Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2373 resultaten - Pagina 26 van 159

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[3] IK zei: "Vriend! Adam en zijn eerste nakomelingen hadden tenten noch hutten, of zelfs gerieflijk ingerichte huizen. De aardse bodem en een schaduwrijke boom was alles voor hen en zij rustten heel veel nachten onder de vrije hemel en waren gezond en sterk. Zelfs geen deken voor hun lichaam konden zij maken. Een.krans van vijgenbladen ter bedekking van hun schaamte, was hun hele lichaamsbekleding en allen bereikten een leeftijd van enige honderden jaren! Thans hebben de mensen echter alle levensgemakken uitgevonden en in de plaats van één verloren aards paradijs er zelf vele honderdduizenden geschapen en kijk nu is een leeftijd van honderd jaar een wonder geworden!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Van dit oude ouderpaar kan een vlijtig mens ook het meest al het goede, grote en ware leren en zich daaruit die ladder bouwen, waarop aartsvader Jacob de engelen van de hemel op en af zag gaan. Wie vlijtig en met grote ernst in de natuur zoekt, zal veel zegen voor het welzijn van zichzelf en zijn broeders aan het daglicht brengen.
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het kan trouwens ook best waar zijn; wat ik niet kan beoordelen, omdat mijn kennis van de sterren echt mijn zwakste punt is! Wie zou zich echter ook maar kunnen verbeelden dat de sterren, die kleine lichtpuntjes aan de hemel, werelden zouden zijn en dan ook nog grotere dan onze aarde, waarvan nog geen mens ooit het eind heeft gezien?!
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] SCHABBI zegt: "Ja, nu bestaat hij zeker, maar tóen leek het heus erg op een sprookje van een sterrenkoning! Want men hoeft onze sterrenkoningen maar te kennen, om al gauw te begrijpen dat zij ieder nieuw verschijnsel aan de hemel in hun voordeel weten uit te buiten. In de eerste plaats zijn zij zeer vertrouwd met alle geschriften uit binnen en buitenland. Zij kennen de Joodse profeten net zo goed als de Indische. De Sen Scrit en de Sen Ta Veista van de Parsen, Gevers en Birmanen kennen zij net zo goed als ónze Boeken; ook kennen zij de scholen der heidenen en hun leerboeken. In de tweede plaats bestaat er geen sterretje aan de hemel, dat zij niet zouden kennen en allang een naam zouden hebben gegeven.
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] STAHAR zegt weer: "Vriend, als je dat al zo stoort, dan verwonder ik mij er erg over, dat je geloof in Jehova uiteindelijk al niet allang is gestoord, terwijl je de langzame groei van planten, dieren en mensen toch reeds vaak genoeg bestudeerd zult hebben! Waarom moet de almachtige geest van Jehova zulke hinderlijke voorzorgsmaatregelen treffen?! Waartoe heeft hij eigenlijk bomen, struiken en planten nodig om daarop verschillende soorten vruchten langzaam rijp te laten worden?! Hij hoeft maar te willen en dan vallen ze rijp uit de hemel op de aarde! Waarom een akker op aarde?! Laat de geest van God liever de zuiverste en rijpste tarwe uit de hemel laten regenen en nog liever meteen maar goed en lekker brood! Waarvoor de verwekking bij dieren en mensen?! Waarom moet een mens eerst helemaal hulpeloos en zo zwak als een mug geboren worden?! Laat hem toch meteen sterk, wijs en van alles voorzien op aarde vallen!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] " Je hebt nu het wezen van onze aarde, de maan, de zon en de andere haar omcirkelende planeten, zo compleet als in zo'n kort tijdsbestek maar mogelijk is, Ieren kennen en je kunt over hef 'Zo en niet en onmogelijk anders' niet licht meer enige twijfel hebben. En nu kan ik je zeggen dat al de grotere en ook de kleinste lichtpunten aan de hemel niets anders zijn dan pure, ontzettend grote zonnewerelden, waarvan er sommigen nog haast ongeloofwaardig veel groter zijn dan onze zon, waarvan de grootte je bijna deed duizelen.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Mettertijd zullen er evengoed wolken voor onze geestelijke zon komen, als er vaak duistere wolken op klaarlichte dag voor onze natuurlijke zon komen en deze zodanig verduisteren, dat men geen idee heeft op welke plek aan de hemel de moeder van de dag staat, en het bovendien zo donker wordt dat men op de middag een licht moet ontsteken om iets te kunnen zien. Maar de wolken brengen daarna een vruchtbare regen en op de volgende, zonnige dag lachen en blaken de geurende akkers van hemelse zegen.
Hoofdstuk 230: De Heer zorgt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ik ben van mening dat het in alle opzichten een ontzettende opwinding als onvermijdelijk gevolg zal hebben! Dan zal er óf vuur van de hemel moeten regenen óf we zullen uit de stad van het verderf moeten vluchten om niet schandelijk gehoond te worden! Maar zowel het een.als het ander zal heel weinig helpen! Want waar de satan eenmaal zijn nest heeft gebouwd, worden geen duiven meer uitgebroed; zoals In de slangenkuilen geen kuikens uitgebroed worden. Dan kun je doen wat je. wilt, maar de satan zal een satan blijven zolang het laatste zandkorreltje van deze aarde zal bestaan. -Wat denken jullie daarvan?"
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Met 'hemel en aarde' wordt de nieuwe, aardse mens meteen vanaf zijn geboorte aangeduid. De 'hemel' is het symbool voor zijn innerlijke, verborgen, geestelijke gaven en de lege woeste 'aarde' duidt op de nieuw ontstane natuurmens, die zich nauwelijks bewust is van zijn bestaan; het eerste stadium van de mens.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wij hebben wel een grote voorsprong in de geloofssfeer, omdat de Heer Zelf hier bij ons is en ons door woord en daad leert, -zodoende staat de hele hemel hier ook wijd voor ons open en Gods engelen leren ons de hemelse wijsheid en de eeuwige, goddelijke levensorde. Maar de vorming van het..hart is toch alleen aan ons overgelaten! Met hulp van de Heer zullen wij echter ook daarmee klaarkomen!
Hoofdstuk 242: Echt geestelijk leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Want waarlijk, Ik zeg jullie: Niemand zal bij Mij komen als de Vader hem niet bij Mij zal brengen! Om bij Mij te komen, moeten jullie allen door de Vader, dus door de eeuwige liefde in God, onderwezen zijn! Jullie allen moeten dus volmaakt zijn zoals de Vader in de hemel volmaakt is! Kennis of ervaring, hoe groot ook, zal jullie daar niet brengen, maar slechts de levende liefde tot God en in gelijke mate tot de naaste! Daarin ligt het grote geheim van de wedergeboorte van jullie geest uit God en in God.
Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Dan ga IK bij Murel staan en zeg: "Mijn zoon, dat was goed van je! Je bent werkelijk al heel ver tot de kern van de waarheid doorgedrongen en je hebt degenen die een wat vertekend beeld hadden, de volle waarheid gezegd. Je zult daarom een geducht werktuig voor mij worden tegen Joden en heidenen; in de hemel zal je loon daarvoor niet gering zijn!
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als u alle engelen en God Zelf uit de hemel naar de aarde laat komen en een vernietigend oordeel uit laat spreken, dan zal dat net zo rechtvaardig zijn als de onthoofding van Johannes. Als er een rechtvaardige God is, moet Hij toch duidelijk wijzer zijn dan alle mensen! Is Hij echter wijzer en ook nog almachtig, dan begrijp ik waarachtig niet waarom Hij op de wereld zulke monsterlijke mensen laat ontstaan en ze ook nog machtig laat worden.
Hoofdstuk 10: Zinka's verdediging en zijn verslag van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] O mensen, mensen, mensen! Hoe vreselijk moet het in jullie harten en hoe duister moet het in jullie zielen zijn, omdat jullie niet datgene hebben gehoord, wat ik nu heb gehoord en omdat jullie ook niet kunnen voelen, wat ik nu voel en mijn verdere leven zal voelen! 0, grote, heilige Vader in de hemel, U die een levensecht smeken ook van een zondaar nooit onverhoord hebt gelaten, -als ik eenmaal scheid van deze wereld van verdriet en dood, laat mij dan enige ogenblikken daarvoor nog eenmaal zo'n toon horen, dan zal ik gelukzalig deze aarde verlaten en mijn ziel zal daarop eeuwig Uw allerheiligste naam loven!"
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] De Heer verblijft hier al een aantal dagen; morgen zal het echter de laatste dag zijn! Wat daarna zal gebeuren, weet niemand dan alleen de Heer, Vervul jij je hart daarom met alle liefde en deemoed en verberg in je hart wat je hier aan bijzondere en buitengewone dingen hebt gehoord en gezien, want het doorvertellen daarvan aan de wereldse mensen zou betekenen dat je de edelste en grootste paarlen voor de zwijnen zou werpen, hetgeen de wereldse mensen niet zou helpen. Dat alles moet je goed beseffen en toepassen, dan zul je een nuttig werktuig worden in de hand des Heren in de hemel en op aarde. -Heb je dat alles goed onthouden?"
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...