Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 27 van 120

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[8] God werkt dan ook slechts hoogst zelden zichtbaar onder de mensen, omdat Hij hun reeds vanaf het oerbegin vanuit Zichzelf het vermogen heeft gegeven om zich op eigen kracht geleidelijk aan tot het hoogste, aan God gelijke levensniveau te kunnen verheffen.
Hoofdstuk 22: Over de bestemming van de mensen (12.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Dan zullen de godloochenaars en trotse bedriegers en onderdrukkers van de aardbodem weggevaagd en de gelovigen en armen opgericht en vanuit de hemelen verlicht worden, zoals dat nu het geval is en later, over bijna 2000 jaar, ook weer het geval zal zijn. De tijd, waarin zoiets kan en ook zeker zal plaatsvinden, is even gemakkelijk te herkennen als in de late winter te zien is dat het voorjaar nadert, als jullie naar de bomen kijken en zien hoe hun knoppen steeds meer zwellen en sappiger worden en hoe het sap, net als de tranen van de mensen, van hup takken en twijgen op de aarde neer druppelt en in zekere zin smeekt om verlossing uit de nood van de winter, waarin zoveel bomen wegkwijnden.
Hoofdstuk 23: Over de noodzaak en het doel van verzoekingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Wanneer dus eenmaal het hart van de arme mensen door het licht van de waarheid vanuit God lichter begint te worden en gaat zwellen, en wanneer bovendien door de onbarmhartige en grenzeloze onderdrukking de aarde vochtig wordt van hun tranen, dan is het grote geestelijke voorjaar heel dichtbij gekomen.
Hoofdstuk 23: Over de noodzaak en het doel van verzoekingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik denk dat dat toch niet zo moeilijk te begrijpen is. Want waarover zou hij verantwoording van welke aard dan ook moeten afleggen tegenover God of zelfs tegenover een mens, als hij alleen maar vanuit Gods wil en geest denkt, wil, spreekt en handelt?
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als een goed mens door zijn ijver die maat helemaal heeft bereikt, houden alle verdere verzoekingen ook op, en dan gaat hij in het volle licht vanuit de hemelen over van het ene niveau van levensvoleinding naar een nog hoger niveau, en zo verder tot in het oneindige.
Hoofdstuk 30: Over de maat van goed en kwaad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Onthoud Mijn leer en handel ernaar, dan zul je leven in het licht vanuit God! En als je zult horen dat de Farizeeën Mij gevangen nemen en dit lichaam van Mij doden - wat ook wordt toegelaten tot hun ondergang, maar ook tot opstanding van de vele doden die nu nog wegkwijnen in hun graven van ongeloof en waandenkbeelden en geen leven van de geest in zich hebben -raak daardoor dan niet geërgerd, en ga niet weifelen in je geloof; want op de derde dag zal Ik weer opstaan en bij al Mijn vrienden komen en hun het eeuwige leven geven!
Hoofdstuk 30: Over de maat van goed en kwaad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar Ik zei tegen hen: 'Luister, jullie blinde heidenen zouden jullie knieën en hart liever voor de enig ware God van de Joden dienen te buigen! Want deze dode en machteloze afgod van jullie is een werk van mensenhanden, en dus veel minder dan het kleinste, onaanzienlijkste mosplantje; de ene en enig ware God van de Joden heeft echter puur vanuit Zichzelf hemel en aarde en alles wat zij draagt geschapen. Daarom moeten alle mensen alleen in de ene, ware God geloven, Hem alleen aanbidden en geen andere, dode afgoden hebben en die met allerlei dwaze en de menselijke waardigheid onterende ceremoniën eren.'
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Het meisje zei: 'Dat is wel zo, dat wel, maar alleen naar de schijn, in Uw uiterlijke vorm; maar Uw innerlijk is vervuld van Gods kracht, en die is immers eigenlijk de enig ware God! Bovendien hebt U niet tegen mij gezegd: 'De God van de joden make je ziende!', maar U zei: ' Achaia, Ik wil dat je ziet!', en toen werd ik ziende! U hebt mij dus geholpen vanuit Uw eigen macht, die puur goddelijk moet zijn, omdat ik anders wel voor altijd blind gebleven zou zijn. Aan U zij dus al mijn liefde en diepste verering!'
Hoofdstuk 32: De genezing van het blinde meisje Achaia De Heer in Nahim in Judea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Of denk je soms dat het licht van de zon, dat op dit moment de aarde verlicht en verwarmt, jonger en beperkter is dan het licht dat ondenkbare tijden geleden deze aarde verlicht en verwarmd heeft? Ik zeg je dat jij een heel schrandere en juiste denker en spreker bent; maar je zult pas in de geest van de volle waarheid uit God denken en spreken wanneer jouw ziel in de eeuwige geest vanuit God tot volledige eenwording gekomen zal zijn. Maar dat kan en zal alleen maar gebeuren, door in het vervolg met jouw vrije menselijke wil de wil van God, waar jij je bewust van bent, in alles wat je zegt en doet volkomen tot de jouwe te maken. -Heb je dat begrepen?'
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] De Farizeeën en joden van deze tijd zijn dan ook die slechte burgers, die de Heer vijandig gezind zijn en niet willen dat Hij over hen heerst. Daarom zal er met hen ook gebeuren wat Ik jullie in dit beeld heb getoond: omdat ze niets verdiend hebben zal hun in de eerste plaats ook nog worden afgenomen wat ze nog hadden, en het zal gegeven worden aan degene die nu werkelijk het meeste heeft -en dat zijn nu de heidenen, die tegelijkertijd dat veraf gelegen rijk voorstellen, waarheen de Heer op reis was gegaan om het tot Zijn eigendom te maken. En Hij heeft het al tot Zijn eigendom gemaakt en is nu in Mij naar huis teruggekeerd om afrekening te houden, zoals het beeld jullie dat vanuit velerlei invalshoeken voor ogen heeft gesteld.
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Een Griek zei: 'Als wij in Jeruzalem komen weigeren wij niet onze knieën te buigen voor jullie God, hoewel wij heel goed weten dat zich in de grote tempel van Salomo geen God in wat voor gedaante dan ook bevindt. De Joden hebben alleen maar een kist, waaruit op bepaalde tijden een naftavlam oplaait, die echter als zo heilig beschouwd wordt, dat die alleen door de opperste en hoogste Joodse priester enkele keren per jaar gezien en aanbeden mag worden. Maar wij weten ook dat die kist net als deze god van ons door mensenhanden gemaakt is; hoe kom jij er dan bij te zeggen dat de God van de Joden de enig ware is en vanuit zichzelf hemel en aarde heeft geschapen, waarom dan ook alle mensen in hem moeten geloven, hem alleen moeten aanbidden en eren en geen afgoden moeten hebben?
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Terwijl allen naar Mij keken en Mij loofden en prezen, liet Ik de tempel samen met zijn afgod door de macht van Mijn wil verdwijnen, en zei toen tegen de Grieken: 'Omdat jullie nu de juiste en enig ware God hebben gevonden, heb Ik vanuit Mijn volmaakte macht jullie afgod met de bijbehorende tempel al vernietigd. Ga de plaats maar zoeken waar de tempel heeft gestaan!'
Hoofdstuk 32: De genezing van het blinde meisje Achaia De Heer in Nahim in Judea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] God zal hem daarvoor ook met de hoogste roem bekronen en hem tot koning over alle volkeren op aarde maken, doordat Hij hem zo'n grote macht heeft gegeven als nog nooit eerder een mens bezeten heeft. Maar daarom is en blijft hij toch slechts een mens en is hij vanuit zichzelf geen God en nog minder een menselijke afgod, waar jullie heidenen er zoveel van hebben. Hij is een knecht Gods, begiftigd met alle denkbare macht, een bijzonder uitverkorene, en daarom duidelijk God meest beminde.
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, zo oordelen wij Joden, die goed thuis zijn in de Schrift; maar jullie, die gewend zijn om van iedere buitengewone verschijning een god te maken, houden zo'n van Gods geest vervulde mens des te eerder meteen voor de ware God, omdat hij voor jullie ogen tekenen heeft gedaan die zeer beslist alleen God kan doen. Maar toch doet hij dergelijke ongehoorde wonderen niet vanuit zijn eigen menselijke kracht, maar alleen door de macht van Gods wil, die hem voor een poos is verleend. Zo is het hiermee gesteld, en ik ben ervan overtuigd dat hij geen ander getuigenis over zichzelf zal geven.'
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Daarop begon dit verschijnselovereenkomstig Mijn wil te verdwijnen; maar in plaats daarvan begon de aardse hemel zich met zware dichte wolken te vullen. Het duurde geen half uur, of er begonnen vanuit het zuiden zulke heftige orkaanwinden te woeden, dat de rovers en zelfs Mijn leerlingen Mij begonnen te vragen om hen niet te gronde te laten gaan.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...