Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

851 resultaten - Pagina 26 van 57

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[6] Die gelijkenis heeft de scherpzinnige waard voor ons opgehelderd, welke opheldering Uzelf als goed en waar hebt bevestigd, en wij waren daar allemaal volkomen tevreden mee. Maar met het genoemde verminken van het lichaam wil het ons nog niet zo goed lukken, en als wij die bergrede verder onder het volk verbreiden, zouden er echt hier en daar zwakke mensen kunnen zijn die dat onderricht letterlijk ten uitvoer zouden kunnen brengen; het wijzere deel van de mensen zou die leer dan als wreed en onwijs noemen, en wij zouden daar niet veel goede vruchten mee oogsten.
Hoofdstuk 214: De beelden van het uitrukken van de ogen, het afhakken van de handen en van het eten en drinken van het vlees en bloed van de Heer (20.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar, zoals gezegd, daarmee heb Ik de wet van Mozes, de richters en de profeten niet opgeheven, maar alleen verzacht; want zij namen de wet al te letterlijk en straften met dezelfde strengheid ook diegene, die vaak meer toevallig dan als gevolg van zijn kwade wil zijn medemens een of andere schade had berokkend.
Hoofdstuk 215: De juiste toepassing van het gebod van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wie van jullie dat bij het verbreiden van Mijn leer tot grondbeginsel maakt, zal werkelijk lijken op de zaaier die de tarwe alleen in de goede akker zaaide en spoedig daarna een honderdvoudige oogst had; wie dit grondbeginsel van de leer echter niet of minder in acht neemt, zal zijn tarwe ook op wegen en straten, op stenen en rotsen en tussen doornen en distels zaaien, en zal van zijn arbeid en inspanning een slechte oogst verkrijgen.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Ja, ja, ik ken jullie Romeinse wetten; die zijn goed, en wie die in acht neemt, gaat het niet slecht in de wereld! -Maar nu gaat de zon bijna op, laten we onze aandacht daaraan wijden!'
Hoofdstuk 224: De Heer waarschuwt tegen traagheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Wie dat wat Ik nu heb gezegd bij zijn huishoudelijke spaarzaamheid in acht neemt, zal van Mij in alle opzichten geluk en zegen in overvloed krijgen, en dat geluk en die zegen zullen voortaan ook bij zijn huis en zijn gezin blijven. Wie dit levensbeginsel, dat Ik nu onder woorden heb gebracht, niet in acht neemt, zal meemaken dat zijn kinderen en verwanten datgene wat hij zo moeizaam bij elkaar heeft gespaard, maar al te gauw en vaak op de liederlijkste wijze verspillen en dan al snel met allerlei nood en ellende te kampen krijgen. Doe jij dus alles verstandig en wijs overeenkomstig Mijn leer, en denk bij alles goed na over de gevolgen en het uiteindelijke resultaat van jouw handelen!,
Hoofdstuk 225: Over spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar daarmee had hij echt niet veel gewonnen, zoals wij Romeinen dat beoordelen; want hij had het volk te sterk en te streng gewend aan het houden van de uiterlijke normen en hij heeft het doen geloven, dat men ten aanzien van een uiterst reine, goede en almachtige Godheid al helemaal genoeg gedaan had als men alleen de uiterlijke wetten in acht neemt -en ik moet U eerlijk zeggen, mijn beste, wonderbaarlijke Vriend, dat hij zijn volk daarmee niet een hele, maar slechts een halve weldaad heeft bewezen.
Hoofdstuk 239: Kritiek op de voedselvoorschriften van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk, dat is bij ons Romeinen niet het geval! Er zijn ook bij ons weliswaar heel veel soorten bijgeloof; maar een ware Romein houdt zich aan de waarheid, en als hij een mens heeft getroffen die in allerlei waarheden grondig thuis is en ingewijd, neemt hij hem vriendelijk op en verrijkt hij zichzelf met de geestelijke schatten van die waarheids en wijsheidsvolle man.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Nota bene: Het zal menigeen opvallen dat Ik hier en ook al eerder tegenover Mijn leerlingen rechtstreeks over Mijn hemelvaart sprak. Daarbij moet opgemerkt worden dat zij die nooit letterlijk hebben opgevat zolang het niet werkelijk gebeurd was, maar dachten dat Ik Palestina zou verlaten, wanneer Mijn tijd als leraar voorbij zou zijn en naar Griekenland of Rome zou gaan om daar Mijn werkzaamheden voort te zetten. Ook Mijn woorden dat het hemelrijk aan de heidenen gegeven zou worden, werden veelal zo opgevat. Ik liet hen voorlopig in dat geloof, maar bereidde hen toch voor op iets buitengewoons in de komende tijd door daar herhaaldelijk op te wijzen, opdat door de komende gebeurtenissen alle valse voorstellingen vanzelf rechtgezet konden worden.
Hoofdstuk 6: De blindheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Als er eenmaal een standpunt is bereikt dat heeft aangetoond dat de middenweg de gulden weg is, nemen ook de volkeren in later jaren die weg het liefst en zullen niet meer helemaal een andere richting inslaan, zoals nu en ook later nog zal gebeuren. Met het vrijkomen van de vele miljarden oergeesten, die de weg door het vlees zullen hebben afgelegd, zal er ook een heel andere verhouding tussen de geestenwereld en de mensheid intreden. Want hoe meer geesten de weg van het vlees hebben voltooid, des te meer neemt hun invloed toe op diegenen, die als mensen hun verandering van de sfeer van de wijsheid naar de sfeer van de liefde willen bewerkstelligen.
Hoofdstuk 28: De ontwikkeling van het joodse volk - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Dan ontstaat er een geweldig dringen van degenen die eveneens het voornemen hebben de weg te voltooien, en een soort zorg van hen die de weg reeds achter de rug hebben. Hand in hand met dat gedrang zal en moet er ook een toename van het menselijke geslacht plaatsvinden; want het aantal leerlingen neemt steeds meer toe, en een andere school dan deze aarde is er niet.
Hoofdstuk 28: De ontwikkeling van het joodse volk - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Om die plaats te bereiken moesten we een omweg maken, omdat Ik niet de bedoeling had langs Jeruzalem te gaan, maar ongezien in de woonplaats van Lazarus wilde aankomen, die volgens de Joodse maat vijftien veldwegen daarvan verwijderd was. Bethanië lag echter niet op de plaats van het huidige dorp El Azarije *,(* El Azarije of eizariya: tegenwoordig neemt men aan dat hier vroeger Bethanië lag; werd in de 4e eeuw Lazarion genoemd.) maar nog meer naar het oosten, zodat wij daar niet vanaf de westkant van de Olijfberg, maar vanaf de oostkant aankwamen.
Hoofdstuk 33: De oorzaak van de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Ik zei: 'Dat ben Ik wel, en toch komt nu de tijd dat de Vader in Mij Zich moet terugtrekken, opdat de Zoon in vrijheid beslist. Wat Ik jullie zojuist onthulde van wat daar beneden in de tempel gebeurt, is de eerste stap, opdat de Zoon Zijn besluit neemt. En geloof Mij, Hij heeft Zijn besluit reeds genomen, opdat het volk niet ten onder gaat! Maar vraag nu niet verder, maar zorg dat het de aanwezigen aan niets ontbreekt; want zij zijn voor het laatst in Mijn aardse nabijheid als kinderen, voor wie Ik lichamelijk zorg!'
Hoofdstuk 42: Het vertrek uit Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik zei: 'Beste broeder, ook dit is geen blijvende plaats voor de Mensenzoon; maar Hij heeft er een nodig om kracht te vergaren voor het sluitstuk van Zijn werkzaamheid! Zolang Ik daarbuiten werkzaam was en onderrichtte, dreef Mij de innerlijke geest, aan wie dit lichaam ook onderworpen is -maar nu moet de sluitsteen gelegd worden zónder dat de geest aandrijft, maar de ziel alleen haar besluit uit liefde neemt.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Als de ziel zich nu volledig ondergeschikt heeft gemaakt aan het wezen van haar geest en ze daardoor in aards opzicht geen wensen meer heeft, zodat ze enkel en alleen nog naar het geestelijke streeft en derhalve als zelfbewuste ziel in het geestelijke is opgegaan, dan heeft de meer voltooide mens een niveau bereikt dat door de Indische wijzen als 'Nirvana' aangeduid werd, een toestand dus waarin iedere wil die gebaseerd is op vleselijke, aardse neigingen teniet is gedaan, en die ieder leven in het vlees als materieel bestaan uitsluit. Die toestand is in het materiële leven mogelijk en moet zelfs bereikt worden opdat de totale vrede zijn intrek neemt in het menselijke hart.
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] 'Experientia docet'* (* Latijn voor (letterlijk): 'De ervaring leert', ofwel' Al doende leert men' c.q. 'Door ervaring wordt men wijs'), is hier het parool, en jullie weten hoe waar dit gezegde is; want door ervaring leert een leerling meer dan door honderd van buiten geleerde, onbeproefde regels. De aarde is echter een school, waar geesten door ervaring wijs moeten worden; daarom is hun hier ook de meest uiteenlopende gelegenheid gegeven om de ene ervaring na de andere op te doen, om de geest snel te laten rijpen. Maar hoe het totaal aan moeilijk, bittere en onaangename ervaringen, die op een woeste bergbeek lijken, beteugeld worden tot een rustig voortstromende, kalme rivier, dat vertelt Mijn leer, en Mijn leven moet en zal steeds een voorbeeld blijven dat laat zien hoe alle ervaringen ertoe dienen om de geest in de mens dicht,ja innig dicht bij God te brengen.
Hoofdstuk 59: Over het toelaten van oorlog - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...