Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30690 resultaten - Pagina 27 van 2047

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[14] Hoe luidt echter dit voorbeeld? Dat ligt jullie na aan het hart. Jullie hoeven maar een blik te werpen op de huidige opvoeding van jullie kinderen, en dan hebben jullie het hele voorbeeld al kant en klaar. Wat een grootse en uitvoerige plannen maken welgestelde ouders vaak niet voor hun kinderen? De zoon moet studeren en zich daarnaast nog allerlei andere kunsten en vaardigheden eigen maken; en voor de dochter komen er minstens een half dozijn verschillende leraren over de vloer. Het lijkt wel alsof de zoon een regent en de dochter de vrouw van een vorst moet worden. Uiteindelijk heeft de zoon zijn studies voltooid en heeft de dochter zich in het bezit van allerlei weinigzeggende vaardigheden uit de klauwen van haar leraren bevrijd. Maar wat gebeurt er nu?
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] In het midden van dit grote bomenrondeel is een zuil geplaatst die er precies zo uitziet als bij jullie op aarde een waterhoos eruit zou zien. Kijk nu hoe als het ware water in een wervelende beweging bruisend op en neer lijkt te gaan, waarbij elke draaibeweging voortdurend in duizend afwisselende kleuren schittert. Bekijk deze zuil eens en voel er eens aan. Hij is bij al deze schijnbare levendigheid zo hard als diamant. Waarlijk, uit de mond van degene die dit zo sierlijk samengestelde en bewerkte materiaal niet wonderbaarlijk vindt, zou ik graag willen horen wat hij dan wel een wonder noemt.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk toch eens, dit altaar. Het is ongeveer een klafter hoog en bestaat uit louter ronde staven, die zijn gemaakt van een heel sterk glanzend materiaal dat met deze karakteristieke eigenschappen zeker op geen ander hemellichaam voorkomt. Kijk eens naar die staven. Ze zien er niet eens stevig uit, maar het lijkt wel of ze uit louter neerwaarts schietende waterstralen bestaan, die echter zogezegd zonder gespetter in gouden trechters neerwaarts vallen. De vlammende beweging van de stralen in deze ronde staven ziet er bijna uit alsof deze staven slechts ronde waterstralen zouden zijn, die, zoals het wel lijkt, van een of andere plaats door een zuil in het midden opwaarts gaan en hier, zoals we zien, volgens de regels van de waterbouwkunde naar beneden vallen. Om ons er echter van te overtuigen, pakken we de staven met de handen vast - en kijk, alles is slechts de karakteristieke eigenschap van het materiaal. Dat heeft een zodanig vlammende beweging in zich, dat het lijkt alsof het zuiver stromend water is; op zich is het echter hard als diamant.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Maar waarom zouden we onze ogen bederven door in de verte te turen? We kunnen het hele bouwwerk toch zonder meer van heel dichtbij bekijken; laten we er daarom maar vlug naartoe gaan. Maar ik zie dat jullie je ogen op een niet meer ver van ons afstaande, tamelijk hoge wal richten. Dat lijkt op het eerste gezicht wel een aanzienlijke wegversperring die ons van onze rechte lijn afbrengt, want we hebben geen stormram bij ons.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Het spreekt vanzelf dat men hieronder alleen de kleur van de levende plantenwereld, maar niet de kleur van de mineralen moet verstaan, omdat deze kleur in de mineralen als het ware volkomen gevangen is en op een mens lijkt wiens hoop geheel is vergaan en bij wie eveneens zijn hoop samen met hemzelf gevangen genomen werd. Om die reden komen zulke mensen in het hiernamaals dan ook meestal in een donkergroene kleur terecht, die langzamerhand door het inzicht dat hun desbetreffende hoop niet gerealiseerd kan worden, ofwel in schimmelgrijs of zelfs in volkomen zwart overgaat. Dit laatste is eigenlijk helemaal geen kleur meer en ook geen licht, maar een volkomen gebrek aan dit alles. Daarom is hier dus alleen maar sprake van de meer levendige kleuren van de planten.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De wijsheid die lijkt op die van dit jonge meisje dat moed genoeg bezat om haar hand op het altaar te leggen, is te vergelijken met dat prachtige gesteente op de diepe zeebodem, waarmee wij de muren van onze huizen in de vorm van uit sterren opgebouwde figuren versieren en daarin de woorden van de profeten beeldend vastleggen. Maar wijzelf zijn nauwelijks te vergelijken met de vlakke bouwstenen waarvan wel het oppervlak maar niet het innerlijk met de stralende stenen is beschreven.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk eens naar de grote pracht van een winterdag en ook van een heldere winternacht. Heel het wijde oppervlak van de aarde is overdekt met talloze diamanten die bij het licht van de zon als talloze sterren fonkelen en het oog van de toeschouwer door de overdadige lichtglans bijna verblinden. De takken van de bomen zijn met louter diamantkristallen bezet en bij heldere nacht fonkelen de sterren overvloedig en prachtig glanzend aan de hemel. Maar wanneer jullie deze, met talloze glinsterende diamanten overdekte, wijde vlakte overzien, dan lijkt ze dood, want het leven zoekt warme vertrekken en schept geen genoegen in deze koude verstarde pracht. Als echter in het voorjaar de stralen van de zon niet slechts licht maar ook warmte beginnen te geven, dan vergaat die grote pracht van de aarde; maar in plaats daarvan ontstaat vanuit de binnenste vertrekken leven dat zich voor de koude pracht had teruggetrokken. Dit leven verteert de winterpracht en vormt haar om tot iets veel mooiers.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Deze vraag zal door Mij niet aan jullie worden gesteld alsof ze jullie betreft, maar deze vraag zal zo gesteld worden dat ze van Mij uit via jullie zal doordringen tot Mijn kinderen op aarde en door hen in heel de oneindigheid zal overgaan. De kinderen op aarde zijn nu in dezelfde toestand waarin jullie waren vlak na Mijn verrijzenis. Ze zijn vol droeve gedachten en weten nog niet wat er met de Heer is gebeurd. Ze hebben eveneens slechts een karige voeding, die lijkt op de vissen en het brood die jullie hadden.
Hoofdstuk 8: De grote betekenis van deze maaltijd, in het bijzonder voor de aarde. We treden uit de sfeer van Marcus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Zo zien jullie bij deze gelegenheid hoe Petrus is gesierd met twee sleutels die kruisgewijs over elkaar liggen. Onder de twee sleutels zien jullie een visnet van klein formaat dat lijkt te zijn gemaakt van kleine diamantjes. De betekenis van deze beide insignes hoef ik jullie zeker niet meer uit te leggen. Soms, bij bijzondere gelegenheden, krijgt deze apostel nog meer insignes. Zo ziet men soms als boetesieraad ook wel een haan of een zwaard.
Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Bovendien zou de Heer Zelf niet meer volkomen vrij zijn als Hij ook maar één enkele geest de volle vrijheid zou ontnemen, zoals ook een aardse rechter al niet meer vrij is en zichzelf heeft geoordeeld zodra hij ook maar één mens tot gevangenisstraf heeft veroordeeld. Al is hij verder ook in zijn werkzaamheden vrij, toch wordt hij al door deze ene veroordeelde beperkt, want evengoed als deze in de gevangenis smacht, smacht ook het oordeel van de rechter mee en dat mag niet eerder uit de gevangenis als de gevangene zelf. Op de materiële aarde lijkt zo'n gevangenschap weliswaar niet erg duidelijk, maar des te duidelijker en doeltreffender wordt zij in de geestelijke wereld.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Kijk eens naar jullie tijd, lijkt ze niet op de zaaier en op het hemelrijk?
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Iemand wil graag aan een vreemdeling de vorm van een appelboom duidelijk herkenbaar beschrijven en zegt tegen hem: kijk, daar voor ons staat een appelboom; onthoud goed hoe hoog en dik de stam is, waar zijn takken en twijgen zich precies bevinden en hoe de bladeren en de schors eruitzien, en dan zul je elke appelboom die volkomen aan deze vorm beantwoordt, herkennen. Aldus onderwezen, tekent de vreemdeling de vorm van de boom nauwkeurig na en gaat daarmee naar een grote boomgaard die bijna geheel uit appelbomen bestaat. Hij vergelijkt alle bomen met zijn getekende voorbeeld, maar vindt er niet één die er volkomen op lijkt, en daarom staat er volgens hem in deze boomgaard geen appelboom.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Alleen de totale duisternis hindert hem nu. De plaats waar hij zich bevindt lijkt hem een donker hol, dat hem toch niet de indruk geeft vochtig te zijn of vies te ruiken. Hij betast ook zijn voeten en handen en constateert dat hij nergens geboeid is. Ook probeert hij de grootte van zijn kerker te onderzoeken en te voelen waaruit de vloer bestaat. Of er in zijn nabijheid soms sprake is van een of ander verborgen gericht.
Hoofdstuk 2: De eerste indrukken van de terechtgestelde in het hiernamaals. Het bewustworden van het gevoel te leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Hij is niet weinig verbaasd als hij helemaal geen vloer kan ontdekken en evenmin een muur van zijn kerker; en verder is er ook niets te vinden dat op een hangmat lijkt, waarin hij zich misschien in deze vrije catacombeachtige ruimte hangend zou kunnen bevinden.
Hoofdstuk 2: De eerste indrukken van de terechtgestelde in het hiernamaals. Het bewustworden van het gevoel te leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Nu maakt onze man met zijn voeten de gewone bewegingen om te lopen. Maar daar hij onder zijn voeten geen grond voelt, lijkt het hem of ze nutteloos zwaaiende bewegingen maken, die hem niet vooruit brengen. Hij denkt daarom na over een andere manier van voortbewegen en zegt:
Hoofdstuk 5: Pogingen om in de lege ruimte te lopen. Zelfgesprekken over het niets en over het voortbestaan. Vloek tegen God, de veroorzaker van het leed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...