Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16418 resultaten - Pagina 26 van 1095

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[9] Judas was ook thuis en sliep op een strobed. Toen hij echter door ons praten, onze vragen en antwoorden gewekt werd, stond hij meteen op en vroeg alleen maar, hoe de visvangst afgelopen was.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[27] Een bang iemand zal door een held niet achtervolgd worden, want de held voelt zich door hem niet belaagd. Maar ziet een held een andere held, dan zullen ze elkaar direkt uitdagen en niet rusten voor één van de twee het onderspit delft! En daaraan zie je nu ten voeten uit wat de zegen van de moedigen is !
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Aan beide zijden van het huis lag een goed omheinde tuin, waarin men alleen door een kleine achterdeur van het huis kon komen. Die deur gebruikten we dus en ontkwamen op deze manier aan de nieuwsgierige ogen van de duizenden, waarvan meer dan driekwart slechts door sensatiezucht werd gedreven, en zich alleen maar eens wilde vergapen aan wonderbare gebeurtenissen.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Door al die drukte aangelokt komen er echter ook een aantal Farizeeën en schriftgeleerden, deels uit Jeruzalem maar op dit ogenblik in Kapérnaum verblijf houdend, en deels ook uit Nazareth en uit de omgeving, tesamen met de priesters en schriftgeleerden uit Kapérnaum, speciaal voor Mij naar dit huis. Ze hebben van Jaïrus gehoord hoe Ik zijn dochtertje, waarvan boven alle twijfel verheven vast stond dat ze dood was, weer levend gemaakt heb. Het volk maakt ruimte voor hen, zodat ze bij Mij in het huis kunnen komen.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Judas zegt: ' Ja,ja, je kunt misschien ook wel gelijk hebben, en ik zal er alles aan doen, om tot de kern van jullie leer door te dringen; maar als jullie leer op de basis van humaniteit is gebouwd, en je daarom iedereen zachtmoedig en met geduld benadert, dan meen ik toch, dat jullie mij niet maar steeds met allerlei stekelige opmerkingen behoeven af te wijzen! Want wat is een leer zonder leerlingen? Een geluid zonder betekenis, waar niemand op let! Iedere leer heeft daarom net zo goed leerlingen nodig, als dat de leerlingen een goede leer nodig hebben; en daarmee wil ik maar zeggen, dat iedere leerling voor een leer net zo belangrijk is als de reinste en beste leer op zichzelf! En op die manier ben ik van mening dat het voor jullie helemaal geen kwaad zou kunnen, als je met mij als jullie medeleerling een beetje meer geduld zoudt hebben!
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen we echter met ongeveer honderd mensen ongezien waren ontkomen aan de menigte, die voor het huis nog steeds wachtte tot Ik met de leerlingen naar buiten zou komen en daar mogelijk weer een wonder zou doen of een toespraak zou houden, waarbij ze Mij dan, volgens het plan van velen onder hen, tot Koning der Joden uit zouden roepen, kwam er een dienstmaagd uit Mijn huis naar de menigte toe en vroeg aan een man, die ze erg aantrekkelijk vond, wat al die mensen nu eigenlijk hier zochten. En de man zei: 'Wij zijn hier, om Jezus, de machtigste der machtigen en de wijste der wijzen, tot Koning uit te roepen! Want wij waren er bij, toen zee en wind Hem gehoorzaamden en de verschrikkelijkste menselijke en geestelijke duivels voor Hem moesten vluchten! Hij is stellig de beloofde gezalfde van God, die zou komen om het volk van God te verlossen van het harde juk van de tirannie van Rome! Daarom is het nu de tijd, om Hem uit te roepen tot de door alle Joden erkende en aanbeden Koning van Gods volk! Wel, daarom zijn wij hier! -Wat doet Hij eigenlijk zolang in huis, dat Hij niet even naar ons hier buiten komt?!'
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Tijdens de gesprekken van de Farizeeën en schriftgeleerden met leerlingen, brengen een man of acht een aan jicht lijdende man op een bed, om hem door Mij te laten helpen! Het huis was echter dermate omringd door mensen, dat het voor die acht mannen niet mogelijk was om de zieke in het huis bij Mij te brengen. Ze waren echter bang dat Ik al gauw zou vertrekken en, omdat het huis aan de zee lag, aan de zeezijde door een kleine uitgangsdeur naar zee zou gaan en ergens heen zou varen. Een van hen ging naar de eigenaar van het huis die hij kende, en zei: 'Vriend, mijn broers en ik hebben met z'n achten de broer van onze moeder, die door aanhoudende jichtaanvallen al acht volle jaren het bed niet meer heeft kunnen verlaten, met bed en al hierheen gebracht om hem op deze manier persoonlijk bij de beroemde wonderheiland te brengen, die zich in jouw huis bevindt en hem zeker kan genezen. Het is echter door die enorme volksoploop totaalonmogelijk hem in het huis voor Jezus te brengen. Vriend, kun jij ons alsjeblieft raad geven, wat we nu doen moeten!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Luister, mijn huis is net als de meeste vissershuizen gedekt met riet! We zetten buiten twee ladders tegen het dak, en schuiven vlug zoveel riet opzij, dat je de zieke met bed en al door het gemaakte gat kunt schuiven! Als hij dan op de zolder is beland, bind je sterke touwen aan de vier hoeken van het bed; er ligt genoeg touw op zolder. Ik doe vervolgens het valluik open in het midden van de zolder, en we laten de zieke aan de touwen met bed en al naar beneden in de kamer zakken, en dan kan hij zelf aan Jezus vragen, of Hij hem gezond wil maken. Degenen, die onder de opening in de kamer staan, zullen wel ruimte maken, als ze tenminste het ziekbed niet op hun hoofden willen laten rusten!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Toen deze op het bed voor Mij lag, smeekte hij Mij onder tranen of Ik hem wilde helpen! Ik zei tegen de zieke, omdat Ik zag, dat hij en degenen die hem op deze manier bij Mij gebracht hadden, een echt en waar geloof hadden: 'Wees getroost, Mijn zoon, je zonden zijn je vergeven!' Dat zei Ik echter alleen maar daarom eerst, om de Mij reeds welgezinde schriftgeleerden op de proef te stellen; want ze waren Mijn vrienden geworden door de opwekking van de dochter van Jaïrus, die hun overste was.
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Denkt u er zo over?! U matigt zich aan dat u alleen de zonden vergevende kracht zoudt bezitten, en u zegt daarbij dat hij alleen maar door de dood te genezen is. Ik zeg u echter: Opdat u zien en weten kunt dat de Zoon des mensen op aarde óók de macht heeft om de zonden te vergeven, zeg Ik nu in uw bijzijn tegen deze zieke: 'Sta op, neem je bed en ga volledig gezond en getroost naar huis! (Matth. 9:6)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Na deze woorden strekte de zieke. opeens geheel gezond. zijn voorheen allerellendigst verdraaide en ten dele reeds verdroogde ledematen uit en in datzelfde ogenblik kwam ook al het vlees weer terug. Hij bedankte Mij snikkend van overgrote vreugde. stond van zijn bed op en was meteen weer zo sterk en krachtig. dat hij dadelijk de touwen van het bed losmaakte. vervolgens het bed onder zijn linker arm nam, zich met het tamelijk zware en omvangrijke bed met gemak door het grote gedrang een weg baande en het zelf tot Kapérnaum naar huis droeg! (Matth.9:7)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] En de jonge man. die even tevoren zo goed had gesproken, zei door het zolderluik: 'Zou de hogepriester In Jeruzalem dat soms ook met duizend ossen, tienduizend ezels en honderdduizend schapen tot stand kunnen brengen?'
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Zijn zoon Johannes predikte te Bethabara de waarheid en riep jullie gewetenloze misdadigers in het heiligdom van God op tot boetedoening en tot terugkeer naar Mozes en diens zuivere leer; en wat deed je met hem?! Waar kwam hij terecht?! Hij verdween; -zover ik weet is hij 's nachts door boosaardige beulsknechten opgepakt!
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] En nu is hier in Nazareth, Jezus als profeet door God geroepen en doet dingen die alleen aan de almachtige goden mogelijk zijn, en jullie beloeren hem met argusogen! Wee hem, als hij het zou wagen om net als ik, zich ook maar één woord te laten ontvallen tegen jullie en die door jullie zelf en niet door Mozes gemaakte smerige leer! Jullie zouden hem meteen van de ergste misdaad, namelijk godslastering, beschuldigen en hem uit dankbaarheid dat hij jullie doden opwekte en jullie kreupelen recht maakte, stenigen of zelfs aan het kruis binden!
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Kijk, dat besef ik, die door jullie een blinde heiden genoemd wordt! Wat denken jullie dan van Jezus, die slechts door één woord, zonder welke medicijn dan ook, jullie doden opwekt en onze kreupelen Iaat huppelen als jonge herten?!
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...