Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 27 van 33

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33
[5] Bijgevolg lijkt de eigenliefde van de kinderen ten opzichte van de liefde voor hun ouders niet zelden verreweg sterker te zijn. Anderzijds zien we dat de kinderen van de mensen voor andere voordelen vaak hun leven bijna met doodsverachting op het spel zetten. De een zeilt in stormachtige nachten over de oceaan, de ander begeeft zich in de vuurlinie van het vijandelijke leger, een derde daalt niet zelden af naar brokkelige afgronden om kostbare metalen uit de aarde te winnen. En zo zien we dat deze uiterlijke, serieuze wereldse maatstaven van menselijke liefde zeker sterker zijn en in het algemeen zwaarder wegen dan de liefde van de kinderen voor hun ouders en de liefde voor het eigen leven.
Hoofdstuk 100: Wat betekent: God boven alles liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Ik zie al iemand komen die zegt: alles goed en wel, maar hoe moet men dit ene goddelijke woord naar God Zelf toe verwezenlijken? Hoe zou men dan eigenlijk God moeten liefhebben en nog wel boven alles? Zou men misschien op God zo verliefd moeten zijn als een jonge bruidegom op zijn mooie, rijke bruid? Of zou men op God even verliefd moeten zijn als een mathematicus op zijn wiskundige berekening of een astronoom op zijn sterren? Of zou men zo verliefd moeten zijn als een speculant op zijn koopwaar of als een kapitalist op zijn geld of als een landheer op zijn bezittingen of als een regerend monarch op zijn troon? Dat zijn de enig denkbare maatstaven voor serieuze menselijke liefde, want de liefde van kinderen voor hun ouders kan men gevoeglijk niet als een serieuze maatstaf voor liefde hanteren, omdat de praktijk ons immers leert dat kinderen hun ouders kunnen verlaten om ofwel een goed huwelijk te sluiten, veel geld te verdienen of een hoge erebaan aan te nemen. Bij dat alles treedt de liefde van de kinderen voor hun ouders meer op de achtergrond en moet ze noodgedwongen plaatsmaken voor een sterkere. Daarom zijn hier slechts de krachtigste maatstaven voor menselijke liefde aangereikt, waarbij het de vraag is, welke men nu eigenlijk voor de liefde tot God moet aanleggen.
Hoofdstuk 100: Wat betekent: God boven alles liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] We zijn al bij de bomenrijen of lanen, waarin jullie de mooist bloemrijke wegen ontdekken waarop hier en daar kinderen vrolijk wandelen. Laten we nog maar wat verder gaan, dan zullen we ons weldra bij het eerder ontdekte paleis bevinden.
Hoofdstuk 73: Schoolgebouw van de twaalf goddelijke geboden. Eerste zaal - uitleg over het eerste gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Hier voor ons is reeds de poort; laten we dus maar dapper naar binnen gaan! We zijn in de tuin. Kijk hoe aardig en mooi geordend alles is aangelegd. Kleine bomenlanen doorkruisen de grote tuin en bij iedere kruising zien we een klein rondeel van bomen dat in het midden gesierd is met een kleine tempel. De wegen zijn met het mooiste gazon bedekt, waardoor zij een buitengewoon zacht te bewandelen weg vormen. Tussen de lanen ontdekken we vrije ruimten waarop een overvloed aan de mooiste bloempjes groeit, ongeveer zoals wellicht in een goed voorjaar op de weiden van jullie aarde.
Hoofdstuk 67: Intrede in het kinderrijk. Praktische methode tot zelfontwikkeling van de kinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Wegen met het oog hierop deemoed en liefde wel voldoende tegen zo'n ondankbaarheid op, vooral als niet eens God Zelf het onuitsprekelijke 'meer' in de situatie van het kindschap Gods voor mij uit de weg kan ruimen?
Hoofdstuk 61: Deemoed en het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Jullie weten dat het voortschrijden van de geest niet bestaat uit het alsmaar wijzer worden, maar enkel en alleen uit het steeds meer vervuld worden van liefde voor de Heer, en uit deze steeds grotere rijkdom aan liefde groeien alle andere volmaaktheden en bekwaamheden van de geest zonder meer op. Als dat helder en begrijpelijk is, dan is de vraag: hoe moet de mens het aanleggen om zo vlug mogelijk een overvloed aan liefde voor de Heer te verkrijgen? Want het is toch bekend dat een heleboel mensen zich echt veel aan de Heer gelegen laten liggen. Vraagt men hun echter naar hun geestelijke vervolmaking, dan zeggen ze:
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] De leeuw is geen muggenjager, maar wie muggen vangt en zich bezighoudt met het wegen van een pluk schapenwol, heeft zeker niet de aard van een leeuw. Zo heeft ook de satire, evenals andere aanverwante geestigheden met de eigenlijke diepzinnigheid van de geestelijke wijsheid bitter weinig van doen. Men zou deze heel goed en zeer typerend een echte parasiet op de boom van diepe innerlijke kennis van het leven kunnen noemen.
Hoofdstuk 48: De twaalf pijlers van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ik denk dat we hier niet veel kritische beoordelingen nodig hebben, want men kan de bijzondere luchtigheid van zo'n gebod al op het eerste gezicht doorzien. Een gebod moet er immers altijd zijn voor een zekere waarborg van een bestendige realiteit, waarvan het verlies voor eenieder veel moet betekenen. Wat echter een luchtkastelenarchitect ten opzichte van een andere luchtkastelen-architect verliest als deze daadwerkelijk wederrechtelijk de vermetelheid zou hebben om dezelfde luchtkastelen te bouwen als zijn collega, dan denk ik dat er om zo'n enorme schade af te wegen toch zeker een buitengewoon fijne, ja bijna etherisch schimmige precisieweegschaal nodig zou zijn. Ook al zou, naar de mening van een bepaalde sekte op aarde, de aartsengel Michaƫl van dergelijke instrumenten werkelijk ten overvloede voorzien zijn, dan ben ik er toch vast van overtuigd dat hij zo'n uiterst fijngevoelige weegschaal niet heeft.
Hoofdstuk 87: Negende zaal - negende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Aangezien echter zowel de man als de vrouw op dit gebied vaker een sterke behoefte voelen om zich te bevredigen, waarbij men zich toch niet telkens kan verplichten om een kind te verwekken, zou het dan indruisen tegen het recht om zijn verstand te gebruiken en middelen te bedenken waarmee de bevrediging van deze drang bereikt kan worden, hetzij door de loze bijslaap met vrouwen, door zelfbevrediging of desnoods door de zogenaamde knapenschending? Want de mens onderscheidt zich immers juist van het dier doordat hij deze meest natuurlijke drift langs andere wegen kan bevredigen dan enkel langs die waarop hij door de ruwe natuur is aangewezen. Bijgevolg zijn heel in het bijzonder de goedgeconditioneerde bordelen en dergelijke instellingen meer te rechtvaardigen en kunnen deze het menselijk verstand geenszins tot oneer, maar toch alleen tot eer strekken!?
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Wat kan men hieruit opmaken? De hoogtevrees heeft de zwakte in de voeten van onze goede wandelaar aan het licht gebracht, en daarom denkt hij zelfs aan het veiligheidskoord weloverwogen na over elke stap die hij zet, maar desondanks is hij toch steeds bang dat hij ongemerkt een verkeerde stap zal zetten. Zo is het ook met onze huwelijkskandidaat; op de alledaagse levensvlakte heeft hij zich heel goed kunnen bewegen, maar op deze belangrijke hoogte, waar het om de veiligheid van elke stap gaat, komt het erop aan, elke stap, dus ieder woord, op een goudschaaltje te wegen om de zaak, zoals jullie plegen te zeggen, niet in het honderd te laten lopen.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wanneer vraagt dan een geest voor wie de wegen tussen werelden zelfs openstaan, naar de steilte van een gebergte op een wereld? Daarom zullen we ook wel zonder hinderlijk moe te worden met de minste moeite over deze steilte komen.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Uit de vlam klinken nu de volgende woorden: aldus geschiede naar jullie wil! Toch moet er altijd hout op het altaar liggen, want Ik wil de wegen waarop Mijn grote liefde en erbarming wandelen, in stand houden.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] En kijk daar nu nog eens; die volkomen ronde berg, die op een tamelijk lage, maar van boven afgeknotte piramide lijkt, wordt aan de voet omgeven door een prachtige, ongeveer honderd klafter brede gracht. Die hele gracht is kunstig aangelegd en helemaal met het fijnste witte marmer geplaveid terwijl de beide oevers met gouden balustrades zijn afgezet. De wegen langs beide balustrades zijn glimmend geplaveid met jaspis en langs de weg staan aan de kant die van de gracht af ligt, de prachtigste fruitbomen.
Hoofdstuk 19: Een nieuwe plaats. Prachtig gebouw op een heuvel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De wegen zijn, zoals ik merk, zelfs net als ligbanken van onderen opgevuld. Ja, men ziet een steeds grotere verkwisting in jullie bouwkunst. We hebben nu al een flink stuk in de tuin afgelegd, maar het hoofdgebouw lijkt nog heel ver op de achtergrond te staan.
Hoofdstuk 12: Het echte bouwen - ontwikkeling van hetgeen in jullie is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Kijk, daar is de tuinpoort al. Zoals ik zie, zijn jullie wel heel prachtlievende bouwmeesters, want de tuinmuur bestaat uit louter edelstenen en de poort uit zuiver goud. Kijk daar eens: de tuinpaden zijn allemaal bestrooid met zand dat met goud en zilver vermengd is en de vruchtperken van de tuin zijn heel sierlijk omgeven door kleine gouden omheiningen, waarvan de sluitingen zonder uitzondering met prachtige, veelsoortige edelstenen bezet zijn. Nee, werkelijk, dat noem ik toch verkwistend gebouwd! Zelfs de in mooie rijen geplaatste fruitbomen zijn door zilveren hekken omgeven, terwijl in het midden van elk perk een kleine fontein is aangebracht, waaruit het water in de meest veelsoortige vormen omhoog spuit. Omdat de wegen zo prachtig zijn aangelegd, moeten we toch maar wat verder de tuin in wandelen.
Hoofdstuk 12: Het echte bouwen - ontwikkeling van hetgeen in jullie is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33