Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 27 van 728

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...
[11] Wie Mijn leer aan deze zijde geheel zal aannemen, gaat reeds in zijn lichaam over deze brug; wie echter op de aarde Mijn leer lauw en onvolledig of helemaal niet aanneemt, die zal in die andere wereld een diepe duisternis om zich heen vinden, waardoor het heel moeilijk voor hem zal zijn om deze brug te vinden!
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar de mensen, die in het geheel niet met Mijn leer in aanraking komen, krijgen aan de andere zijde gidsen, die hen naar deze brug zullen brengen. Als de met Mijn leer onbekende geesten de gidsen volgen, zullen ze ook over de brug tot het ware leven komen; als ze echter hardnekkig bij hun eigen leer blijven, dan zullen ze overeenkomstig hun leer als schepsel slechts naar hun levenswandel geoordeeld worden en nooit het kindschap van God bereiken! -Kijk, zo zit het in elkaar! Denk er over na en zeg Mij, wat je er van denkt, -maar vlug; want weet je, Mijn tijd in deze plaats is bijna verstreken!'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (Want Hij zelf Jezus, getuigde dat een profeet in eigen land niet meetelt. joh. 4:44) Temidden van zoveel streekgenoten heeft een profeet echter weinig waarde, tenzij hij een grijsaard is! Alleen wat een grijsaard zegt is voor de dwazen Gods woord, en de wijsheid van een jonge man houden ze voor een spel van de verhitte fantasie, waar maar een vleugje verstand bij te pas komt. En ook al zijn de wonderen nog zo buitengewoon, men verwijst ze toch zonder uitzondering naar de thans helaas zo veel voorkomende kunsten der magie. De mensen zijn nu zo blind, dat ze het valse niet van het echte kunnen onderscheiden en dus geloven ze maar liever niets meer .
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik neem echter de man Matthéus, die hier schrijver bij de tol was, vanwege zijn snelle en leesbare handschrift met Mij mee om Mijn lessen en daden op te schrijven; daarom had Ik graag voor wereldse doeleinden een reispas voor hem!'
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De overste zorgt daar meteen voor en bedankt Mij uit het diepst van zijn hart voor alles. Alle overige gasten, opgewekt door het voorbeeld van de overste, doen hetzelfde; maar verscheidene zijn vermoeid door de dagreis, aan de tafels en banken ingeslapen. De wakenden willen hen wakker maken. Ik :zeg echter: 'Laat ze rusten tot het dag is! Ik ga nu liever midden in de nacht in alle stilte weg, dan baart het vertrek niet Zo'n opzien. Blijven jullie allemaal hier tot het dag wordt, en laat niemand met Mij of de Mijnen meegaan, behalve dan in jullie harten.
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Mijn Jonaël, zorg ervoor dat Mijn leer hier wortelt en dan als een nieuwe levensboom vele en goede vruchten drage! Ik geef je daarbij door Mijn naam ook een hemelse bovenzinnelijke macht; Iaat je echter door je ijver niet verleiden daarvan een ontijdig en daardoor onwijs gebruik te maken, want dan zou je meer schaden dan helpen! Gedurende enige tijd zal Ik je een engel in je huis geven; van hem zul je de hemelse macht wijs leren gebruiken! Zeg echter tegen geen enkele vreemde dat er een engel uit de hemel in het huis van J onaël woont.
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Beiden omvatten echter Mijn voeten, maken ze met hun tranen nat en Joram roept: 'O heilige tijd, haast je en breng de Heer der heerlijkheid voor altijd bij ons in Zijn huis! - O Heer, denk aan ons die U liefhebben uit de volheid van onze harten, en kom gauw en blijf dan altijd bij ons!'
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Als je het zó gebruikt, zal dit werktuig jullie het eeuwige leven bezorgen en verzekeren. Als je het echter anders gebruikt, dan wordt dit werktuig als een te scherp mes in de handen van een onmondig kind, dat zich daarmee maar al te gemakkelijk en te snel een dodelijke wond toebrengen zal, die een dokter vrijwel niet meer kan genezen!
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Na deze mededeling sta Ik op, geef de nog wachtende engelen een teken dat zij alleen begrijpen, en allen verdwijnen, behalve die van Jonaël. Ook de zichtbaar geopende poorten der hemelen sluiten zich; maar het huis van Irhaël en Joram met de hele inrichting uit de hemel blijft, net zo als het slot van Jaïruth. Alle aanwezigen die wakker zijn, begeleiden ons tot aan de huispoort. De overste laat het zich echter niet ontnemen om Mij tot aan de grens van het rechtsgebied van de stad te begeleiden en keert vandaar naar Sichar terug.
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Om je echter te tonen dat Ik, door de macht van de Vader in Mij, ook op dit ogenblik tot aan de zon kan reiken, zal Ik je dat demonstreren! Ik zal de zon nu gedurende een paar ogenblikken bedekken, zodat niemand op de aarde haar zal zien, en dan zal het jou daardoor duidelijk worden, dat Ik ook vanaf deze aarde naar de zon kan reiken!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Matthéus beeft van angst en zegt: 'Heer, Almachtige! Wie kan er naast U bestaan, als Uw goddelijke arm in één ogenblik zo eindeloos ver reikt?!' -Nauwelijks heeft Matthéus deze paar woorden uitgesproken, of de zon schijnt alweer in haar volle glans, en Mijn Matthéus ademt weer vrijer, -kan echter van verbazing geen woord meer uitbrengen. Pas na geruime tijd krijgt hij een beetje moed en zegt: 'Nee Heer, dat begrijp ik niet! Uw macht moet oneindig zijn! Maar bespaar ons, o Heer, in de toekomst zulke verschrikkelijke bewijzen van Uw almacht; want daarbij zou al gauw iedereen wegteren en te gronde gaan!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Maak je daar maar niet druk om! Is er dan nu al iemand die het niet overleefd heeft?! Een beetje angst doet de stoffelijke mens nooit kwaad. Wek nu echter de slapenden! Want we zullen nu dadelijk verder gaan! Maar vertel jij ook maar in de vaagste termen beslist aan niemand iets over dit gezicht en dit teken! -Daarop wekte Matthéus de slapenden, en wij begonnen aan het vervolg van de reis, die van nu aan sterk bergaf ging en daarom ook sneller dan eerst verliep, toen we berg opgingen.
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] In Mijn gezelschap waren er echter veel uit Kana, die Mij vanaf de bruiloft gedurende de gehele tocht om Mijn leer te verbreiden, zeer trouw begeleid hadden. En zij wilden gaan vertellen van al de lessen en tekenen, die ze van Mij hadden gehoord en gezien.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar Ik zeg: 'Het is voor hen de tijd nog niet. Laten ze ons echter volgen naar Kana; daar zullen we er iets over vertellen en meer nog zullen ze zelf zien en ondervinden! En laten we dan nu onze reis weer voortzetten! Onderweg moet niemand echter wat zeggen, want er zijn hier Farizeese bandieten!'
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En Jezus kwam weer in Kana in Galilea waar Hij water in wijn had veranderd. Joh. 4:46) Na deze woorden gaat de reis verder en we bereiken zonder enige moeilijkheid het stadje Kana. Als we daar aankomen gaan we snel naar het huis waar Ik het eerste wonder in het openbaar verrichtte. Binnen een uur echter weet bijna het hele dorp dat Ik en allen die met Mij meegegaan zijn, weer gelukkig en behouden aangekomen zijn; en alles loopt uit om de aangekomenen te zien, te begroeten en te verwelkomen. En als ze Mij zien, hebben ze geen woorden genoeg om Mij te loven en te prijzen voor het feit, dat Ik te Jeruzalem de tempel op zo'n vastberaden manier gereinigd heb! Want op dat feest waren er ook velen uit Kana, en die hebben gezien wat Ik in Jeruzalem tot stand bracht, en hebben ook vernomen hoe Ik daar vele zieken genezen heb en daarvoor prezen ze Mij bijzonder.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40  ...