Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3483 resultaten - Pagina 27 van 233

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[4] Omdat niemand daar meer aan zou kunnen twijfelen, zou men ook verplicht zijn zo'n duidelijk vaststaande waarheid op te volgen omdat men zichzelf anders voor een dwaas moest houden, of omdat ieder verstandig mens hem dat zou vertellen!
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De aangename gevoelens bij de geslachtsdaad moeten op zichzelf niet de reden tot de daad zijn. De reden mag alleen zijn dat een mens verwekt zal worden!
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Naast de zonde tegen de gewone kuisheid begaat degene die met een hoer gemeenschap heeft, echter ook nog een zonde tegen het menszijn van zichzelf en van de hoer, omdat hij door die handeling zijn aard gemakkelijk grote schade toebrengt en de blinde hoer nog meer verhardt in haar geheime bezetenheid en haar daardoor ongeneeslijker maakt, hetgeen weer een zonde is tegen de naastenliéfde.
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar waar is dat allemaal goed voor?! Weg met dit leven, want men heeft geen slecht tijdelijk leven nodig en nog minder een eeuwig leven dat in het gunstigste geval misschien wat beter is! Het volkomen niet-bestaan is op zichzelf al de ware gelukzaligheid!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar dat voorschrift is ook een echte kameel waarop de Farizeeën al heel veel valse en slechte waren als echte de tempel hebben binnengesmokkeld, die het volk tegen de hoge prijs van zijn morele vrijheid voor volkomen echt moet kopen. Dat is een kwalijke zaak. Mij lijkt zo'n voorschrift, dat slechts aan bepaalde mensen een exclusief voorrecht geeft, een duivels gat waardoor de satan altijd binnen kan komen in het heiligdom. Deze bevoorrechte heiligen overschatten zichzelf, worden eerst in zekere zin op een vrome wijze trots en met een heilig geurend profetenaureool omgeven, maar later worden zij dan in volle ernst heerszuchtig en tiranniek, hoogmoedig en mateloos trots, - maar zitten nog steeds op de zetels van Mozes en Aäron! Ik vind echter broeder, - weet je, zo onder vier ogen! -dat dan de satan maar beter zelf meteen deze heilige zetels in beslag zou kunnen nemen! En door zulke ware plaatsvervangers van de satan op de zetels van Mozes en Aäron zijn heel kwade, menselijke voorschriften in de plaats gekomen van de goddelijke en wij moesten ze slikken, omdat het kameelachtige 'hellegat' voorschrift beveelt te luisteren naar hen, die op de heilige zetels zitten en te doen, wat zij bevelen.
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Waar men ook komt, in welke school men zich ook maar laat inwijden, overal vindt men in plaats van een duidelijk vooruitzicht een blind geloof vergezeld van een totaalongegronde hoop. Zo hebben de mensen -: zeg maar voor de eventuele verwerkelijking van de hoop die uit hun eigengemaakte geloof voortkomt -overal wetten gemaakt waarmee zij zichzelf en hun medemensen zonder enige reden vaak ondragelijk kwellen.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Heeft de mens al de vereiste en voorgeschreven levensvoorwaarden vervuld en heeft hij God boven alles liefgehad en zijn naaste -zelfs dan als deze hem als een erge vijand heeft vervolgd -meer dan zichzelf liefgehad, dan heeft hij in zichzelf de in het hart van zijn ziel gelegde vonk van de goddelijke geest leven gegeven en tot groei aangezet.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar er blijft nog een belangrijke vraag over, en die is heel eenvoudig: Zullen de mensen het begrijpen en zuiver bewaren, die hetzij ruimtelijk zeer ver van hier leven, of die ver na deze tijd zullen leven? Want ook al is de leer op zichzelf nog zo zuiver en waar, men zal wel geloven dat deze van een grote profeet afkomstig is, -maar om te aanvaarden dat God zelf in vlees en bloed de mensen dat heeft geleerd, zal een moeilijk en wankel geloofspunt worden, temeer omdat Hij zogezegd een natuurlijke zoon is van een zekere Maria, die later de vrouw van een timmerman met de naam Jozef werd! En dat is nu al ruimschoots bij het volk bekend en het zal dus wat moeilijk zijn om juist het volk dat bepaalde gevoel van menszijn met betrekking tot de Heer te geven, hoewel in óns daarover zeker geen twijfel meer bestaat.
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] De Heer Zelf zei immers, dat dit allemaal moet worden toegelaten vanwege de zelfbeschikking en de ware levensvorming van iedere enkeling op zichzelf, zonder welke niemand een echt kind van God kan worden en binnen kan gaan in de eeuwige heerlijkheid van de Vader!
Hoofdstuk 228: De toekomst van Jezus' leer volgens Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] RAPHAËL antwoordt: "De sterke lichtuitstraling wordt veroorzaakt door de buitengewoon snelle vlucht door de lucht. Er ontstaat een zeer grote wrijving met de luchtdeeltjes, waar hij hard tegen aandrukt omdat zij hem niet snel genoeg kunnen ontwijken. Op deze hoogte ontbrandt de lucht echter als zij teveel wordt samengeperst of teveel druk ondervindt en omdat de lucht in de gehele baan van zo'n meteoor steeds maar door ontbrandt, is het op de plaats waar zo'n meteoor zich in zijn baan bevindt altijd zo licht als de bliksem, en omdat achter de met zo'n hoge snelheid voort vliegende meteoor een luchtledig ontstaat, waarvan de wanden nog sterk door het vuur aangetast zijn, ziet men achter de meteoor ook altijd een staart, waarvan het felle gloeien afneemt en die op zichzelf alleen maar een verschijnsel en geen werkelijkheid meer is.
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL zegt: "Nee, ze zien er precies hetzelfde uit, alleen is de grootte natuurlijk verschillend! Maar er komt nu toch nog een vraag bij mij op en wel de volgende: "Voor jou is het zonder moeite mogelijk zo'n steen met ongelooflijke vaardigheid en kracht zodanig weg te slingeren dat de lucht door de ontzettende snelheid van de geworpen steen door de druk ontbrandt en de steen zelf meteen meer dan gloeiend wordt. Je hebt ons al zo vele proeven van je onbeschrijflijke vaardigheid en kracht gegeven dat wij aannemen dat het jou niet veel moeite kost. Bovendien ben je één van de machtigste engelengeesten, die met hele hemellichamen als met hazelnoten zou kunnen spelen en een zon zelfs in een oogwenk zo diep in de eindeloze scheppingsruimte zou kunnen slingeren, dat een bliksem honderdduizend maal honderdduizend jaar nodig zou hebben om haar te bereiken! Voor zo'n experiment heeft God je de ons natuurlijk nog zeer onbegrijpelijke kracht en macht verleend. Maar hoe kan de zon, die toch een traag natuurlichaam is, uit zichzelf ook zo'n kracht ontwikkelen?"
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik zou het helemaal niet prettig vinden als alles mij nu net zo duidelijk zou zijn als de Heer Zelf. Als er in de gehele oneindigheid niets meer zou zijn dat ik niet zou kennen, zou ik van het leven gauw genoeg hebben. Maar nu zijn er zo oneindig veel diepzinnige en zeer versluierde zaken, dat wij daarmee in der eeuwigheid niet klaar zullen komen. Ik moet nu openlijk toegeven dat daarnaast en daarbij, Gods zaligheid zeker niet benijdenswaardig zou zijn, als wij als Zijn schepsels en kinderen alles zo.duidelijk inzagen als Hij Zelf, en Zijn eeuwige en oneindige volmaakte wijsheid zou Hem ontzettend gaan vervelen, als Hij die alleen maar voor Zichzelf kon gebruiken!
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik meen daarom dat mijn veronderstelling niet te veel uit de lucht gegrepen is, als ik zeg: De Heer heeft niet alleen voor ons, maar ook voor Zichzelf, vlees en bloed aangenomen en Zich zo op de aarde naar ons, Zijn natuurlijk nog erg onbeschaafde kinderen, begeven! Hij had dat, wat Hij zou doen, ál eeuwen van tevoren gezien en wij zijn nu getuigen van de uitvoering van het eeuwige, grote plan! - Raphaël, zeg jij nu of ik nu goed of fout heb geoordeeld!"
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Reeds het dier bezit zoveel liefde dat het zichtbaar verlangt naar zijn soortgenoten, hoeveel te meer dan een met diep gevoel, geest en rede begaafd mens! Wat baten hem alle grote kundigheden en talenten als hij daarmee niemand dan alleen maar zichzelf zou kunnen helpen?!
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Om ons mensen van deze aarde, jullie engelen van alle hemelen, en alle schepselen van de gehele oneindigheid een des te grotere zaligheid te bereiden, kwam Hij Zelf als mens naar ons op deze aarde om Zich letterlijk Zelf als mens van vlees en bloed aan de andere mens te openbaren. Vriend, schepsel of engel van eeuwigheid, of mens zoals ik ben, dat doet de Heer niet alleen terwille van ons, maar dat doet Hij ook terwille van Zichzelf. Want Hij zou in de loop der tijden van verveling vergaan als Hij met Zijn alwetendheid Zelf heel duidelijk gewaar moest worden, dat Hij als een in de hoogste graad vormloze, eeuwige, ofschoon volmaakte intelligentie, door Zijn schepselen nooit gezien en nog minder aangesproken zou kunnen worden en daardoor ook onherkend moest blijven!
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...