Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22474 resultaten - Pagina 27 van 1499

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[10] Ik hoorde wel dat ze dat zeiden, draaide Mij om en zei tot hen: 'Ik ben allang bij jullie, maar je hebt Mijn hart nog nooit zoveel vreugde gegeven als deze zeven dochters hier! Ik zeg je, zij zijn al op de goede weg en hebben het beste deel gekozen; als jullie niet dezelfde weg gaan, dan zul je nauwelijks in Mijn rijk komen! Want de kinderen, die zó tot Mij komen, zullen ook bij Mij blijven, degenen echter, die alleen maar met lof en prijs komen, zullen slechts Mijn weerschijn, maar niet Mijzelf in hun midden hebben!
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Petrus zegt: 'Heer, heb geduld met onze grote dwaasheid! U weet toch dat wij niet in de hemel, maar op deze wereld opgevoed zijn. Het zal allemaal wel weer goed komen, want we hebben U toch ook boven alles lief, anders zouden we U niet gevolgd zijn!'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Nu blijf dan in de liefde en let niet op deze wereld, maar wel, door Mij, op de hemel!' De leerlingen zijn daarmee tevreden en prijzen Mij in hun harten.
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De knechten en dienaren gaan daarop meteen weer terug en zeggen dat aan hun heer. Deze vraagt ze echter of ze ook wisten, wie Ik, die zoiets van hem verlang, wel was. De knechten en de dienaars antwoorden en zeggen: 'Wij hebben toch al gezegd, dat hij ons toegesproken heeft, alsof hij uwen onze heer is, waarom vraagt u dat dan nog een keer?! Hij wordt omringd door zeven koninklijk geklede dochters en daarachter volgt hem een onafzienbare menigte! Misschien is hij wel een vorst uit Rome, en u zult er zeer zeker goed aan doen hem tegemoet te gaan, en hem bij de grote toren aan de muur met alle eerbetoon te ontvangen!'
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] We gaan nu verder met onze wandeling en komen na een uur in een mooi schaduwrijk bos, dat eigendom is van een rijk koopman uit Sichar. In dit bos zijn allerlei verfraaiingen aangebracht, zoals kleine tuinen, beekjes, vijvers met vele soorten vissen, en allerlei vogels. Aan het eind van het zeer uitgestrekte bos staat een oud en heel groot kasteel met dikke beschermende muren. Dit kasteel had Ezau gebouwd en hij woonde daar ten tijde dat Jacob in den vreemde was. De stormen der tijden hadden het niet onberoerd gelaten, maar deze koopman had er veel geld aan besteed en het weer geheel bewoonbaar gemaakt, en hij woonde met zijn hele huishouding vaak in dit kasteel, en woonde er ook nu. Hij was weliswaar iemand die veel goeds deed, en hij had nog meer landgoederen, maar op dit bezit was hij bijzonder gesteld en hij vond het niet prettig, als zijn grote bos door te veel mensen betreden werd, want hij gaf veel uit voor de aanleg en het onderhoud ervan.
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] De koopman zegt: 'Ja, als het mij toegestaan is, o verheven heer, om direct op uw belangrijke vraag te antwoorden, dan geloof Ik met uw verheven toestemming de belangrijke vraag wel begrepen te hebben, en mijn antwoord zou dan het volgende zijn: Ik zie en houd het ambt van keizer natuurlijk als het allerhoogste wat een mens op deze aarde bekleden kan.'
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Maar vriend, waarom staat u zichzelf nu zo tegen te spreken en gaat u tegen uw eigen devies in, dat luidt: 'De waarheld is het hoogste en heiligste op deze aarde, en een ambtenaar, die in zijn ambt getrouw is aan waarheid en gerechtigheid, bekleedt het hoogste en verhevenste ambt op aarde!' Dat is toch uw lijfspreuk?! Hoe kunt u dan nu zeggen, dat u het ambt van keizer als het hoogste ziet, terwijl deze toch als hoogste bevelhebber met ruw geweld te maken heeft, wat zeker niet altijd gebaseerd is op waarheid en gerechtigheid?!' .
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De opperpriester zegt: 'Ik geef zonder meer toe, dat u nu heel juist beoordeeld heeft hoe het werkelijk in de wereld toe gaat, als men het van de wereldse kant bekijkt. Maar, omdat u alover Mozes gesproken heeft, zult u ook wel weten, dat Mozes van God voor zijn volk een wet kreeg, waarin de leugen of het valse getuigenis verboden is, en waarbij alle mensen verplicht worden om waarheidslievend te zijn!? Als alle mensen deze wet zouden houden, zeg dan zelf, zou het dan niet heerlijk zijn om op aarde te leven?!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Deze eerzucht verleidt dan de mensen op den duur tot allerlei geroddel, zelfs tot moord en doodslag als het met de andere manieren van leugen en bedrog niet gelukt om bij de andere mensen tot groot aanzien te komen.
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik vind echter en geloof echt, dat het in deze wereld beter is ter wille van de waarheid aan het kruis te komen, dan op een bepaald moment voor God te schande te staan en van Hem voor altijd te horen: 'Ga weg van Mij!'
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu wendt de koopman zich geheel tot Mij en zegt: 'Heer van al deze mensen, die ut naar het mij toeschijnt, volgen als lammeren hun herder, zeg mij toch, met wie ik de hoge eer heb te spreken! Want ze vroegen het mij en ik raadde de hoogste aardse positie die ik ken; maar men zei mij, dat ik het mis had. Daarmee houdt voor mij alles op; wilt u mij daarom de eer aandoen, mij iets naders over uw maatschappelijke staat te vertellen!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De koopman zegt: 'O, u bent het dus, waarover men mij gisteren en vandaag verteld heeft dat hij de Messias is, en dat door wonderbare daden bewijst! Het oude huis van de mooie Irhaël zou u gerestaureerd en wonderbaarlijk koninklijk hebben ingericht?! En men vertelde mij ook over een harde prediking die u op de berg gehouden zou hebben, waaraan zich echter velen hebben gestoten, omdat deze geheel tegen de wetten van Mozes indruiste! - Wel, wel, dat bent u dus!?
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Volgend voorbeeld: iemand betaalt, zoals maar al te vaak gebeurt, aan een slimme handelaar veel te veel geld voor bepaalde goederen. De bedrogene heeft veel geld en goederen en merkt niets van het bedrog en voelt zich opperbest. Nu komt er echter een waarheidslievend mens, die het bedrog gemerkt heeft, en die maakt het de bedrogene duidelijk, hoe hij door zijn zakenman voor zoveel geld bedrogen werd! Pas op dat moment wordt de bedrogene ongelukkig, hij gaat naar de rechter en geeft veel geld uit om de bedrieger gestraft te krijgen. Heeft deze waarheid hem iets goeds gebracht?! Nee, alleen toorn en wraak heeft het bij hem gewekt en het heeft hem er toe gebracht nog méér geld uit te geven! De bedrieger echter, die goed liegen kon, wist de zaak zo te verdraaien, dat men de waarheid van de verrader niet alleen niet geloofde, maar hem ook nog als een kwaadwillige lasteraar in de gevangenis zette! Vraag: wat voor loon gaf de waarheid hier nu weer aan haar vriend?!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De koopman zegt: 'Ik heb tot nog toe gedacht, dat het edelknapen van de keizer en zonen van patriciërs uit Rome waren, hoewel het vanwege hun zachte en blanke huid misschien eerder meisjes uit Achter KleinAzië konden zijn. Want echt, ik heb al veel van dat schoons gezien, omdat ik vroeger daarin handel gedreven heb op Egypte en Europa, voornamelijk op Sicilië, ten behoeve van de grote en aan alle weelde van het leven zeer toegewijde Romeinen; maar zulke onuitsprekelijk heerlijke figuren heb ik daar nog nooit bij gehad! Zeg mij, waar ze vandaan komen en wie het zijn! Uw dochters zien er ook schitterend uit, maar met deze men zou haast zeggen -stralende gestalten, zijn ze echt niet te vergelijken. Als u ze echter beter kent dan ik, zeg mij dan wie ze zijn en waar ze vandaan komen!'
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Nu het verheugt mij, dat u mij heeft opgezocht en ik hoop u nog nader te leren kennen! Weet u, ik sta niet afwijzend tegenover deze gedachte en geloof vast dat de Messias zal en moet komen! Volgens mijn berekeningen zou de tijd daar heel goed mee overeen kunnen stemmen, want de druk van de Romeinen is haast niet meer te verdragen! En waarom zou u niet de verwachte Messias kunnen zijn?! O dat neem ik direkt moeiteloos aan!
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...