsheid wil ook de weerspannige geesten en wezens tot het goede en ware brengen en heeft voor dit doel voor de deugdelijkste middelen gezorgd, die de verstokte zondaar weliswaar nooit als melk en honingzeem zullen smaken, -maar het zal toch steeds van zijn eigen wil afhangen om daar verandering in te brengen zodra hij zich wil voegen.
Hoofdstuk 69: De goddelijke liefde, haar zorg en wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Laten we naar buiten gaan en die boze opzet van de ruwe aardgeesten bekijken, die dat gedaan hebben op aansporing van andere geesten van gestorven mensen. Deze geesten zijn als je vijanden naar gene zijde overgegaan omdat je hun boerderij tengevolge van een gerechtelijke beslaglegging vanwege niet betaalde grote schulden door koop in je bezit hebt gekregen! Laten we dus naar buiten gaan en de zaak in ogenschouw nemen!'
Hoofdstuk 70: Het verzonken land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK bedreigde de rookwolk en zei: 'Jullie kwade geesten met z'n allen. Ik, de Heer, gebied jullie dit gat meteen voor nu en alle tijden op te vullen!'
Hoofdstuk 70: Het verzonken land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar de waard vroeg Mij wat de geesten in de rookwolk die wij zagen, bedoeld hadden toen zij zeiden dat Ik hen niet vóór de tijd moest kwellen.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Kijk, alle afvallige geesten zien het als een kwelling wanneer zij tot gehoorzaamheid aan God gemaand worden; want alle hoogmoed kent geen gehoorzaamheid omdat hij alleen maar wil heersen en gebieden. Maar zij dachten dat zij nog te kort in de geestenwereld waren om nu al gehoorzaam te moeten zijn aan Mijn goddelijke wil. Kijk, zij zouden nu het liefst willen dat zij, zeg maar een complete eeuwigheid van hun slechte en wraakzuchtige vreugden konden genieten, en iedere geest die hen tot orde en gehoorzaamheid maant of vaak zelfs met geweld dwingt, zien zij als hun vijand en hun kweller!
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarom bedreigde Ik hen ook meteen, en zij moesten gehoorzamen en gehoorzaamden ook, hoewel met de grootste tegenzin. Maar, dat geeft niets voor dergelijke geesten die gericht en daarom in de dood zijn, omdat hun eigenzinnige vrijheid geen vrijheid, maar een gevangenis en een heel erg gericht is, waaruit zij stukje bij beetje alleen maar heel geleidelijk bevrijd kunnen worden als een machtiger wil dan de hunne hen grijpt en tot een goede daad dwingt.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En kijk, zo gaat het ook met dergelijke geesten, alleen met dit verschil dat zij vaak ontzettend lang in zulke dromen vertoeven en zichzelf dan nog uiterst moeilijk laten wekken!
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE WAARD vervolgde: 'Maar hebben ruwe, kwade geesten wel zoveel kracht om zo'n aanmerkelijk stuk land, dat daarbij nog erg vast is, zo diep naar beneden te drukken ?'
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Toen zei ook ONZE WAARD: 'ja, dat is zeker een heel vreemde en onbegrijpelijke geschiedenis! Ik zelf heb verschijnselen van deze aard al vaak bij kinderen op vijfjarige leeftijd gezien, die op de afschuwelijkste wijze toegetakeld werden door geesten die van hen bezit genomen hadden. Het vreemde daarbij is alleen, dat vrijwel niemand meer zulke kwalen kan verhelpen.'
Hoofdstuk 74: Het schip van de Farizeeën op de woeste zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: ' Zij hebben eigenlijk net zo weinig kracht als een slapende held; maar zo nu en dan wordt voor hun eigen ontwaken toegelaten dat er iets wat zulke slechte geesten in hun totaal krachteloze droomfantasie willen uitvoeren, en waartoe zij steeds nutteloze pogingen ondernemen, werkelijk gebeurt, volgens de wil van een hogere, volledig wakker zijnde, geestelijke macht. Als zoiets dan werkelijk gebeurt, schrikken zij plotseling wakker en zien hun ellende in. Daardoor komen dan sommigen door hun eigen wil uit hun kwade droomleven in een meer wakend bestaan, en dan passen zij daarna al meer op om niet weer in zulke kwade fantasieën te vervallen, opdat er niet weer iets boven hen instort en hen kwalijk toetakelt in hun veronderstelde vrije bestaan.
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Dit alles slaat nu echter niet op jullie houding tegenover Mij, maar Ik liet jullie door een beeld zien hoe het ooit zal worden. Daarom moet dan ook, net als Ik, iedere ware leraar bij elke gelegenheid zijn woorden zo kiezen, ook bij de meest onbelangrijke zaken, dat zij als basis kunnen dienen voor een nieuwe, belangrijke leer. Want waarlijk zeg Ik tegen jullie: In het rijk van de geesten die rein zijn voor God, zullen jullie ook voor ieder ijdel leeg woord rekenschap af moeten leggen en in tegenwoordigheid van het zuivere licht van de waarheid uit God te schande staan!'
Hoofdstuk 76: De oorzaken van het verval van de mensen. Theocratie en monarchie Eindtijd en gericht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] De fabels van onze goden en halfgoden verhalen weliswaar over veel kleine wonderen die zij verricht moeten hebben; maar welk mens met een beetje verstand kan zoiets geloven?! Ook in de mystieke schriften vertelt men vaak over een almachtige God, die omgeven is door ontelbare machtige geesten, die steeds heel precies Zijn bevelen in het hele universum overbrengen en uitvoeren. Voor mensen zijn ze echter niet zichtbaar, en de God evenmin, maar ze moeten wel een volmaakt verstand en een almachtige wil hebben. Vele honderdenjaren geleden moeten zij zich op dezelfde wijze aan de vrome mensen hebben laten zien als de goden en vooral de halfgoden zich aan de Grieken lieten zien.
Hoofdstuk 85: De kunst om te leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Als je echter nog steeds blijft vragen:'Ja, waar is God dan, en hoe ziet Hij er eigenlijk uit?', dan zeg Ik je, dat niemand het eigenlijke goddelijke Wezen kan zien en in leven blijven, -want Het is oneindig en daarom ook alomtegenwoordig, en Het is daarom als iets puur geestelijks ook het binnenste van ieder ding en ieder wezen, dat wil zeggen door de werking van het licht van Zijn machtige wil; in Zichzelf en op Zichzelf is God echter een mens zoals Ik en ook jij, en woont in een ontoegankelijk licht, dat in de wereld der geesten de genadezon genoemd wordt. Deze genadezon is God echter niet Zelf, maar het is de uitstraling van Zijn liefde en wijsheid.
Hoofdstuk 88: De grondslagen voor de geestelijke vervolmaking. Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Pas na de maaltijd werd door leerling Johannes aan alle in huis wonende mannen en vrouwen Mijn leer over de liefde tot God en de naaste uitgelegd.
Hoofdstuk 91: De dokter krijgt van de Heer de kracht om door handoplegging zieken te genezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...