Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 27 van 98

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[2] Onder de vijftig Farizeeën, met aan het hoofd de overste Stahar en de ons reeds bekende spreker Floran, was verschil van mening ontstaan. Deze nog half in de oude leer vastzittende volgelingen hadden in een tent van Ouran tijdens de storm nog allerlei twijfels uitgebroed, en de manier waarop nu de lijken werden neergelegd, bevestigde veel van hun twijfelachtige opvattingen over Mij en Mijn daden. Het verschil van mening dat zij hadden, ontstond omdat het merendeel heel nadrukkelijk aannam' dat Ik een buitengewone profeet was, een soort Elia, -terwijl een minder verlicht deel meende dat Ik ondanks alle kennis van de Schrift slechts een leerling was uit de catacomben van Egypte en in de tempel te Karnak de wijsheid en de echte magie had geleerd. Dat zou ook de reden zijn van Mijn warme onthaal bij de Romeinen, want bij de Romeinen hadden de echte magiërs meer aanzien dan hun goden, omdat de Romeinen zulke magiërs voor vingers van de god Zeus aanzagen, die op die manier onder de mensen werkte en veel op had met de hoge heren! De Romeinen waren echter zeer verstandige mensen en wisten dat de Joden pas te vertrouwen waren als zij met ziel, bloed, huid en haar, Romeinen werden. Dat kon het gemakkelijkst bereikt worden als men door zo'n aartsmagiër uit de school van Karnak de Joden bewerkte, daar zij ervoor bekend stonden dat zij het meest verslaafd waren aan wonderen. Dat moest echter wel zó gebeuren dat de Joden daarin ook hun Mozes en hun profeten terugvonden, en dat gebeurde nu zichtbaar met het beste resultaat ter wereld. Want voor wie zich niet liet bekeren door woorden en wonderen, waren altijd enige cohorten Romeinse soldaten volledig paraat om hen door de schrik te bekeren. Daarom werd er ook bij iedere gelegenheid zo fel mogelijk tegen de tempel te Jeruzalem te keer gegaan. Alle mogelijke moeite werd gedaan om de slechte dingen naar voren te brengen, terwijl men aan de goede dingen achteloos voorbij ging en daar ook met geen enkel woord over sprak, hoewel toch bekend was hoeveel goeds de tempel steeds verrichtte!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] De SPREKER van de tegenpartij die nu na Stahar's woorden reeds een aantal koppen minder telt, zegt: " Ja, ja, beste vriend, je hebt nu wel doordacht en juist gesproken, maar ons stoort alleen de medisch noodzakelijke plaatsing van de negen drenkelingen. Ook geneesheren en ervaren loodsen leggen drenkelingen zo neer en het gebeurt meermalen dat zij alleen dáárdoor al in het leven terugkeren, want in deze houding loopt het water uit de longen en wanneer nog niet iedere levensvonk in het hart gedoofd is, keert daarna het leven weer terug. Bij drenkelingen zegt men dat de geest nog drie dagen in het lichaam blijft en daarom moet op deze manier het weer tot leven wekken van drenkelingen, zelfs als deze twee dagen in het water hebben gelegen, nog mogelijk zijn. Wel, als nu in deze op Elia lijkende profeet de echte geest van God woont, waar is dan die medische voorbereiding voor nodig?!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar dat zal niet overal en niet altijd zo kunnen zijn. Ik merkte hier echter al, dat het veel mensen ondanks alle overstelpende bewijzen nog steeds moeilijk valt het goddelijke wezen van de Heer in te zien en te begrijpen. Ik zei dan ook al, dat het verklarende woord altijd meer wonderen doet, met betrekking tot het herkennen van de Heer en Zijn zuiver goddelijke heerlijkheid, dan de opvallendste wonderen. De reden schijnt hierin te liggen: Aan de echte of namaakwonderen, die altijd raadselachtig zijn, is men in onze tijd al zo gewend, dat deze eigenlijk helemaal geen uitzonderlijke verbazing meer oproepen.
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Vooral sinds de ongeveer zestig jaren dat de Romeinen over ons heersen, heeft het vrijwel gewemeld van magiërs en wonderdoeners! De in de geheime magie onervaren en onbedreven mens gooit nu echte en namaakwonderen heel gemakkelijk op één hoop, maakt geen verschil tussen echt en namaak -en kan dat ook niet omdat hem daarvoor alle elementaire kennis ontbreekt. Dat is dan ook de eenvoudige reden waarom een wonder nooit zo'n effect kan hebben als een duidelijk woord.
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dáár is dus de volle oergoddelijkheid zichtbaar, terwijl die bij de magiërs eeuwig nooit zichtbaar kan worden omdat zij daar nooit of te nimmer is en was. Maar we mogen ook wel aannemen dat onze aartsvaders door hun innerlijke, goddelijke kracht veel wonderen gedaan moeten hebben, want zonder de echte wonderen zouden zeker nooit de onechte ontstaan zijn.
Hoofdstuk 228: De toekomst van Jezus' leer volgens Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Nu zien wij weer volmaakt echte wonderen gebeuren, maar ik zal geen slecht profeet zijn als ik zeg, dat er binnen enkele honderden jaren meer valse dan echte wonderen in naam van de Heer gedaan zullen worden!
Hoofdstuk 228: De toekomst van Jezus' leer volgens Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Daarom geloof ik dan ook dat de hoogste liefde en wijsheid van de Heer, ook meermalen midden op het heldere middaguur van onze geestelijke aarde der menselijke kennis en wijsheid, donkere en duistere wolken voor het heilige aangezicht van de zon van onze geest zal laten komen, om de mensen des te meer te laten dorsten naar het licht. Door het verlies van het licht onderkennen wij pas hoe groot en onschatbaar de waarde van het echte levenslicht is.
Hoofdstuk 230: De Heer zorgt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Daardoor zal Gods liefde ten opzichte van jou ook pas reëel worden en vorm krijgen, en je zult God dan altijd kunnen zien en spreken, en de Heer zal, zoals nu hier lichamelijk voor jou zichtbaar en in je hart hoorbaar, je Leraar en Leidsman zijn en voor eeuwig blijven. En dan zal er vast geen mogelijkheid meer zijn je in je hart en je inzicht van de Heer af te wenden, want dan zul je in wil en kennis als een echte en ware zoon van de eeuwige Vader geheel één met Hem zijn. -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Om jouw ziel buigzaam te maken en de van de andere wereld afkomstige natuur van je ziel zo te vormen, dat zij ontvankelijk zou worden voor de echte en vrije waarheid uit God, teneinde binnen te kunnen gaan in de goddelijke liefde en daardoor in het volmaakte kindschap van God, was deze weg de enig ware en effectieve. ...
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Want bij een mens kan vaak een kleinigheid ervoor zorgen dat een gegeven belofte niet in vervulling gaat. Dan moeten jullie als echte leraren precies weten, wat de leerling nog mist om het meesterschap te bereiken. Wel, daar gaat de vraag over die ik je net stelde!"
Hoofdstuk 240: Rafaëls vraag over de vervulling van de belofte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Bij de liefde behoren de ware deemoed, zachtmoedigheid en geduld, omdat de ware liefde zonder deze drie niet kan bestaan en geen echte en zuivere liefde is.
Hoofdstuk 241: Het rijk van God in het hart van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Een arm mens geef je heus wel eens wat, en dan is de kleinigheid die je een behoeftige hebt gegeven, ook helemaal geen bezwaar. Maar dat gebeurt dan veel meer uit verstandelijke overwegingen, dan uit het gevoel van naastenliefde! God, hoe ver is de mens van het doel verwijderd door zijn verstand en door zijn koude oordeel, waarin zich totaal geen liefde bevindt! Wie een arme uit echte broeder en naastenliefde iets geeft en er daarbij nog een ware, deemoedige vreugde aan beleeft dat hij zijn broeders en zusters in de naam van Jehova zoveel mogelijk goeds heeft gedaan en tevens altijd de vurige wens in zich heeft nog veel meer goeds te doen en al zijn arme broeders en zusters zo gelukkig mogelijk tracht te maken door alle mogelijke vriendelijkheid, raad, woorden en blijmoedige daden, ja, hoe onmetelijk hoog staat dan de ziel en de geest van zo'n mens voor God de Heer! Maar waar staan wij pas met onze harde harten en geringe, verstandelijke vermogens?!
Hoofdstuk 242: Echt geestelijk leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MATHAËL zegt: "Je zou best gelijk kunnen hebben! De namen zijn gelijk en de wijsheid eveneens, en in dat geval is onze hemelse vriend een echte oogarts en kan hij ons de morgenster best wat nader belichten als hij wil en mag! Want bij hem hangt alles heel sterk af van de wil van de Heer. Zelf heeft hij geen eigen wil zoals wij onze volkomen eigen en vrije wil hebben."
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het is natuurlijk wel waar, dat onder zulke voorwaarden een oorlog onder de mensen van die wereld voorgoed is uitgebannen, omdat daar ook van een zonde nooit sprake kan zijn, maar mij is toch een echte zondaar op deze aarde veelliever dan zo'n Venusmens met al zijn zedelijke reinheid! Zo'n zedelijke reinheid kan ook geen waarde hebben, omdat daarnaast geen geestelijke ontwikkeling kan plaatsvinden. Want als de menselijke geest daar volmaakter zou kunnen worden, moest hij door dat symmetrische gedrag en handelen van de totale morgensterbevolking totaal de moed verliezen, omdat hij vooruit zou willen, terwijl hij als een boom op zijn plaats moest blijven staan!
Hoofdstuk 246: Voordelen van de Venus orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Mijn Nazareth zal men niet meer vinden, maar wel een ander achter het gebergte, westelijk van hier. Genezareth zal ophouden te bestaan, slechts Tiberias aan deze zijde van de zee zal blijven. Caesarea Philippi, waar we nu zijn, is al verdwenen, maar er zal er een blijven boven het meer, waar de Jordaan vandaan komt, en een in het westen niet ver van de grote zoutzee, in de buurt van Tyrus en Sidon. Van het land Samaria zal slechts het gedeelte van hier in zuidelijke richting tot aan de grote zee blijven bestaan, het kleine deel dat meer naar het oosten ligt, met het echte Sichar en de echte berg Horeb, zal ophouden te bestaan, en de latere nakomelingen zullen het zoeken en niet ver van de grote zee vinden. Maar het zal niet meer zijn dan een naam en een ongenaakbare berg, en geen waarheid. En zo zal het ook gaan met Jeruzalem en nog heel veel plaatsen van het Beloofde land, dat herhaaldelijk in een woestenij veranderd zal worden.
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...