Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 27 van 147

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[12] Toen zij beneden aankwamen zei IK tegen hen: "Simon en Gabi! Kom hier en ga aan deze tafel zitten, want wij zullen na afloop van de maaltijd eens zien of er in Mijn natuurlijke uitnodiging op de berg om naar beneden te gaan voor het ochtendmaal, echt geen geestelijke, diepere zin te vinden is! Maar eerst wordt er nu gegeten en gedronken, want het lichaam heeft voor zijn tijdelijke voortbestaan net zo goed voeding en versterking nodig als de ziel, wil deze in kennis en wilskracht toenemen.
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] IK zeg: "En toch, en toch, -denk slechts na, je zult het wel vinden!"
Hoofdstuk 174: Simons mening over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dicht bij de afgebrande stad zul je een karavaan van zeventig zwarte mensen tegenkomen; vooraan op twee wit beklede kamelen rijden rechts de aanvoerder en links zijn dienaar. De aanvoerder zal je reeds van verre begroeten. Hij is helemaal in het wit gekleed, maar zijn gezicht zul je pikzwart vinden. En ook zijn handen en zijn voeten; maar in zijn hart ziet het er veellichter uit dan op de huid van zijn lichaam. Zeg tegen hem: 'U heeft het doel van uw inspanning bereikt, volg mij! Binnen enkele ogenblikken zult u voor het aangezicht staan van Degene die u, na de visioenen die u zevenmaal kreeg, zocht! ,
Hoofdstuk 180: De Heer zendt een bode naar de Nubische karavaan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Waarlijk, mijn beste zwarte vriend, dat is het miserabele geluk van een volk dat zo dom was met zulke dode paleizen zijn mooiste en vruchtbaarste weiden te bedekken, waarop anders vele honderdduizenden vruchtbare bomen hun edele vruchten in de schoot van de tevreden en in heel eenvoudige hutten wonende mensen zouden kunnen laten vallen! Kijk, op de plaats waar deze stad is gebouwd, zouden gemakkelijk tienduizend mensen samen met hun talrijke kudden voldoende levensonderhoud kunnen vinden; nu wonen er weliswaar ook nog tegen de honderdduizend mensen binnen deze beschadigde muren! Maar wat voor leven leiden de meesten!
Hoofdstuk 183: De vloek van de overbeschaving van de Egyptenaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] IK zeg: " Ah, dat is natuurlijk heel wat anders! Daarover ben Ik het helemaal met je eens, want in vergelijkingen ben je nu heel goed thuis, -maar met je innerlijke zelfkennis is dat nog niet helemaal het geval! En daarom stamt ook de beoordeling die jij over Mij ten beste hebt gegeven niet helemaal uit je diepste innerlijk; er zit nog iets en dat moet je toch ook uitspreken! Het is weliswaar een heel klein zaadje van een slechts bij tijden optredende twijfel over Mij, maar, dit zaadje moet ook uit je verwijderd worden, anders begint het over een poosje te ontkiemen en kan dan in je hart uitgroeien tot een bos vol duistere twijfel, die dan moeilijk te verdelgen en uit te roeien zou zijn! Kijk maar eens goed diep in je hart, dan zul je het kwade twijfelzaadje wel vinden!"
Hoofdstuk 174: Simons mening over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De overste legde dit verschijnsel nu ook uit aan de ons meegegeven wachten en zei hun dat zij met ons zonder enige vrees alle delen van de weide konden betreden, want hij was er volkomen van overtuigd dat er 's nachts al geen enkele adder of slang meer op de hele weide te vinden zou zijn. En zo was het ook: Reeds na een uur was' s avonds de weide vrij van alle ongedierte in welke vorm dan ook.
Hoofdstuk 185: Het verblijf van de Nubiërs in Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Verhevenste mens der mensen, u ziet dat in mij en ons allen, ook al siert ons lichaam geen witte huid, toch niets verkeerds en boosaardigs schuilt; wij zoeken allen de volle waarheid, alleen daaraan is ons alles gelegen, en wij hebben ook de levendige hoop deze hetzij hier of ergens anders te vinden! Als wij dus op de juiste plaats zijn, bevestig dat dan, dan willen wij graag alles doen wat u ook maar van ons verlangt!"
Hoofdstuk 186: Oubratouvishar verlangt zekerheid over de plaats waar de Heer verblijft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Iemand dacht dat het opwekken van een dode zijn uitwerking ook niet gemist zou hebben. Dat zou voor deze mensen echter ook niets zijn! Want zij zien de lichamelijke dood als een grote weldaad van God aan de mensen, en zouden zo 'n handeling zelfs aanzien voor een vergrijp tegen de orde van de allerhoogste geest van God zolang zij Mij niet volledig kunnen leren kennen. Het opwekken van een grote storm zouden zij door hun zeer gevoelige geest iets heel natuurlijks vinden, want zij hebben zelf altijd een grote invloed op de natuurgeesten van lucht, water, aarde en vuur. Maar een beweging die de snelheid van hun afgeschoten pijlen onvergelijkbaar overtreft, is voor deze mensen een echt wonder, dat alleen door God en Zijn dienstbare, hoogste geesten gedaan kan worden, maar nooit door de verstandige, zwakke stervelingen van deze aarde.
Hoofdstuk 187: De Nubiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk, wanneer iemand je een door hem gemaakt kunstwerk toont, en jij het dan voor jezelf van hem koopt omdat het je erg goed bevalt, doe je dan de wijze kunstenaar eer aan als je al zijn andere werken en bovenal de kunstenaar zelf roemt, maar voor dat van hem gekochte even mooie werk, omdat het nu van jou is, alleen maar de meest misprijzende woorden kunt vinden?
Hoofdstuk 188: Overdreven deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Zoals jij echter voorbestemd was om zelfs stoffelijk een zeer waardevolle schat te vinden, die reeds enige honderden jaren onder de stenen gelegen heeft, zo ben jij ook geroepen om de grootste en waardevolste schat voor de geest en daaruit voor jullie zielen te vinden. Jij zocht en hebt ook zeer eervol gevonden wat je hebt gezocht! Je zwarte huid moet je niet bezwaren, deze zal voor Mij een van de meest gewaardeerde kleuren blijven.
Hoofdstuk 190: De schat van Oubratouvishar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Een inscriptie boven de poort vermaant de bezoeker van deze geheiligde plaats om altijd geestelijk ingekeerd de heilige hallen te betreden. Wie in de eerste hal komt zal de twee eerste pilaren versierd vinden met heel met waardige tekens en figuren; deze moeten betrekking hebben op een soort wereldstrijd, die men 'Godsoorlogen' noemt.
Hoofdstuk 193: De grote rotstempel Jabu Simbil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Vrienden en broeders, om dat te weten is er meer nodig dan alle wijsheid van alle mensen! Voor mij zou dat al een overtuigend bewijs geweest zijn omdat ik wel in staat ben om te begrijpen wat een mens in het uitzonderlijkste geval als toppunt van wijsheid mogelijkerwijs kan weten! Maar, nadat hij een wenk had ontvangen van die Heer daar aan de tafel, liet de jongeman het daar niet bij, want hij vroeg mij of ik het niet wenselijk zou vinden als hij de bewuste vondst uit mijn hut in Nouabia hier bij mij zou brengen! Dit aanbod moest me dan toch wel uitermate verrassen, en ik nam het aanbod van de aanvallige jongen aan.
Hoofdstuk 196: Oubratouvishar probeert zijn mensen van Jezus' goddelijkheid te overtuigen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] IK zeg: "Waarom vraag je dat? Justus is een man naar Mijn hart, hij heeft God lief boven alles en zijn medemensen meer dan zichzelf; en wie dat doet, is reeds in Mijn rijk, of hij Jood is of heiden! Ik zeg je dat Ik het eerder met hem zou kunnen vinden dan met jullie allen, maar Ik vind jullie ook goed! Om Mijn woorden te bewaren is echter niemand geschikter dan deze zwarten; want wat zij eenmaal hebben en begrepen hebben, blijft zo zuiver en onveranderd als een geslepen diamant. Iedereen kan voor hen instaan dat Mijn leer bij hen na tweeduizend jaar nog net zo zuiver zal zijn als zij die van Mij ontvangen!
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] En IK zei tegen hem: "Heel noodzakelijk! Want over een aantal eeuwen zullen er allerlei onderzoekers opstaan en dit land zeer nauwkeurig doorzoeken, en zij zullen nog veel zaken vinden die nu door Raphaël genoemd zijn. Dat zal hen zeer verwarren, zoals het jullie en in die tijd jullie nakomelingen ook zeer zou verwarren; maar door deze volledig ware onthulling weten jullie ook hier alles van. In latere tijd zal Ik echter weer mannen opwekken die voor de zoekende en onderzoekende mensen deze oude raadsels nogmaals zullen onthullen. - Maar nu zullen wij zelf naar hen toegaan en hun het ware hemelse evangelie geven."
Hoofdstuk 207: De sterrenbeelden van de zevende parel. Het verval van de Egyptische cultuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Wij slaan onze kinderen nooit, ook dieren niet; maar wij hebben geduld en kunnen wachten en oefenen onze kinderen voortdurend in alles wat wij goed, waar en noodzakelijk vinden. Zodra onze kinderen groot, krachtig en verstandig worden, behandelen wij hen niet meer als onze levenslange slaven, maar als onze broeders en als mensen die helemaal gelijkwaardig zijn aan ons, en die net als wij, ouders, met alle levensrechten uit Gods hand zijn voortgekomen. En toch houden onze kinderen heel veel van ons en nooit doet welke zoon of dochter ook ooit onrecht tegen vader of moeder!
Hoofdstuk 208: Verschillende zeden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...