Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1359 resultaten - Pagina 26 van 91

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[3] Mijn beste vrienden! Deze op zichzelf absoluut niet afkeurenswaardige principes zijn Mij heel goed bekend. Ze kunnen en moeten overal waar een volk in groepen met elkaar samenleeft, bestaan en gehandhaafd worden, maar steeds in de voor het leven edelste zin van het woord. Opdat ze echter alleen in deze zin in de samenlevingen van mensen bestaan en nooit onderschat en overdreven worden, moeten ze vergezeld gaan van een houdbare en zeer betrouwbare regulator. En waaruit moet deze regulator bestaan? Uit niets en niemand anders dan alleen uit de ware en zuivere naastenliefde, waarvan de verstandige belangrijkste grondregel als volgt luidt: Voor zijn naaste wenst en doet de mens van harte precies alles waarvan hij redelijkerwijs en wijselijk kan wensen en willen, dat anderen het ook voor hem zelf willen doen en overhebben.
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wij van onze kant moeten daarom ook niets anders doen dan de mensen enkel de volle komst van Gods rijk van de zuivere liefde en waarheid verkondigen, en alleen als het nodig is er een klein wonder aan toevoegen, dat zich echter altijd alleen maar als een weldaad kenbaar moet maken en nooit als een straf of zelfs als een met toorn vervulde wraak zelfs dan niet wanneer wij door de blinde en derhalve ook zeker zeer ondankbare mensen het grootste ongemak te verduren zouden krijgen. Als een van jullie dat Zou doen, dan zou hij in plaats van iets goeds, alleen maar iets slechts bewerkstelligen en dan zou Ik genoodzaakt zijn om al Mijn genade aan hem te onttrekken en hem tenslotte met toorn in Mijn ogen aan te zien.
Hoofdstuk 130: Aanwijzingen van de Heer voor de verbreiding van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Nu moet mij een verstandig en eerlijk, welwillend iemand eens zeggen, of dat absoluut onschadelijke leugentje niet verstandiger en beter was dan dat ik die arme man de waarheid gezegd zou hebben, namelijk dat ik een heiden ben! Ik zeg U en iedereen duizend maal recht in het gezicht, dat zo'n leugentje om bestwil alleen als zonde kan worden uitgelegd door een totaal krankzinnige dwaas uit de zwartste farizeeërgemeenschap, -maar nooit door iemand die ook maar een beetje verstand heeft, en natuurlijk al helemaal niet door een God! Want zo compleet verschillend kunnen de levensopvattingen aan deze en aan gene zijde toch niet zijn, dat wat men op deze aarde met het zuivere verstand goed en redelijk vindt, voor een pure geest lijnrecht het tegenovergestelde is! Want als aan gene zijde voor de pure geest zwart en duister is wat hier door een altijd het goede willende ziel als wit en klaar helder wordt beschouwd, dan is ofwel dit, ofwel dat leven gewoonweg dwaas.
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En wat verder het onderwijzen van Mijn Gods en levensleer betreft wil Ik jullie het volgende nog in 't bijzonder zeggen: Pas je in uiterlijk opzicht aan iedereen aan, om te zorgen dat ze zich bij jullie thuis voelen en ze voor Mijn rijk gewonnen kunnen worden! Wees jood met de joden, heiden met de heidenen, lach met degenen die lachen en huil met hen die huilen, wees zwak en vol geduld met de zwakken en laat de sterken zien dat ook jullie sterk zijn, opdat het besef van hun kracht hen niet opblaast en hoogmoedig maakt! Nu, Mijn beste vriend, dat zal toch voldoende voor je zijn om te weten wat Gods allerhoogste wijsheid, die ook jullie zuivere verstand heeft geschapen, van jullie verwacht!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Na enkele ogenblikken gaf CYRENIUS te kennen, nadat Ik hem daar heimelijk een teken toe had gegeven, dat de beide aarts-Farizeeën bij hem moesten komen, wat heel slim van hem was, en zei tegen hen: 'Kalmeer nu! De storm is voorbij; trek je niet te veel aan van onze gebruikelijke Romeinse ernst in het begin! Nu komt de tweede onderhandelingsfase, waarin ik van jullie geen verzinsels met valse handtekeningen, maar de zuivere volle waarheid wil horen. Alleen door de waarheid kunnen jullie uit mijn macht, die anders onverbiddelijk is, bevrijd worden, -zo niet, dan is gevangenis, kruis en bijl onontkoombaar jullie lot, dat is zo zeker als ik opperstadhouder van alle Aziatische provincies van Rome ben.
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hoelang is het geleden, dat een zekere Johannes in de woestijn aan de Jordaan allerlei waarachtig grote tekenen deed om getuigenis af te leggen van zijn goddelijke bezieling! Herodes liet hem gevangen nemen en korte tijd later op ongehoorde, gruwelijke wijze heimelijk in de kerker onthoofden. Hij had werkelijk reeds een groot aantalleerlingen, en vele duizenden hebben zich door hem in de Jordaan laten dopen ter getuigenis van hun aanvaarding van zijn waarlijk geheel zuivere leer; want hij was door bijna geheel Galilea en Judea langs de Jordaan getrokken. Maar toen zijn vele aanhangers hoorden wat er met hun meester gebeurd was, werden ze heel angstig en bevreesd, en lieten liever niet merken dat ze van Johannes de waterdoop ontvangen hadden; want ze waren bang dat ze op een onverwacht ogenblik het treurige lot van hun meester zouden moeten delen. Dit is het enige wat ik met mijn verstand, dat tot nog toe nog altijd prima in orde was, echt enigszins inconsequent vind, en het getuigt volgens onze begrippen, met het oog op het heil der mensheid, van weinig slimheid en ook van veel te weinig goede wil.
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daarom moet alles wat men in strijd met de morele wet acht en wat men daarom ook boos en slecht noemt, slechts als een hefboom gezien worden welke Ik heb toegelaten, en op die wijze is voor de zuivere mens alles zuiver en goed. Voor een zwak en onzuiver mens is dat anders en dat moet ook wel zo zijn, omdat hij nog menige stimulans nodig heeft om tot werkzaamheid aangespoord te worden.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En de kunstenaar sprak diep ontroerd door de gunst van de koning: 'Verhevenste heer en wijze heerser en gebieder! Uw genade en uw welgevallen aan dit kunstwerk zijn voor mij al de grootste beloning! Want ik heb deze kunst niet uit winstbejag en niet eens omwille van mijn dagelijkse brood, maar enkel uit zuivere liefde voor deze kunst met inspanning van al mijn krachten tot in mijn ziel geleerd; en juist daarom is het voor mij reeds de grootste vreugde en het hoogste loon, dat zij nu ook in de ogen van de meest wijze koning zo'n buitengewone waardering heeft gevonden.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (JOHANNES:) 'Het echte ware geloof van een mens die begint te geloven, lijkt op wijnmost die in een zak wordt gedaan. Als het echte druivemost is, begint hij weldra te gisten. Door deze gisting werpt de most alles van zich af wat niet volledig wijn is. Heeft hij alles uit zichzelf verwijderd wat niet van zijn soort was, dan wordt de most een zuivere en krachtige wijn, die, wanneer men er van drinkt, alles met leven vervult, omdat hij zelf in zekere zin leven is. Doe je echter een andere vloeistof in de zakken, dan zal deze ofwel helemaal niet tot gisting komen ofwel hoogstens gaan rotten en tot stinkende ontbinding overgaan, waardoor ook de zak wordt aangetast en vernietigd.
Hoofdstuk 178: De weg tot het ware geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Want wat eenmaal verdacht is, brengt niets meer op; wat ook heel begrijpelijk is, want een magiër kan zijn kunsten alleen maar met natuurlijke middelen tot stand brengen, die als ze verdacht zijn dan ook noodzakelijkerwijs helemaal waardeloos moeten lijken en te slecht zijn dan dat de grootste dwaas er plezier aan zou kunnen beleven, en een wijs mens natuurlijk nog minder. Maar degene, die niet op de hoogte is en ook niet kan zijn van het principe waarop zij berusten, moet ze wel als zuivere wonderen beschouwen en zich erover verbazen en ervoor betalen; want hij moet zichzelf bekennen, dat het hier volgens zijn begrip niet op natuurlijke wijze toe gaat. Als hij dan echter door iemand die er verstand van heeft ervan overtuigd wordt, dat het wonder, waar hij met verbazing naar gekeken heeft en waar hij zo veel voor heeft betaald omdat het om iets buitengewoons ging, toch op heel natuurlijke wijze tot stand werd gebracht, dan is deze magiër voor hem geen wonderdoener meer en deze staat dan als een gewone bedrieger voor zijn vroegere bewonderaars. Kan hij zich ooit voor zijn vroegere beschermheer schoonwassen? Ik zeg: Nooit en te nimmer! Het is afgelopen met hem, voor altijd! .
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En omdat een theosofisch theocratisch instituut in feite niets anders is dan goed geconditioneerde toverij, gehuld in allerlei mysterieuze, maar op zich zelf nietszeggende ceremoniën en legio wijze spreuken, leerstellingen en wetten, staat het ook onvermijdelijk hetzelfde lot te wachten als wat iedere enigszins zwak geworden magiër iedere dag kan verwachten. Door dit alles, mijn oude vriend Marcus, zul je wel gemakkelijk de zuivere reden zien, waarom het voor mij persoonlijk niet uitmaakt met welke goede godsdienstige leer ik te maken heb, als ik er maar de beste voordelen voor het leven in zie; maar als deze niet duidelijk naar voren komen, zoals hier het geval schijnt te zijn, dan kan niemand mij toch kwalijk nemen, dat ik mijn instituut zo goed ik kan verdedig zolang het mij een goed bestaan biedt. Dat die verdediging slechts binnen bescheiden grenzen van het mogelijke moet blijven, zal met het oog op de machtige Romeinen hopelijk niet moeilijk voor je te begrijpen zijn. Ik denk nu ook, dat jij me deze geschiedenis hier niet meer serieus als een zuiver wonder wilt laten geloven?!
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (CYRENIUS:) 'Toen zei Marcus tegen jou: 'Vriend, uit deze lange redevoering van je maak ik op, datje hart reeds zeer verhard is en men je moeilijk raad kan geven en helpen! Want als iemand aan de grootste autoriteiten op het gebied van de waarheid geen reëel geloof meer kan schenken, en alles op aarde voor bedrog houdt en verklaart, dan is bij hem alles opgehouden wat hem op zijn levensweg tot een beter licht had kunnen dienen! Zeg me, of denk er bij jezelf over na: Wat voor belang zouden wij er bij hebben om je meer licht te geven? Wij hebben kolossale schatten in een onbeschrijflijke hoeveelheid; aan goud, zilver en de kostbaarste edelstenen hebben wij geen gebrek; ook zijn onze voorraadkamers vol graan en.de kelders vol met de edelste wijnen, zoals jullie er op wonderbaarlijke wijze al één hebben geproefd, -waar jullie nu niets meer van schijnen te weten! Wij hebben van jullie dus helemaal niets nodig en spreken, terwijl we zelf door en door verbaasde getuigen zijn, onmogelijk iets anders dan de zuivere waarheid! Waarom willen jullie ons dan niet geloven?
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De materie is er natuurlijk wel voor bestemd om door de kracht van een zuivere geest van gene zijde gewekt te worden tot de opstanding uit de lange gerichten; maar dan moet de materie volgens de haar goed ingeprente vrije intelligentie overgaan in de juiste vorm en het wezen van haar geest van gene zijde, die een licht is uit God. Gebeurt dat niet van de kant van de materie, dan keert de geest van gene zijde weer terug naar zijn oerbron, en de materie, waarvan het de bedoeling was dat zij voor altijd met leven vervuld zou worden, valt weer terug in haar oude gericht en zal daar lang moeten blijven aleer er ooit weer een geest van gene zijde haar op wil wekken voor een nieuwe levensproef
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] AZIONA zegt: 'Wel, dat hangt er in eerste instantie vanaf, of ik dat geheel en al wil! Inderdaad nemen we niet gemakkelijk iets aan, als we van te voren niet opvallende verschijnselen gezien hebben. En aan de zichtbare werking van de door u aan mij bekend gemaakte reden ontbreekt het hier absoluut niet; mijn voorraadkamer is vol etenswaren, en nu hier deze wijn uit het puurste water! Dat zouden dan toch, zoals men zegt, aardig tastbare bewijzen ervoor zijn! Maar het komt er nu op aan om duidelijk te weten of jullie misschien niet toch heimelijk een of andere specificum bezitten dat in nog zo geringe hoeveelheid toegevoegd ieder zuiver water in wijn moet veranderen! Dat zal waarschijnlijk wel niet het geval zijn; maar die gedachte moet wel bij iemand opkomen, als hij dit zuivere wonder ziet; en zolang men die gedachte niet kan tegenhouden, is er geen sprake van dat er helemaal geen twijfel is, en werkt het door u goed beschreven volledige geloof ook niet! En daarom zie ik bij voorbaat maar al te goed in, dat niemand van ons, bewoners van deze plaats, ooit in staat zal zijn om ook maar een druppel water de smaak van wijn te geven!
Hoofdstuk 175: De stoïcijnse wereldvisie van visser Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En als je reeds aeonen maal aeonen aardse jaren als zuivere, zelfstandige en vrije geest in het meest hemelse gezelschap van aanjou verwante zuivere geesten de steeds grotere wonderen van God zult hebben aanschouwd, dan zal het nog eindeloos lang duren voordat je aan het echte begin ervan staat! Als je dat goed tot je door laat dringen moet je wel een aldoor groeiende vreugde voor het leven voelen en er geen afschuw 'Van krijgen! -Zeg jij me nu maar, hoe dit je bevalt'
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...