Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3231 resultaten - Pagina 27 van 216

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[1] MATHAËL zegt: "Een redelijk goede wil is al gelijk aan het halve werk. De mens mag het echter niet te lang alleen maar bij de goede wil laten maar moet die zo gauw mogelijk aan het werk zetten, omdat de wil anders in de loop van tijd afkoelt, zijn spankracht verliest en uiteindelijk te zwak en machteloos wordt om een goed werk te volbrengen.
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Maar ga nu en Iaat de twaalf mensen brood, wijn en zout brengen, want ook zij hebben al twee dagen lang nauwelijks meer gegeten dan een mug! Tot nu toe heeft alleen Mijn wil hen op de been gehouden, maar nu de gelegenheid daar is, moeten ze ook op natuurlijke wijze met spijs en drank gesterkt worden en zo gebeure het!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De TWAALF zeggen: "Broeder, dat is andere taal dan in onze tempel, waar men haast niets te eten krijgt maar des te meer moet vast.en en bidden. Maar de hoge heren vasten en bidden weinig en verteren Iedere dag een hoeveelheid aalmoezen en offers ter meerdere ere van Jehova, terwijl de jonge tempeldienaars Pro populo (voor het volk) vasten moeten tot de botten in hun ledematen haast beginnen te knorren! O, waarom zijn wij al niet veel eerder Romeinen geworden?! Daar. vindt je alles: Wijsheid, goedheid, rechtvaardigheid, strengheid waar nodig, en aan brood en wijn schijnt geen gebrek te zijn! Met huid en haar en lijf en ziel willen wij Romeinen zijn! Lang leve Rome en al zijn gezagsdragers!"
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar als hij alleen maar bijzondere, menselijke kracht mocht hebben, kan hij maar beter niet te vaak naar Jeruzalem gaan om de tempel te reinigen! Want dan zou hij daar wel eens het onderspit kunnen delven. Hij kan dan nog zo'n groot profeet of tovenaar zijn, lang kan hij zich toch niet tegen al die helse intriges en voortdurende vervolgingsplannen blijven beschermen en hij zal hen tenslotte ellendig ten prooi vallen.
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Nu, in dat geval is alles helemaal in orde en zal er met deze mensen zeker veel goeds bereikt kunnen worden. Maar natuurlijk zullen zij nog menige kleine proef moeten ondergaan. Dat jullie hen in het vreemdelingenlegioen opnemen is goed, maar jullie moeten hun voldoende gelegenheid geven om op de onderkende heilsweg verder te kunnen gaan. De vijf, met Mathaël aan het hoofd, moeten jullie over het legioen verdelen. Zij zullen jullie allen in Mijn naam goede diensten bewijzen en in korte tijd hun innerlijke wijsheid op de juiste wijze toepassen. Maar voorlopig mogen zij zich niet in Galiléa ophouden, want het zal niet zo erg lang duren voor de tempel er lucht van krijgt dat zo'n zeven en veertig leden hem de rug hebben toegekeerd en door Herodes zal de tempel jacht op hen laten maken. Als ze echter niet in Galiléa en ook nergens anders gevonden worden, zullen de speurders onverrichter zake weer terugkeren. Men zal dan de zeven en veertig als verongelukt en verloren beschouwen en zich verder niet meer om hen bekommeren. Zo blijven jullie Romeinen buiten schot en door jullie de zeven en veertig ook en iedereen is zonder een leugen om bestwil geholpen!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Een ANDER van de twaalf zegt: "Dat denk ik niet. Jullie acht weten nog lang niet wat ik weet, want jullie komen uit het zuiden en weten weinig van wat zich allemaal in korte tijd bij de Galileeërs heeft voorgedaan. Jullie weten, dat ik en nog drie anderen uit de bergachtige omgeving van Genezareth samen met jullie zijn opgepakt wegens deelname aan jullie pogingen tot opruiing en hiernaartoe zijn gebracht. Nauwelijks drie dagen voor jullie aankomst hebben in Genezareth ongehoorde gebeurtenissen plaatsgevonden. Daar kwam de door de Romeinse hoofdman eerder genoemde wonderheiland uit Nazareth en genas slechts door zijn goddelijk, almachtige woord alle zieken, die, met wat voor kwalen dan ook behept, daarheen waren gebracht!
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Toen wij ook bij ons in de bergen hoorden dat de beroemde heiland uit Nazareth zich in Genezareth ophield en alle zieken genas, bracht ook ik met mijn knechten en muildieren mijn broer met onvoorstelbare moeite naar Genezareth. Toen wij daar na al die inspanning aankwamen, zei men echter dat de heiland een bergtocht had ondernomen en dat men niet wist wanneer en of hij nog terug zou komen. Daar stond ik nu als een pilaar naast mijn jammerende broer, begon van droefheid zelf te huilen en bad God uit de grond van mijn hart of Hij een einde zou willen maken aan het bittere lijden van mijn arme broer, omdat ik niet het geluk had gehad de wonderheiland nog aan te treffen. Ik, als eerstgeborene, legde de gelofte af hem al mijn erfrechten af te staan en hem zonder eerstgeboorterecht mijn leven lang te dienen, als hij genezen kon worden.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Hoe lang is het nu geleden dat men de beroemde profeet Johannes, die een tijdlang aan de Jordaan doopte en zijn boetepreken hield, zo vlug aan zijn eind hielp, terwijl hij zelfs onder bescherming van Herodes stond! De tempel stookte ongemerkt de slechte moeder van de schone Herodias op en Herodes werd daarop zelf moordenaar van zijn beroemde beschermeling. De tempel heeft de beschikking over ontelbare middelen om een gevaarlijk geacht mens te vervolgen en maar zelden hebben die geen succes.
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie dus geniet van een leugen, kent nog lang niet de waarde van h.et leven, want leven en waarheid zijn éen! Pas de waarheid maakt de ziel vrij en opent voor haar wezen, bestaan en werken de oneindigheid van God.
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Zie, het is het beeld van de zon dat in de doorzichtige druppel zo wonderbaarlijk helder glanst! Maar het beeld van de zon glanst met alleen, het werkt ook! In het midden van de druppel concentreert zich het licht van het beeld van de zon, de druppel krijgt in zijn centrum een grote levenswarmte, lost zichzelf tenslotte in deze levenswarmte helemaal op in het levenselement en geeft het met de dood worstelende plantje op die manier leven. Daarom is het beeld in de druppel echter nog lang niet de zon zelf, maar slechts een afbeelding daarvan voorzien van een deeltje met dezelfde kracht en uitwerking als die van de werkelijke, grote zon!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Kijk, de wetenschap van de mensen is in onze tijd al heel ver gevorderd, en aan de menselijke wijsheid heeft nog nooit iemand paal en perk kunnen stellen. Daarom is het best mogelijk dat een mens in Nazareth, door buitengewone, geestelijke gaven gesteund, een steen der wijzen heeft gevonden waarvan de wereld tot op heden geen weet had! Hij kan daarom welongelooflijke dingen doen die ons verstand te boven gaan, zoals bergen verplaatsen en in hartje zomer de zee laten bevriezen, ja, doden opwekken en duizenden, slechts door het te willen, laten vergaan; maar dat zijn allemaal dingen die reeds lang vóór zijn tijd door mensen zijn gedaan!
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Zo doet de bewuste heiland uit Nazareth nu ook ongelofelijke dingen ten aanzien van het genezen van allerlei zieken, ja, hij moet zelfs doden kunnen opwekken! Maar ik zeg zowel van het ene als het andere, dat dat allemaal nog lang geen geldig bewijs voor zijn bijzondere, goddelijke aard is en geen onweerlegbaar getuigenis oplevert.
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[32] SUETAL zegt: "Daar heb je wel gelijk in, maar je weet reeds lang dat ik mij altijd opwind als een mens, vooral van enige ontwikkeling, bij mij aankomt met het oude sprookje over een Beëlzebub, alsof de wereldse mensen al niet genoeg Beëlzebubs waren! En bij zo'n zuiver goddelijke aangelegenheid doe ik dat zeker! Dan zou ik echt van ergernis uit mijn vel kunnen springen!"
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zeg: " Ah, waarom dan?! Hij is vrij en kan gaan wanneer hij wil, en hij zal ook wel gaan als hij hier niets meer te doen heeft! Jij bent nu wel helemaal tevredengesteld, maar al je metgezellen nog niet, zelfs Ribar niet die het nu toch helemaal met je eens is. Hij is nog steeds met het eerste wonder bezig en komt er nog lang niet helemaal uit. En daarom, omdat er nog tijd is, zullen wij zo nodig nog een teken van hem vragen!"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] IK zeg: "Wees daar maar niet bang voor, want daar sta Ik wel voor in en Ik zal het te zijner tijd wel weten te verantwoorden als Ik daarvoor onderhanden genomen mocht worden. Maar Ribar en de anderen moeten we toch vragen wat voor soort teken zij wensen, omdat anders één van hen al gauw zou kunnen zeggen dat men het teken al lang van tevoren heeft voorbereid en precies heeft afgesproken. Als zij echter zelf zeggen wat het teken moet zijn, kan er van een eerdere afspraak geen sprake zijn. -Ben je het daarmee eens of niet?"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...