Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 27 van 90

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[6] Maar met het oude gewaad bedoel ik zeker niet Mozes en de profeten -want die zijn zuiver hemels goud -, maar met het oude verscheurde gewaad bedoel ik jullie door mensen opgestelde regels. Daarmee en met de voorschriften van de tempel is niets meer aan te vangen; want als men een geheel nieuwe lap op een. Wijd gapende scheur zou zetten, dan zou men die toch niet vast kunnen naaien, omdat de stof van het oude gewaad te zeer vergaan is en er daardoor geen steek meer aan vastgehecht zou kunnen worden.
Hoofdstuk 100: De leer van Mozes en de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mozes heeft weliswaar voor de toenmalige tijd een wet aan het Israëlitische volk gegeven voor de gehele huishouding en voor alle behoeften en noden van de mensheid; maar die heeft men al helemaal vervormd en ook als hij niet vervormd was zou hij niet meer bij Mijn leer passen. Want als men ploegt kan men met oogsten; als de gezaaide tarwe echter gerijpt is, neemt men maaiers in dienst en dan hebben de maaiers niets aan, een ploeg. Mozes heeft geploegd, de profeten hebben gezaaid en nu is de maai- en oogsttijd gekomen, waarin men Mozes met de ploeg in de hand niet meer kan gebruiken. Daarom zullen wij nu oogsten en alles in onze schuren brengen wat rijp is; maar na de oogst zal jullie de ploeg van Mozes weer in handen worden gegeven om de grond opnieuw los te maken en om opnieuw de zuiverste, hemelse tarwe in te zaaien, en er zullen wachters ontboden worden die goed zullen opletten dat er geen vijand komt en onkruid tussen de zuivere tarwe zaait!"
Hoofdstuk 100: De leer van Mozes en de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De Joden hebben wel de besnijdenis, die een voorloper is van de doop en die op zichzelf en voor Mij geen enkele waarde heeft als de besnedene niet ook tevens een besneden hart heeft. Ik bedoel met een besneden hart een gereinigd en met alle liefde vervuld hart, dat meer waard is dan alle besnijdingen vanaf Mozes tot en met nu. Na de besnijdenis kwam een tijdlang de waterdoop van Johannes, die door zijn leerlingen wordt voortgezet. Deze doop betekent op zichzelf echter ook niets, als de verlangde boetedoening daaraan niet reeds voorafgaat of er toch heel zeker op volgt.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] IK zeg: "O ja, de Birmaanse priesters maken gebruik van deze taal (het Sanskriet) , en het was de oertaal van de eerste mensen van deze aarde; die van jullie, de oud-Egyptische en ten dele ook die van de Grieken, stammen alle bijna geheel al van deze ene en eerste mensentaal. Denk je soms dat je vader Abraham, Isaäk en Jacob zou verstaan als zij hier waren en zo zouden spreken als zij eertijds gesproken hebben? O zeker niet, geen enkel woord van hen zouden jullie verstaan! Het begrijpen van de boeken van Mozes kost je al zoveel moeite, terwijl die toch bijna duizend jaar jonger zijn dan Abraham, hoeveel te minder dan de aartsvaders zelf! Ja, er is bij de Joden erg veel veranderd, dus, zonder een tweede Babylonische spraakverwarring, ook de taal. -Is dat je nu ook duidelijk?"
Hoofdstuk 129: Het scheidingsproces van de ziel van het lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] 'Mij is de toorn en Mij is de wraak!' spreekt de Heer door de mond van de profeet. Dat dat zo is, bewijzen de verdrijving van Adam uit het paradijs, de zondvloed ten tijde van Noach, de goedkeuring van de vloek van Noach over een van zijn zonen; later de ondergang van Sodom en Gomorra en de tien omliggende steden op de plaats waar wij thans de Dode Zee bewonderen; nog later de plagen van Egypte en die van de Israëlieten in de woestijn; dan de door God bevolen moorddadige oorlogen tegen de Filistijnen, de Babylonische gevangenschap en nu uiteindelijk de totale onderwerping van het volk van God door de macht der heidenen!
Hoofdstuk 141: Gods 'toorn'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Is het dan nog niet tot je doorgedrongen dat alle vijf boeken van Mozes en alle profeten, en de geschriften van David en Salomo alleen maar langs de weg van innerlijke, geestelijke analogie begrepen kunnen worden?!
Hoofdstuk 142: Gods 'toorn' bij Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mozes beschreef deze geschiedenis net als al het andere in de toen gebruikelijke schrijftrant, dat wil zeggen in beelden waarin hij geïnspireerd door de goddelijke geest steeds Mijn voorzienigheid duidelijk liet uitkomen, wat echter alleen door middel van echte en ware gelijkenissen te verwezenlijken is.
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] In Mozes staat bijvoorbeeld: 'En God de Heer maakte de mens uit een klomp aarde, en Hij blies de levende adem in zijn neus. En zo werd de mens een levende ziel. ' Als men letterlijk zou mogen aannemen wat er staat, zou U als God, volgens deze weliswaar erg duistere woorden, de mens toch wel een reeds volmaakte ziel door de neusgaten ingeblazen hebben, en de gehele mens zou dan naar Uw gelijkenis een volmaakte ziel geworden zijn. Maar het een is al net zo onbegrijpelijk als het andere. Daarom vraag ik U ons allen, ook al is het maar heel bescheiden, enige opheldering te geven!"
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar het was de vrouw die hem de eerste aanduiding gaf voor de verwekking, want de vrouw kreeg als eerste in een droom te zien hoe de verwekking plaats moest vinden. Wij zullen hier niet verder op ingaan, maar, vriend Stahar, Ik zeg je alleen: alles ging heel natuurlijk en er gebeurde niets tegennatuurlijks. Toch zag Mozes dat dit alles slechts in overeenstemming met de wil van Jehova kon gebeuren; Gods geest liet hem zien dat deze heel natuurlijke leiding via opgedane ervaringen door Mij, dat wil zeggen door Mijn geest, werd bestuurd en daarom plaatste hij God in overeenkomstige beelden steeds naast dit eerste mensenpaar en personifieerde hij ook Mijn invloed in de meest beknopte maar toch zeer passende beelden zoals deze toentertijd algemeen gebruikelijk waren en ook zijn moesten, omdat overal voor de leiding van het volk en van de volkeren zulke beelden noodzakelijk waren.
Hoofdstuk 142: Gods 'toorn' bij Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] U, o Heer, weet echter wel wat ons in deze sterfgeschiedenis allemaal een raadsel zal blijven! Daarom wil ik over het geheel zeker geen vragen meer stellen, omdat de hele geschiedenis toch al van a tot z een vraag is; o Heer, leg daarom meteen liever alles uit, want ik weet niet wat ik er mee aan moet! De ziekte op zich was al erg raadselachtig, Iaat staan de verschijnselen tijdens en na het sterven! Het boven het huis opstijgen van de blauwe nevel, die kennelijk geestelijk was, de dieren daarin, daarna de splitsing van de ene grote ballon in twee kleinere, de plagende eksters, de reusachtige adelaars, de verandering daarvan in koeien zonder horens, enzovoorts, -kortom, alles is een fabel die absoluut niet, en door niemand, te geloven is als men die zo maar ergens zou vertellen! Maak daarom, o Heer, als U zo genadig wilt zijn, deze geschiedenis wat begrijpelijker voor ons; want tot op heden hangt tussen mij en die geschiedenis meer dan de drievoudige doek van Mozes! "
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Cyrenius:) "Maar met Mozes raak ik ondanks alles niet erg vertrouwd. Er moet veel in verborgen liggen wat buitengewoon groot en waar is. maar wie, buiten U, begrijpt zijn geschriften?
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Met deze teksten zou men de scheppingsgeschiedenis nu als afgedaan moeten beschouwen; maar, dat is in de verste verte niet zo! Verderop, nadat God de Heer Zijn schepping overal bekeek en alles zeer goed vond, laat Mozes weer door God de eerste mens uit leem of uit een klomp aarde maken en hem door de neus een ziel inademen, en de mens zou nu helemaal gereed zijn; alleen schijnt God vergeten te zijn dat de man ook een vrouwtje nodig heeft!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] In de eerdere teksten staat weliswaar: 'En God schiep een mannetje en een vrouwtje'; maar hier, verderop, laat Mozes Adam lang alleen zijn, en laat pas dan door God tijdens een diepe slaap de eerste vrouw uit zijn rib scheppen of maken! Wel, wie dat verstandig en zinvol kan combineren, begrijpt beslist meer dan ik!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Maar de insecten, vliegen, bijen, wespen, horzels, vlinders en nog een groot aantal kleine luchtbewoners, die men toch geen kruipend gedierte kan noemen, heeft Mozes helemaal vergeten, evenals de ontelbare bewoners van de zee, de vissen niet meegerekend; want zowel in de lucht als onder de hemel spreekt hij alleen maar van vogels, en in de zee alleen maar van vissen. Dat is ook wat vreemd!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar laten we daar maar aan voorbij gaan, want men kan onder het begrip 'vogel' tenslotte toch wel alles wat de lucht bewoont in meest algemene zin verstaan, en onder het algemene begrip 'vis' alle dieren die in het water leven. Maar of Mozes de begrippen die hij gebruikt ook zo ruim genomen heeft als voor een goed begrip nodig is, zou ik in geen geval willen beweren!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...