Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 27 van 43

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[32] Niettemin bevestigen de huidige resultaten van het gedane onderzoek alreeds wel vele geografische gegevens van dit evangelie, en o.i. is dit bijbel-historisch nieuws van grote importantie! Immers tijdens de jaren 1843-1844, toen dit evangelie werd teruggegeven aan (resp. via) Jakob Lorber, was van de tell van Ostracine niets bekend, ook al niet doordat de mozaïek kaart van Madaba eerst in 1884 herontdekt werd door patriarch Gerasimos van Jeruzalem, resp. namens deze patriarch door een Griekse monnik. Niettemin blijken thans vele 'onmogelijke' details ervan op geografisch gebied tóch te kloppen met de historische werke­lijkheid! Voor ons betekenen deze bevestigingen impliciet een bevesti­ging van talrijke 'onmogelijkheden' op religieus gebied, waartegen nog menige christenen, veelal om 'gevoelsredenen' opponeren. Zo heeft een bekende Belgische uitgever (Hovine) na een aanvankelijke over­eenkomst achteraf toch geweigerd dit evangelie uit te geven omdat hij niet kon geloven dat Jozef eerder getrouwd was geweest en als weduw­naar reeds vijf zonen had! Wellicht geloofde hij een aantal traditionalis­tische vaste klanten te verliezen! De 'maagdelijkheid' van Jozef moet dan ook uitsluitend geestelijk worden verstaan, zoals héél de christe­lijke leer een puur geestelijke leer is, en zoals de Kerk van Christus eigenlijk een puur geestelijke Kerk zou moeten zijn!
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Doordat elke christen-gelovige die lezen en schrijven kon dit werk indertijd wilde bezitten, werd het praktisch ongelimiteerd (altijd met de hand!) gekopieerd, en in alle toen bekende talen vertaald, vaak ook door minder competente krachten. Een evulgetur en uiteraard een imprimatur waren er nog niet, en het bestand van verklarende woor­denboeken in vreemde talen was nog uiterst beperkt. Deze popularise­ring was er waarschijnlijk mede de oorzaak van dat het Jacobusevange­lie reeds in het begin van de vierde eeuw maximaal gedifferentieerd, respectievelijk verminkt en ontsteld was. In het oecumenisch concilie van Nicea, gehouden in het jaar 325 na Christus, moest het derhalve 'apocrief worden verklaard. D.w.z. dat de authentieke, origineel geïnspireerde tekst niet meer met voldoende zekerheid kon worden achterhaald.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Je kunt nu dus volkomen gerust zijn en ook kun je je mij bekende kunstvaardigheden zon­der enige vrees of schroom weer gaan uitoefenen.
Hoofdstuk 265: Op zijn vraag krijgt Jozef van Cornelius een geruststellend ant­woord over koning Archelaüs. Cornelius krijgt van Jozef familie­ informatie, namelijk over zijn broer Cyrenius. Cornelius' blijd­schap en erkentelijkheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Alleen de reeds bekende arts trok, vanwege zijn wonder­kuren de algemene belangstelling.
Hoofdstuk 279: Het Kindje onderbreekt Zijn wonderwerken gedurende twee jaren. Aankomst van Jonatha uit Egypte. Het Kindje adviseert Jonatha. Jonatha als visser aan het meer van Galilea getrouwd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] In het 2e boek Samuël lezen we dat God de volkstelling van David zelfs met de pest bestrafte (2 Samuël24: 10 en 15). Weliswaar behoeft een volkstel­ling 'op zich' niet kwaadaardig te zijn, en kan die evengoed terecht worden gehouden. maar niet als een volkstelling door hoogmoed of agressief milita­risme was ingegeven, zoals David feitelijk bekende.
Hoofdstuk 301: Noten door de vertaler. Verantwoording van de vertaler - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Daartoe heeft Gods Innerlijke Stem de volledige briefwisseling van Jezus met Abgarus aan Jakob Lorber, de schrijfknecht Gods zo noemde hij zichzelf teruggegeven. Alhoewel wij kunnen vaststellen dat deze opnieuw gedicteerde brieven van Jakob Lorber exact overeenstemmen met de bekende twee brieven bij Eusebius, die evenwel in het Grieks zijn gesteld, is het duidelijk dat de aan Jakob Lorber gedicteerde correspondentie beslist in oorspronkelijk Duits zijn gegeven; het kunnen dus geen vertalingen zijn uit het Syrisch of uit het Grieks, noch uit het Latijn.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[8] De stad Edessa is het oudste uitstralingsgebied van het Aramese christendom. Op moderne atlassen vindt men deze naam niet terug; tegenwoordig heet deze plaats namelijk Urfa; de locatie is in het zuidelijke berggebied van het huidige Turkije; aan een kleine rivier zonder bekende naam, maar die tezamen met enkele andere riviertjes, o.a. de Belich, een zijrivier vormt van de Eufraat.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[7] Ik wil ze liever niet nader omschrijven; slechts zoveel zeg Ik jullie, dat in Hanoch zelfs in de laatste meest verdorven tijden de algemeen bekende hoeren zich veel ingetogener en eerzamer kleedden en de vrouwelijke vormen van hun lichaam verreweg meen verborgen hielden dan heden ten dage een vrouw van de zedigste soort!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En nadat aan deze drie ook te kennen was gegeven zich terug te trekken, wendde Abedam de Hoge zich tot Abedam de bekende en vroeg hem:
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En de bekende Abedam gaf ten antwoord: 'Ja Heer en Vader Abedam, als dat mogelijk is, dan mag U mij tot leider van de tijgers, hyena's, leeuwen, beren, wolven, lynxen en vossen verkiezen en ik zal U volgen tot aan het einde der wereld! Als U mij naar de diepte van de zee wilt sturen, zal ik gaan en daar Uw heilige wil vervullen, - als het maar niet met aanzien verbonden is!
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] De meest ontmoedigende ervaring echter was die welke ik opdeed bij een andere nationaal bekende priester theoloog, tevens leider van een klooster . Nadat ik hem na enig vasthoudend aandringen uiteindelijk bereid had gevon­den om dan tenminste enige delen van de N.O. door te nemen, kreeg ik enige maanden later te horen, dat hij er erg van onder de indruk was, maar dat het toch voor hem 'niet hoefde allemaal'. Hij vond de N.O. prachtig, groots, ja magnifiek en geweldig, maar tevens een 'mer a boire'. Hij had in zijn klooster wel wat anders te doen! Zo effectief en definitief had de doofpot gewerkt. Alsof een goddelijke openbaring een vrijblijvende 'take it or leave it'-aange­legenheid is. En alsof het niet een eerste taak van de theologen van de Kerk zou zijn om Gods Woord en alles wat dat pretendeert te zijn, te ijken, te verifiëren en zo mogelijk door te geven aan allen voor wie het bestemd blijkt. Heel deze afhoud mentaliteit binnen het toch zo vreselijk busy Nederlandse theologendom lijkt voor mij op struisvogelpolitiek, of­ en dat is wellicht een betere kwalificatie -op 'revelatie-allergie'. Immers, een minimum aan organi­satie-inspanning plus een minimum aan goede wil zouden die 25 delen van de N.O. in no time -gelet op de 150 jaren, die al verloren zijn -allang geveri­fieerd kunnen hebben. Trouwens, in Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland, en in Duitstalig België zi jn reeds uitgebreide onderzoekingen verricht -ook door R. K. wetenschappers en theologen, maar officieus! Een hele bibliotheek van studies over de N. 0. staat reeds ter beschikking, die in de laatste 25 jaren is bijeengeschreven. Zolang Rome echter niet officieel achter een onderzoek staat, is er van acceptatie en dus van integratie in de leer van de Kerk geen sprake. Intussen blijft elke individuele gelovige voor de aanvaarding van, resp. voor de bevordering en de verspreiding van de Nieuwe Openbaring aangewe­zen op zijn/haar persoonlijke geweten. En het is dan niet slechts zijn recht, maar zeker ook zijn plicht, om­ als hij van de juistheid van de N .0. overtuigd is­ zijn persoonlijke leven daarnaar in te richten; alsook bi j de verantwoorde­lijke autoriteiten, resp. bij zijn directe kerkelijke overheden op onderzoek van de N.O"aan te dringen!
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] Drie jaren lang, dag aan dag heeft de Heer gepredikt, zieken genezen, bedroefden getroost en wonderen gedaan. Hoe zou dat allemaal kunnen zijn vastgelegd op het geringe aantal bladzijden van de vier evangeliën? Veel echter van wat niet in de evangeliën werd vastgelegd is niettemin door de traditie doorgegeven. Deze traditie ofwel overlevering werd later alsnog gedeeltelijk vastgelegd, niet altijd volledig overeenkomstig de waarheid, waarbij volksfantasie veelal een rol speelde, soms ook was sprake van opzettelijke vervalsing. In de eerste eeuwen van het christendom is op deze wijze zeer veel literatuur ontstaan, die weliswaar een schat aan informatie bevatte, maar die niet onbeperkt zonder bedenkingen kan worden erkend als 100% betrouwbaar. Deze derhalve nauwkeurig te schiften literatuur, die al spoedig ontstond na het ontstaan van de bekende thans geautoriseerde H. Schrift, heeft de kwalificatie 'apocrief' gekregen. Deze aanduiding is afgeleid van het Griekse apogryphos, hetwelk betekent 'geheim, verborgen'.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[6] Maar omdat niet slechts één, maar alle volgens Mijn orde levende mensen naar hetzelfde volmaakte leven overgaan, is het zinloos te vragen of er ooit een weerzien zal zijn. Want als de mensen reeds in dit onvolmaakte marionettenleven het ver­mogen hebben elkaar te herkennen en in natuurlijk opzicht weer te zien -wat zij toch niet kunnen betwisten of betwij­felen -dan zullen ze dit vermogen des te meer hebben in het geheel volmaakte, zuiver geestelijke leven, waarin hun hele wezen de onvergankelijke uitdrukking en het fundamentele beginsel is van al het leven en van alle omstandigheden en gebeurtenissen daarvan! Op deze wereld herkent de ziel door de in haar wonende geest immers via het lichaam de haar bekende en verwante mensen; ze kan bevriend en volkomen verwant raken met anderen, die zij vervolgens als zodanig altijd herkent aan hun gestalte en karakter. Als nu de ziel en de geest dat kunnen door de kerkermuren van het op zichzelf dode lichaam heen, hoeveel te meer zullen zij dat dan kunnen in hun volledig vrije toestand! Dat is immers al heel dikwijls waargenomen bij veel mediamieke personen die met gesloten ogen niet alleen hun omgeving vaak tot in alle bijzonderheden zagen, maar desgevraagd ook mensen die zich ergens in verre landen bevonden en al hun toestanden en omstandigheden snel en precies herkenden! En toch is een ziel van zo'n medi­um, hoe helder ook, nog lang niet in die vrije toestand, waar­in zelfs een minder volmaakte ziel zich na het afvallen van haar lichaam bevindt!
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[1] En de bekende Abedam werd zo geheel en al ontroerd door de grote genade van de Heer, dat hij helemaal van streek was, en niet in staat Hem te danken; hij was om zo te zeggen in de eigenlijke betekenis van het woord geheel buiten zichzelf en kon niet spreken, of iets verklaren, noch staan of gaan.
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En na die woorden richtte Abedam, de bekende, zich op uit zijn verdoving en vroeg aan de hoge Abedam of hij nu iets zeggen mocht.
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...