Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 27 van 63

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[9] Als er nu een wezen geschapen zou worden, dat op die grens geplaatst is, van waaruit het zich vrij naar beide kanten kan ontwikkelen, is het gemakkelijk in te zien dat het dat vermogen om te weigeren steeds meer in zichzelf kan ontwikkelen, zichzelf daarmee steeds meer van de juiste middengrens verwijdert en zich tenslotte tot in de meest oneindige diepten van de tegenpool, dat wil zeggen in de uiterste hardvochtigheid kan verliezen. Jullie kunnen je bij een slecht mens dus altijd nog een slechter, liefdelozer mens voorstellen, die zich in de uiterste verwijdering van die middengrens, totaal in eigenbelang verliest.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Lucifer, die wel wist dat hij in zichzelf de tegenpool van God vertegenwoordigde, meende dat het hem nu mogelijk was om de Godheid als het ware op te zuigen, en hij verviel tot de misvatting dat hij, als geschapen en daarmee eindig wezen, de oneindigheid in zich op kon nemen; want ook hier gold de wet: 'Niemand kan God (de oneindigheid) zien en tevens zijn leven behouden'; als gevolg daarvan kon hij het wezen van de Godheid wel voelen en Haar bevelen horen, zolang hij in het juiste middelpunt stond, maar hij kon Haar nooit persoonlijk zien.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Waarom zou Ik vernietigen wat toch ook indirect door Mij werd geschapen doordat Ik het vermogen daartoe in de mens heb gelegd, zolang hij er een juist gebruik van maakt? Want geloof Mij: alles wat jullie kunst noemen is door God om zeer wijze redenen in het menselijke hart gelegd, zoals jullie gemakkelijk zullen inzien!
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Salomo zou nooit die tempel hebben kunnen ontwerpen, als hij niet in zijn geest zo vrij was geweest dat hij met zijn innerlijke oog de afspiegeling van een zuiver hemels bouwwerk kon waarnemen om daarnaar in de veel bewonderde tempel, een zwakke afbeelding te geven van wat in Mijn rijk voor iedereen volledig zichtbaar is. Want noch op aarde noch in de hemelen kan er door mensen of geesten iets geschapen worden wat niet in grootse volheid in God en daarmee ook in Zijn werken te vinden is. Overal waar een afbeelding is, moet ook een geestelijk origineel bestaan, zoals daar waar schaduw is, een voorwerp moet zijn dat zijn schaduw werpt.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Als Ik jullie nu zeg dat deze eerst geschapen geest 'Lucifer' ( d.w.z. 'Lichtdrager') heette, zullen jullie nu ook begrijpen waarom hij zo en niet anders heette. Hij droeg in zichzelf het licht der kennis en was zich als eerste geestelijk wezen zeer wel bewust van de grenzen van de innerlijke geestelijke polariteiten. Toegerust met Mijn volledige macht, riep hij nu andere wezens tot leven, die in alles aan hem gelijk waren, ook de Godheid in zichzelf voel den en hetzelfde licht der kennis in zich zagen ontbranden als bij hem, en eveneens met eigen scheppingskracht te werk gingen en toegerust werden met alle kracht van Mijn geest. In hen kwamen echter bijzondere krachten van Mijn Oergeest afzonderlijk tot uitdrukking, dat wil zeggen, wat hun karakter betreft werden ze overeenkomstig Mijn zeven belangrijkste eigenschappen, derhalve was hun aantal zeven.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Er stonden slechts twee wegen open. De eerste weg was: Lucifer met zijn aanhang te vernietigen, om daarna een tweede te scheppen, die waarschijnlijk aan dezelfde dwaling onderworpen geweest zou zijn, aangezien er geen volmaaktere geest geheel vrij buiten Mij gesteld en die derhalve onafhankelijk van Mijn wil geschapen kon worden. Het scheppen van machines die willoos uitvoeren wat Ik beveel was geen probleem. Maar om het licht van het zelfbewustzijn te verwerven was de tot nu toe gekozen weg de enige. Omdat echter door, dat wil zeggen door middel van Lucifer ook de andere geesten waren geschapen die Mij trouw waren gebleven, behoorden zij tot zijn sfeer. Een plotselinge vernietiging van Lucifer zou dus ook de vernietiging van alle levende wezens hebben betekend.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[27] Nu zal het jullie ook duidelijker worden dat Lucifer denkt dat hij moet handelen op de manier zoals dat gebeurt, opdat de materie geschapen had kunnen worden -een misvatting, omdat niet de materie het einddoel van Mijn schepping is, maar dat alleen het in vrijheid leren kennen van de waarheid, liefhebben en begrijpen van de Godheid het doel van de buiten Mij geplaatste wezens is; de materie is hiervoor slechts een hulpmiddel. Lucifer wilde vasthouden aan deze tweede misvatting en verloor zichzeIf in de uitersten van zijn polaire eigenschappen, terwijl hij zichzelf voorloog dat hij daardoor de materie in stand moest houden. Er was hem zoveel vrijheid gegeven dat hij de materie kon doordringen, dat wil zeggen bewust in zichzelf beschouwen, opdat hij als allereerste oergeschapen geest zou inzien wat voor leed hij zijn metgezellen had aangedaan en hij daardoor tot omkeer gebracht zou worden. Dat deed hij echter niet, maar nu wilde hij pas echt heersen als een vorst der materie, waarvan hij meende dat die hem toebehoorde. Daarom vertroebelde hij de zich weer ontwikkelende mensenkristallen zoveel mogelijk om zijn rijk in stand te houden; want de strijd met God leek hem groots, verheven en het leven in stand houdend.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Twaalf jaar ben ik een leerling van deze bijzondere man gebleven, de enige aan wie hij zijn volle vertrouwen schonk. Op een dag zei de wijze tegen mij dat hij voelde dat zijn dood nabij was, en dat hij wenste dat ik zou bewaren wat hij mij had geleerd. Hij zei dat er maar één God was, en alles wat geschapen was moest Hem alleen dienen. Maar de Godheid had besloten -zo was hem meegedeeld -om Haar schepselen meer dan zalig te maken, door Zichzelf met het vlees te omhullen en als mens neer te dalen, om de wegen van heil te tonen aan allen die die wegen willen gaan. Maar korte tijd daarna zou daar een groot gericht aan verbonden zijn, opdat de wegen duidelijk zichtbaar zouden zijn, ook voor de donkere macht der duisternis die probeert te gronde te richten, ofschoon deze wegen ook voor haar gelden. Daarom was het goed dat iedereen in zichzelf zou keren, opdat hij niet door het gericht getroffen zou worden. En die inkeer zou moeten zijn: God boven alles lief te hebben en de van Hem uitstralende krachten te eerbiedigen, maar niet als goden te vereren, om dwaalwegen te vermijden. Het zou niet lang duren voor het gericht zou beginnen dat alle goden omver zou werpen.
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Kijk, zoals de natuur jullie reeds leert hoe te werk wordt gegaan om de lichamelijke mens te voeden, zo gebeurt het ook met de geestelijke mens! Er moet een vrucht geschapen worden, die zaad en eetbaar voedsel biedt. Maar omdat dat voedsel niet alleen de mens toekomt, maar tevens het hele universum, moeten er ook speciale wegen bewandeld worden. Omdat verder aan de mensen een vrije wil is gegeven, kunnen zij zich echter ook verwijderen van het juiste scheppingspunt, van waaruit beide richtingen werden uitgezet. Uit het volgende zullen jullie dat veel gemakkelijker begrijpen.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Alle mensen die leven zijn immers reeds als geschapen geesten voorhanden, en ontstaan dus niet pas als volkomen nieuw geboren in de geest, zoals jullie weten. Het doel van hun bekleding met een stoffelijk lichaam is echter enkel en alleen dat ze hun vrije zelfbestemming niet vanuit de wijsheid bereiken, waarin ze immers vanaf het allereerste begin zijn geschapen, maar vanuit de liefde, die zich nu in Mij belichaamd heeft. Dit doel kan niet bereikt worden als het innerlijke levenszaad ontbreekt, dat steeds op dikwijls zeer kunstige wijze beschermd moet worden tegen ieder verderf.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Ik antwoordde haar: 'Weetje niet dat iedere dag de jongste' is, en dat Ik de opstanding en het leven ben?! Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al zou hij lichamelijk sterven. Wie echter leeft en in Mij gelooft, zal nooit meer sterven. Degene aan wie de macht is gegeven om zielen op te wekken, opdat zij het volkomen ware, lichte en zuivere leven in zich hebben, zou Die niet de lichamen weer tot leven kunnen brengen, die immers eerst door de ziel worden geschapen?! -Geloof je dat?'
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Ik zei: 'Als gerechtigheid de enige eigenschap van God zou zijn, zouden jullie niet -en geen van allen hier -voor Mij kunnen bestaan; want er is geen haar aan jullie, die niet aan de zonde en daarmee aan de vernietiging ten prooi is gevallen! Maar Gods liefde, zachtmoedigheid en barmhartigheid zijn even oneindig als de oneindigheid van het totale heelal, en daarom vergeet Hij zelfs niet het minste van alle schepselen, die Hij ooit heeft geschapen.
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Er is al eerder en vaker uiteengezet, dat Adam als eerste mens van deze aarde - dat wil zeggen als mens met volledige vrijheid van geest - geschapen was met het doel een vorm te creëren, van waaruit de materie weer naar het vrije geestelijke leven teruggeleid kon worden. En daar was bovenal het overwinnen van de materie zelf voor nodig, dat wil zeggen: er moest door een vrij wilsbesluit een toestand gecreëerd worden, die aan de ene kant het overwinnen van alle lagere eigenschappen liet zien, zoals aardse lusten, begeerten en neigingen, om aan de andere kant een vrij opstijgen naar het zuiverste geestelijke leven mogelijk te maken.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] De eerste mens, die zo geschapen werd dat hij, in de juiste evenwichtigheid, als het ware zowel zaad als voedsel in zich droeg, was Adam. Hij was niet in alle opzichten de eerste mens, maar wel de eerste mens die bestemd was om uit vrije, eigen aandrang vooreerst de kern van Mijn woord in zichzelf te bewaren, te vermenigvuldigen en vrijwillig door te geven. Hij was de eerste vrije mens en had daarmee in zichzelf de mogelijkheid zich scheppend te ontwikkelen. Aan alle overige wezens voordien was alleen de kracht begrensd in Mij gegeven, die zij echter niet uit zichzelf zodanig vrij konden gebruiken als Adam. Daarom stonden ze enkel in de wijsheid, die hun was gegeven, maar niet in de liefde, die zij vrij uit zichzelf moesten ontwikkelen.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Mij lijkt het daarom zonder twijfel, dat alles wat geschapen is pas het vermogen om te voelen krijgt, wanneer de activiteit van de ziel ver genoeg uitgegroeid is om tegelijkertijd het verlangen naar verdere ontwikkeling tot bewustzijn te brengen. En dat verlangen is de aandrijvende liefde, die de Heer als zacht aansporend middel aan ieder wezen heeft meegegeven, en waardoor het doel van de transformatie van het heelal bereikt wordt -zonder dwang, maar enkel uit het eigen, vrije besluit om de wegen van vervolmaking ook te willen bewandelen. Die drijvende kracht is echter de geest uit God, die pas in de mens levend kan worden, de vorm in zich opneemt en dan voor God staat als overwinnaar die de uiterlijke vorm heeft doorbroken en als het ware in zichzelf heeft doen verdwijnen.'
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...