Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5822 resultaten - Pagina 27 van 389

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[5] Ik zeg: 'Laat je niet in het minst storen! Uiterlijk kunnen wij met z'n allen niet tegen dit ondier op, want het is een volwassen leviathan: maar onze innerlijke kracht dwingt hem tot aan het eind van de wereld te vluchten; maak je dus helemaal geen zorgen! Een klein uurtje nog, en dan hebben jullie de slagbomen en grensvestingen van de dood doorbroken, en dan zal de heerschappij over de hele hel en haar leger jullie loon zijn!'
Hoofdstuk 225: De leviathan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zei het volgende: 'Jullie hebben nu een nieuwe manier en methode leren kennen, waardoor de mens van de materie over kan gaan naar het steeds zuiverder en reiner geestelijke, en hoe hij op deze weg heer over zichzelf en daardoor uiteindelijk ook over de gehele uiterlijke wereldse natuur kan worden. Volg daarom regelmatig deze weg in Mijn naam, en je zult een grote beheersing over je hartstochten en daardoor over de hele natuur en in de andere wereld over alle schepsels krijgen.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Borus zegt: 'Wat dan, wat dan? - Zo heeft de wereld altijd al terwille van haar hang naar een goed leventje, futloze vragen gesteld aan de een of andere vriend die meer gaf om de zuivere waarheld dan om alle koninkrijken van de met vloek beladen wereld; en daarom vindt de heilige waarheid ook altijd haar graf in de huid en de buik van de mens, die van een goed leventje houdt!
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie meer geeft om het goede leven en een schitterende reputatie in de wereld dan om de goddelijke waarheid, die raakt, al heeft hij nog zo'n goede inborst, in zulke vragen en overwegingen verzeild, trekt zich dan uit het goddelijke licht in de duisternis van de wereld terug en verloochent op die manier God en al Zijn licht, -en als men vraagt: Waarom? - Wat noodzaakt zijn hart daartoe? Wel, niets anders dan zijn hang naar alle soorten van luxe! Gulzig grijpt hij daarom naar alles waarmee hij zich een goed leventje kan verzekeren; en als hij dan vaak met veel moeite en inspanning datgene bereikt, waar hij zijn wereldse zinnen op heeft gezet, gooit hij alle waarheid over boord; en bij het geringste teken dat hij door haar iets af zou moeten staan van zijn prachtige vaste welvaart, tiranniseert hij alles, wat ook maar een vonkje echte waarheid in zich heeft.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] 'O mijn God en mijn Heer! Wat bent U toch genadig en barmhartig voor mij! Oh, ik zie nu, dat er geen dood is; ik zal eeuwig leven! Ach, hoe heerlijk, God, zijn Uw hemelen! Kinderen, kijk naar Hem, Die nu mijn stervende hoofd met Zijn armen ondersteunt! Hij is mijn God, mijn Schepper! O hoe zalig is het, in de almachtige armen van je Schepper op deze armzalige wereld te sterven!'
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Omdat echter op majesteitsschennis de onherroepelijke straf van de dood of de eeuwige verbanning staat, kunt u nu kiezen wat u liever heeft, onthoofding door de bijl of verbanning naar Europa's ijsland! Ik heb gesproken in de naam van de keizer en diens wijze wet! Dit alles moet direct ten uitvoer gebracht worden! AI vergaat intussen de hele wereld, het recht zal worden uitgeoefend!
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Dan zegt de opperrechter, die Faustus Caji Filius heet: 'Dat moest er nog bijkomen! Ik ben toch zelf in mijn hart een van de vurigste aanhangers van Uw goddelijke leer! Want ik vind, dat een God die een wereld kon bouwen en daarop allerlei levende wezens en tenslotte zelfs mensen kon scheppen, buitengewoon wijs moet zijn! Als zo'n wijze God de mensen een leer wilde geven, dan moest die leer toch ook zeer wijs zijn. Deze zou dan toch zeker geheel overeenstemmen met de natuur en de onderlinge instandhouding van zeg maar -Zijn mensen.
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar de ene Farizeeër zegt: 'Dat weet ik, maar van God is hier geen sprake; het gaat hier alleen maar om jullie schandalige bedrog tegenover de Romeinen. Door een schandelijke list wisten jullie de grote buit zo keurig van de Romeinen te stelen, dat de hele wereld zich daar echt over moet verbazen."
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] U noemt zich Gods kinderen en zegt, dat God uw vader is! Waarlijk voor de God, die zulke kinderen ter wereld brengt, zou ik in der eeuwigheid niets doen; want die noemen ze bij ons Romeinen volgens de mythe Pluto, - en Satan of Beëlzebub, dat is uw vader!
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zei: 'Beste vriend en broeder! ledere dag die met goede daden gevuld wordt is een echte sabbat, en op iedere dag waarop men iets gedaan heeft wat beslist goed is, heeft men alleen al daardoor een echte sabbat gevierd. Daarom moet je op deze sabbat zoveel goeds doen als je maar kunt en wilt, en het zal je zeker niet als zonde aangerekend worden, behalve door de slechte wereldse dwazen, die zelfs de wind vervloeken als hij op sabbat waait, en dat ook doen met de regen en de scharen door de lucht vliegende vogels. Zulke dwazen moeten ons nooit dienen als een te volgen voorbeeld, maar alleen als een bovenal afschuwwekkend voorbeeld. want zij vervloeken het goede en willen dat hun slechte daden door de hele wereld hoog geroemd worden! Nu weet je wat je op iedere sabbat moet doen!
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik, dezelfde Christus die voor tweeduizend jaar als God en mens op deze aarde leerde en werkte, geef in deze tijd dit gebeurde van lang geleden door een daarvoor uitgekozen knecht opnieuw aan de mensen. Nu zou iemand wel eens kunnen vragen:
Hoofdstuk 241: Een woord voor onze tijd. (26.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als men het kind niet volledig bezeten wil laten worden moet dit lichaamsvreemde door wat voor geschikte ziekte dan ook verwijderd worden. Om een zwakker kinderzieltje niet te zeer te kwellen, kan men ook de ziel tot aan een bepaald tijdstip behoeftig in het voor de helft vreemde lichaam door laten leven. Waarna men haar dan door lessen van de uiterlijke en innerlijke geestenwereld samen tot zoveel inzicht kan brengen, dat zij ten slotte zelf haar parasieten door vasten en allerlei andere ontzeggingen begint uit te drijven. Ook kan men haar, als de parasieten te hardnekkig zijn, het gehele lichaam ontnemen en dan zo'n ziel in een andere wereld voor het eeuwige leven opvoeden.
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Dezelfde voorzorgsmaatregel wordt getroffen bij alle voor de menselijke consumptie bestemde graansoorten en planten.
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De schatten uit de grot van Kisjonah, bestaande uit goud, zilver en een groot gewicht aan geslepen en ongeslepen zeer waardevolle edelstenen, komen 's avonds laat aan. Daaronder bevinden zich ongeveer drie pond geslepen en zeven pond ongeslepen diamanten, net zoveel in dezelfde staat verkerende robijnen, een zelfde hoeveelheid smaragden, hyacinthen, saffieren, topazen en amethisten, en ongeveer vier pond parels, zo groot als grote erwten. Het goud woog meer dan twintigduizend pond en het zilver vijfmaal zoveel.
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Het is voldoende dat je ziet dat de aarde er is om de mensen te dragen en te voeden! Zou je weten hoe ze gemaakt was, dan zou zij haar bekoring voor je verliezen en de wens zou in je opkomen om een willekeurige andere aarde te analyseren. En als je daarbij dezelfde ontstaans - en bestaansreden zou ontdekken en datzelfde ook bij een derde, vierde en vijfde, zou je helemaal geen zin meer hebben nog een zesde en een zevende te onderzoeken. Zo zou je dan traag, lusteloos, het leven verachtend en geërgerd, het leven gaan verwensen en het uur vervloeken waarop je jezelf die kennis bijbracht, - en zo'n toestand zou dan de zuivere dood zijn voor je ziel!
Hoofdstuk 5: De geschiedenis van de gevonden schat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...