Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 26 van 1037

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[3] Jaïrus stonden de tranen van vreugde in de ogen, en zijn vrouwen dochter snikten toen Ik weer met Mijn leerlingen terug naar Nazareth ging. Ze begeleidden Mij tot aan de plaats waar de andere leerlingen en een grote mensenmassa op Mij wachtten.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Na deze woorden toonde iedereen zich uitermate verbaasd. En toen Ik weer verder ging met de leerlingen, kwam die hele massa volk, zo'n drieduizend mensen, Mij na en begeleidde Mij naar Nazareth.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Petrus zei toen tegen hem: 'Ga naar buiten en kijk!' En Judas ging naar buiten en zag slechts die grote hoeveelheid mensen, die rondom Mijn huis bivakkeerden. Al vlug komt hij weer naar binnen en vraagt aan Petrus, waar de vissen dan wel mochten zijn; want hij was om het hele huis gelopen en had geen vis gezien.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Daar is Judas helemaal verbouwereerd van en hij heeft geen weerwoord; want Petrus had hem nu wezenlijk geraakt. Hij ging naar buiten en dacht er eens diep over na, kwam na enige tijd weer terug en vroeg ons allen om vergeving! Ook beloofde hij, dat hij zich van nu. af aan helemaal zou veranderen en hij wilde nu heel serieus een leerling van Mij zijn; alleen hoopte hij dat we hem niet ruw af zouden wijzen! Daarop zegt Nathánaël, die zelden of nooit iets zei: 'In jou woont de geest van Kaïn, begrijp je wel? En deze geest verbetert zich op deze aarde niet; want de wereld is de geest van Kaïn, en daarvan kun je geen verbetering verwachten!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Nathánaël zegt: 'Dat is weer die oude onzin van je, dat heb Ik al zo vaak gehoord, daar geef ik geen cent voor! Ga maar naar de Sadduceeën; die hebben wel belangstelling voor die onzin! Bij ons is echter het bloed! een luie materie, en de geest is en blijft voor eeuwig geest! Wat heb je aan het bloed van een kind van God als daarin, zoals bij jou, een onreine, geest woont?! Versta je dat?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] 'Veel en niets', zegt Nathánaël,'net zoals je zelf maar wilt! Dat je geen angst kent, is nu juist niet zo'n grote deugd. Want ook de satan moet geen angst kennen, anders zou hij God de Heer niet eeuw in eeuw uit ongehoorzaam blijven! Dat kun je trouwens hier op aarde ook al bij de dieren zien, waarvan er sommigen duidelijk meer moed hebben dan anderen. Kijk maar eens naar een leeuw, een tijger, een panter, een wolf, een hyena of een beer en vergelijk die eens met een lam, een geit, een ree, een haas en nog meer van die bange dieren! Zeg eens, bij welke van deze twee diergroepen zou je jezelf rekenen?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[30] Terwijl hij dat zegt gaat Judas naar buiten, verzamelt een paar bekenden uit de grote volksmenigte en praat met hen bijna de hele nacht over datgene, wat hij van Nathánaël gehoord heeft; maar allen geven Nathánaël gelijk en zeggen: 'Nathánaël is een echte wijze', en ze waren er van overtuigd dat Nathánaël oprecht was! -Wij in huis gingen echter slapen.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Ik zeg: 'Laten we nu eerst het morgenmaal gebruiken, dan gaan We daarna meteen naar een huis van een bekende van Mij een paar honderd meter achter Kapérnaum, zodat het hier in Nazareth wat rustiger wordt!'
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen we echter met ongeveer honderd mensen ongezien waren ontkomen aan de menigte, die voor het huis nog steeds wachtte tot Ik met de leerlingen naar buiten zou komen en daar mogelijk weer een wonder zou doen of een toespraak zou houden, waarbij ze Mij dan, volgens het plan van velen onder hen, tot Koning der Joden uit zouden roepen, kwam er een dienstmaagd uit Mijn huis naar de menigte toe en vroeg aan een man, die ze erg aantrekkelijk vond, wat al die mensen nu eigenlijk hier zochten. En de man zei: 'Wij zijn hier, om Jezus, de machtigste der machtigen en de wijste der wijzen, tot Koning uit te roepen! Want wij waren er bij, toen zee en wind Hem gehoorzaamden en de verschrikkelijkste menselijke en geestelijke duivels voor Hem moesten vluchten! Hij is stellig de beloofde gezalfde van God, die zou komen om het volk van God te verlossen van het harde juk van de tirannie van Rome! Daarom is het nu de tijd, om Hem uit te roepen tot de door alle Joden erkende en aanbeden Koning van Gods volk! Wel, daarom zijn wij hier! -Wat doet Hij eigenlijk zolang in huis, dat Hij niet even naar ons hier buiten komt?!'
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De dienstmaagd zegt: 'Dan wachten jullie hier voor niets; want Hij is al vroeg naar de omgeving van Kapérnaum gegaan, waarschijnlijk naar een zieke; en al zijn leerlingen zijn bij Hem. Zoals je nu begrijpen zult, wacht je dus voor niets op Hem.'
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Daarop vraagt de man haar of ze ook weet naar welk huis Hij ging. De dienstmaagd zegt dat ze dat jammer genoeg niet weet, net zo min als iemand anders in het hele huis; want Ik had niemand verteld naar welk huis Ik ging.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Na dit antwoord ging de man het huis in om zich te overtuigen van wat de dienstmaagd gezegd had, en omdat hij in het huis niemand vond behalve de paar mensen die Maria hielpen bij het schoonmaken van het kook en tafelgerei, ging hij weer naar buiten en vertelde daar aan iedereen, dat Ik, zonder nadere aanduiding, naar een huis in Kapérnaum gegaan was om een zieke te genezen.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Zodra de menigte deze mededeling hoort, breekt iedereen op en roept: 'Op naar Kapérnaum! Daar zullen we wel verder navraag naar Hem doen, en het huis vinden waarheen Hij is gegaan!'
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Allen, behalve een klein aantal Nazareeërs, gaan nu op weg naar Kapérnaum, en Mijn huis is verlost van het grote volkskampement.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Op dat bericht gaat de menigte snel naar Bethabara. Maar langs de weg tussen de beide plaatsen aan de Galilese zee ontdekken de leiders van de menigte een andere grote groep mensen bij een huis; ze gaan erheen en vragen wat er aan de hand is. En men zegt hen, dat Ik in het huis ben.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...