Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

614 resultaten - Pagina 27 van 41

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[12] Eerder nog zal zij hem tien­maal zegenen en zelf weer naar de vriendschap dingen van diegene op een manier, waaraan zelfs de hardste steen nog geen weerstand zou kunnen bieden !
Hoofdstuk 94: De dankbaarheid van de genezene en haar verzoek om als dienstmeisje te mogen blijven. Jacob verklaart haar het schroomvallig gedrag van Maria. Maria 's toekomst door de vrouw voorspeld. Maria's bescheidenheid. Jozefs terugkomst. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] O blinde dwazen, is het dan niet van meer en van hoger waar­de dat jullie Mij liefhebben, dan voor Mij duizend tempels uit steen te willen bouwen en dan duizend jaren lang in die tempels lippendienst te doen in rijke ge­waden uitgedost tegenover af­beeldingen, die van Mijn uiterlijk zijn gemaakt.
Hoofdstuk 92: Blindheid en dwaasheid van de drie priesters aan de kaak gesteld. Over tempelbouw in het hart en over de ware dienst aan God - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Werkelijk miljoenen van zulke gebeden zullen door God precies zo worden verstaan als de stem van een hard roepende kan worden verstaan door een steen!
Hoofdstuk 91: De liefde is het ware gebed tot God. Jezus Gods Zoon. Gedachten van ongeloof van de drie priesters en de tegemoet­komendheid van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Maar nu mengde het Kindje zich erin en zei: 'Voorwaar, als zij zich niet wassen met water voor­dat zij aan de maaltijd deelnemen waar Ik aan deelneem, dan zal el­ke hap in hun maag tot steen wor­den!'
Hoofdstuk 90: Het ochtendmaal. Jozefs vraag over wettelijke wasvoorschriften. De drie priesters hebben bezwaren tegen Jozefs aanwijzingen. Het kindje dwingt hen tot gehoorzaamheid. Gewichtige vraag van de priesters. Jozef in verlegenheid. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Toen Maronius Pilla door Cy­renius zo werd toegesproken viel hem een zware steen van het hart. Zijn pols begon rustiger te klop­pen en in korte tijd was hij weer in staat om Cyrenius te woord te staan.
Hoofdstuk 50: Verhoor van de stadhouder door Cyrenius. Poging van de stad­houder om de zaak te vergoelijken. Gewetensvraag van Cyre­nius. Maronius' bekentenis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] Jozef zei daarop: 'Als dat echt zo is, dan wil ik mijn God loven en prijzen; want Hij heeft opnieuw een gloeiende steen van mijn hart weggenomen!
Hoofdstuk 30: De aanbidding van de Heer in het Kindje door de drie Wijzen. Hun toespraken. Hun geesten: Adam, Kaïn en Abraham (16 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Immers, werp je een steen omhoog, dan blijft die niet daar­boven, maar hij valt duidelijk weer omlaag naar de aarde.
Hoofdstuk 220: Jonatha stort tranen om zijn zonden uit heilige Liefde voor zijn Heer. Het vlees als loon der zonde. Over de waarde van de zuivere liefde en haar aantrekkingskracht - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Jezus stootte bij de bron de kruik een beetje te hard tegen een steen,. ..en daar lag toen de kruik in vele scherven op de grond.
Hoofdstuk 293: Maria' s heilige kruik door Jezus in stukken gebroken. Een meisje is daar bezorgd om. Jezus brengt Zijn moeder nu water in Zijn mantel. Maria 's relikwie was Jezus een doom in het oog. Verwijt aan het meisje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Jezus antwoordde: 'Nou kijk, die was Mij allang een doorn in het oog! Ik probeerde daarom haar wonderkracht aan een steen,...
Hoofdstuk 293: Maria' s heilige kruik door Jezus in stukken gebroken. Een meisje is daar bezorgd om. Jezus brengt Zijn moeder nu water in Zijn mantel. Maria 's relikwie was Jezus een doom in het oog. Verwijt aan het meisje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[36] Voorzover jij als gevangene van de wereld consideratie ver­dient, wordt deze je zeker niet onthouden, maar vanwege al die zaken waarvan je de wereld nu beschuldigt, heb je er geen enkel recht op. (...) Wel heb je een grote angst voor de hel, omdat jouw geweten je zegt dat je haar verdient en denkt dat God je daarin zal werpen als een steen in de afgrond. Je beseft echter niet dat je alleen je ingebeelde hel vreest, maar in de echte vind je een groot welbehagen en je wilt daar helemaal niet uit!
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[3] Dit wil Ik jullie zeggen: In het binnenste van de aarde bevindt zich een soort gesteente dat er roodachtig uitziet en niet zo hard is als ander gesteente. Als men het echter oppakt, heeft het een gewicht dat opmerkelijk groter is dan het gewicht van een andere, even grote steen. Dit gesteente ontstaat uit de door de aarde opgenomen stralen van de zon en is bijna overal in de bergen voorhanden, omdat zich juist alleen in de bergen meestal holle gangen bevinden, waarin de door de aarde opgenomen kracht van de zonnestralen zich concentreert in het vocht dat daar voortdurend aanwezig is. Met behulp van de inwerking van de andere nachtelijke sterren aan het uitspansel ontstaat er in dat gesteente een eigen uitgaande en tegenwerkende kracht (polariteit) en tenslotte wordt het geleidelijk aan vaster en steviger. En zo vaak, bij het terugkeren van de zon op de helft van haar baan om de 13.555 jaar, de wateren der aarde hun kracht en tegenkracht wisselen en het ontstane stralen gesteente gesteente in de holle gangen van het gebergte flink met zout doortrokken is, wat ongeveer 7000 jaar geduurd heeft, is er dan dit gesteente door het opnieuw terugtrekken van de wateren reeds zo rijkelijk en gedegen voorhanden, dat het in de volgende 13.555 jaar niet licht verbruikt bruikt wordt. Het achtergebleven, onverbruikte deel van dit stralengesteente, ook al heeft het meerdere duizenden wisselingen van het waterpeil doorgemaakt, wordt daardoor niet slechter, maar juist beter.
Hoofdstuk 7: De aanwijzing van de Heer voor het vervaardigen van ijzer en staal. Het enige wat nodig is: vertrouwen en liefde tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Hebben jullie die deemoed echter niet, wat is je liefde dan? - Een nachtelijke droom! - Wat Mijn erbarming voor jullie? - Het beroeren van een steen met een stok! - Wat Mijn genade? - Het licht voor een rottende boomstronk! - Mijn woord? - Een niet gehoorde klank voor een dode kluit aarde! - Wat Mijn liefde tot jullie? - Het waaien van een zachte wind over ongevoelige rolstenen! - Ja, wat tenslotte Ik Zelf? - Niets dan een verschaald denkbeeld zonder bestaan, of een zonnestraal voor een dier dat op de zeebodem of in het binnenste van de aarde slaapt!
Hoofdstuk 12: De grenzen van het leiderschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] De rechtvaardige heeft geen reden tot huilen, omdat slechts een lichte last op hem drukt; maar wie een zware last op zijn schouders heeft en eronder bezwijkt en dan huilt, wiens hart is dan zozeer van steen dat hij geen medelijden heeft met de mens die zo hard gevallen is en niet alles in het werk stelt om hem weer overeind te helpen, als het enigszins mogelijk is?!
Hoofdstuk 26: Henoch door de Heer tot eerste sabbatprediker aangesteld. Uitzending van een bode naar Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Ken ik soms mijn slechte hart niet, dat even weinig tot berouw geneigd is als een steen tot het opnemen van een druk, waaraan hij weerstand biedt zolang hij een harde, ongevoelige steen is?!
Hoofdstuk 33: Horeds inkeer, zijn bekentenis en zijn nieuwe vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Heb ik soms levenslust? O neen, voor mij is het leven wat de bonte stralen zijn voor de steen! - Heb ik misschien honger of dorst? Ook die voel ik geen van beiden!
Hoofdstuk 35: Horeds stille inkeer en zelfbeschouwing in de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...