Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5122 resultaten - Pagina 26 van 342

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[5] Met vuur, zwaard en veel bloedvergieten heeft het kwade bijgeloof zich nog altijd de weg en de toegang tot de wereld verschaft, maar als het zuivere woord van God zich nu ook op die manier toegang zou verschaffen, zou dan ooit een mens, die met een beetje geest begenadigd is, het als een woord van vrede van God uit de hemel kunnen herkennen? Zou hij niet moeten zeggen: 'God, is het voor U dan niet voldoende dat de mensheid vreselijk door de satan geplaagd wordt en moet U, Almachtige, nu óók nog op satanische manier de arme en zwakke mensen benaderen?'
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De BEIDEN zeggen: "Beste vriend en broeder, als je enige wijsheid hebt oordeel dan zelf of er zonder een tégen ooit een vóór kan zijn! Waar is ooit een mens zonder strijd een held geworden? Zou het ooit bij de mensen tot vechten gekomen zijn als er bij hen alleen maar vrome lammetjes zouden zijn geweest? Of zou jij ooit je kracht uit kunnen proberen als er geen voorwerpen waren, die jouw kracht kunnen weerstaan? Zou er ooit een bóven kunnen zijn als er geen benéden was? Of zou je iemand iets goeds kunnen doen, als er nooit iemand je hulp nodig had? Wat is dan een goede daad, als niemand daar behoefte aan heeft? Of zou je een alwetende ooit iets kunnen leren, dat hij eerder niet reeds wist?
Hoofdstuk 59: De menselijke leerschool. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Wij zeggen je: Niets kan je een waarheidsgetrouwer getuigenis geven over de goddelijke bestemming van de mens, dan de ergste zonde tegenover de grootste deugden der mensen, want daaruit wordt pas zichtbaar welke oneindige vermogens de mensen van deze aarde gegeven zijn! De weg van de mens gaat van de allerhoogste hemel van God, die zelfs voor de engelen ontoegankelijk is, tot in de diepste hel, en als dat niet zo was, zou hij nooit een kind van God kunnen worden!
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De beide ENGELEN zeggen: "Nu gaat jouw veronderstelling al ver over de horizon van onze wijsheid! Maar jij, als een kind van de Heer staat blijkbaar dichter bij je Vader dan wij die zijn pure schepsels zijn: en daarom kun Je ook eerder een zuivere goddelijke behoefte in het hart waarnemen dan wij; maar zoveel weten wij ook, dat niets bij God onmogelijk is. Verder kunnen wij je daarover ook geen woord meer zeggen.
Hoofdstuk 61: De waarde van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dus alles komt op deze aarde bij de mensen alleen maar op de vrije wil aan, en op een onderricht met de minst mogelijke dwang. Deze leer is door de Heer ook zo geformuleerd dat het verstand van ieder goedwillend mens het al na het éénmaal gehoord te hebben kan begrijpen. Niemand kan zich daarom verontschuldigen door te zeggen dat hij de leer niet begrepen zou hebben. Want het 'Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf!' is zo begrijpelijk als het maar zijn kan! En als iemand daadwerkelijk deze korte, goed begrijpelijke, maar toch alles omvattende leer toepast, dan zal hij vanuit zijn hart zonder meer door de Heer Zelf in alle wijsheid geleid worden, en zo zelf leraar van de naaste worden. En zo kan de een de ander zover meenemen tot de Heer hem Zelf beetpakt en opvoedt tot een waar kind van God.
Hoofdstuk 61: De waarde van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Je hoeft het niet hardop te zeggen, want Ik hoor ook datgene wat je in je hart heel stil zegt en vraagt.'
Hoofdstuk 61: De waarde van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar wanneer dat allemaal zo zal worden is in aardse jaren gemeten nooit te omschrijven! En zou ik je het getal meedelen, dan zou je dat onmogelijk kunnen begrijpen. En zou ik het getal omschrijven door te zeggen dat er duizendmaal duizend periodes van duizend jaar zullen voorbijgaan, waarbij het aantal periodes gelijk is aan het getal van de korrels zand in de zee en op de gehele aarde, vermeerderd met het getal van het aantal grassprietjes in alle landen en op alle bergen der aarde, vermeerderd met het getal van alle druppels in de zee, in alle meren en stromen, rivieren, beken en bronnen, dan zou je dat allemaal toch niet kunnen tellen om zodoende het moment van de uiteindelijke verlossing te bepalen!
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Nu hebben de in de bergen verblijvende natuurgeesten uit de lucht wat meer vastheid opgenomen. Zij hebben niet zo'n bijzondere behoefte om in het vlees verwekt en dan vleselijk uit een vrouw geboren te worden; zij blijven liever, als zij een redelijk goede intelligentie hebben, zo lang mogelijk in de vrije ongebonden toestand. Ze hebben zelfs gevoel voor rechtvaardigheid en vrezen Gods geest, waarvan zij vaak een tamelijk duidelijk begrip hebben, dat wil zeggen altijd maar een paar uit hun midden, die aloud geworden zijn. De jongere in dit gezelschap opgenomen geesten zijn gewoonlijk nog erg duister en vaak ook kwaadaardig en zouden veel kwaad aan kunnen richten als ze niet door de ouderen in toom gehouden werden. Hun voornaamste bezigheid is het vormen van allerlei metalen in de bergen, deze te ordenen en in de spleten en gangen van de bergen te laten groeien.
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] VERSCHEIDENEN zeggen: "Maar als zij zich zouden verbeteren, kunnen zij dan ook niet zalig worden?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] En de BURGERS zeggen: "Wij weten dat u een wonderdokter, bent omdat de Farizeeën ons dat vandaag gezegd hebben. Ze vertelden dat uw wil alleen al voldoende was om de familie van de oude Josa geheel te genezen, en dat u meer bent dan alleen maar de ons allen welbekende timmerman Jezus! Daarom vragen wij aan u onze welbekende landsman, of u deze razende mens weer gezond wilt maken!"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De BURGERS zeggen: " Ja, beste meester, die heeft hij gekregen van een dolle hond, die hem heeft gebeten, en het is een heel gevaarlijk kwaad, dat tot op heden nog nooit door een arts genezen kon worden! Als hij sterft, moet het hele huis tezamen met hem worden verbrand, want wie hem maar aan zou raken, zou kort daarop ook door die verschrikkelijke razernij overvallen worden! Daarom hebben wij hem in zijn huis goed opgesloten, zodat hij niet naar buiten kan, waar hij anders grote schade aan zou richten. Beste meester, bevrijd ons toch van deze plaag!"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De BURGERS zeggen: "O meester, wie zal hem eruit halen? Wie hem aanraakt is al zo goed als zeker van een verschrikkelijke dood!"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De BURGERS zeggen: "U kon toch de familie van Josa helpen, die aan een bijna soortgelijke kwaal leed en de zieken werden niet bij u gebracht. Dan zou u toch ook deze razende kunnen helpen zonder dat het nodig is hem naar u toe te brengen!?"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[24] De FARIZEEËN, die eerder nog niets over deze razende hadden gehoord, beginnen zich zeer te verbazen en zeggen: "Waarlijk, dat is een genezing, die alleen aan God mogelijk kan zijn! Dat is in heel Israël nog nooit gehoord! Waarlijk, deze mens doet dingen, die de allergrootste profeten nooit hebben gedaan! Er is geen ziekte die hij niet zou kunnen genezen, en geen dode in het graf, die hij niet weer in het leven terug zou kunnen roepen! Dat is toch een mens, zoals de aarde er nog nooit een heeft gedragen! Ga nu naar huis en kom morgen weer terug, dan willen wij het met jullie nog verder over hem hebben!"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Alle AANWEZIGEN aan Mijn tafel zeggen: "Heer, dat is zeker en waar! U moest maken dat de hele wereld er ook zo over dacht en zo deed, dan zou het er in de wereld anders uitzien dan nu! Wij, die hier om U heen verzameld zijn, hebben het nu natuurlijk gemakkelijk, omdat wij U als de grondslag van al het zijn en alle verschijnselen bij de hand hebben. Maar vele honderdduizend maal duizenden, die het onschatbaar grote geluk niet hebben om in Uw allerheiligste gezelschap te zijn en uit Uw mond de woorden des levens te horen, gaat het niet zoals ons! Die verlangen zeker ook net als wij naar Degene, waarvan de gehele schepping maar al te zeer getuigt, maar hun verlangende blikken naar de sterren ontdekken U nooit, en hun grote verlangen wordt nooit bevredigd. Is het dan een wonder, dat bij zulke mensen de miraculeuze tovenaars en de tekenen en hun uitleggers maar al te gemakkelijk gehoor vinden, omdat ze de naar goddelijke zaken verlangende mensen iets aanbieden, dat, ook al is het niet echt, toch in ieder geval een op God gelijkend tintje heeft!?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...