Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 28 van 111

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[13] In de grotere plaatsen en gemeenten had men echter ook algemene kisten, die iedere zeven jaar weer voor een deel werden geopend. Hier werden dan iedere keer lijken bijgelegd, die weer geheel afgedekt werden, waarna dan boven op het deksel een flink vuur werd gestookt, waardoor de lijken in de grote kist natuurlijk tot as werden. Als zo'n kist vol as was, werd hij met meer geopend, maar hij bleef ter gedachtenis aan de vergankelijkheid van al het aardse als een monument staan waaraan men eer bewees.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De allereerste aantekeningen laten natuurlijk weinig anders zien dan heel eenvoudige gebeurtenissen van hun kudden; maar de latere bevatten dan al, zoals deze parels, grote en belangrijke gebeurtenissen, niet alleen voor dit grote land en volk, maar tevens voor de hele aarde. Want de Heer wilde dat dit land een degelijke voorbereidende school voor Zijn komst op aarde zou zijn, hetgeen ook de reden was dat Hij Zijn na aan het hart liggende, uitverkoren volk der Hebreeërs in Egypte een langdurige leerschool heeft laten doorlopen. En Mozes, de grote profeet van de Heer, had in Hoorn van de Kahi (Kahiro), in Thebe (Thebai, ook Thebsai = huis der dwazen, later een behoorlijk grote, dichtbevolkte stad), in Kar nag bij Korak en in de oudste steden Memphis, Diathira (Dia daira = Plaats van de herendienst) en in Elephantine (El ei fanti = de nakomelingen van de kinderen van God) zijn scholen doorlopen, en werd door de geest van God voor zijn hoogste wijding pas op een leeftijd van zevenenvijftig jaar bij Madan over de Sues geleid, toen hij vluchtte voor een wrede Varlon (Farao ), van waar af je het vervolg van zijn geschiedenis kunt lezen in de Schrift.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Natuurlijk kan de inrichting van de binnenkant niet meer teruggevonden worden, omdat die helemaal verzand en dichtgeslibd is; want de Nijl treedt meestal iedere honderd, soms ook tweehonderd jaar buitengewoon sterk buiten haar oevers, zodat hij in de smallere dalen met zijn golven meer dan dertig ellen hoog boven de normale waterstand komt. Daardoor wordt er veel verwoest en onbruikbaar gemaakt, omdat er een grote hoeveelheid stenen en zand en slib afgezet wordt op de vroeger zo prachtige velden.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Na de tijd van de Shivinz zijn er twee overstromingen van de Nijl geweest waarbij de golven hoog boven de toppen van de piramiden kwamen. Zo 'n vloed vond ook vanaf nu gerekend 870 jaar geleden plaats, waardoor de tempel van Ja bu sim bil bijna voor de helft verzand en onder geslibd is, en men heeft deze en veel andere gedenktekens sinds die tijd niet meer geheel kunnen ontdoen van zand en slib. En dat is nu ook met ons raadselachtige beeld het geval; het zit van binnen vol versteend slib en zand, dat wel niemand meer zal kunnen verwijderen! Zo, mijn beste Marcus, dat is de waarheid over de raadselachtige sfinx! -Is je dat nu duidelijk?"
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] MARCUS zegt: "Is er dan in het verloop van zo'n duizend jaar niemand geweest, die de moed had zich met inzet van zijn leven door de sfinx het genoemde raadsel te laten voorleggen? En als hij dat gedaan zou hebben, wat zou hem dan overkomen zijn als hij zoals goed te begrijpen is, het raadsel niet opgelost zou hebben?"
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] RAPHAËL zegt: "Ik heb jullie toch verteld, dat het water van de Nijl op bepaalde tijden tot een ware zondvloed stijgt! Ongeveer 567 jaar na Shivinz bereikte onze Nijl een raadselachtig hoog peil, in de nauwe doorgangen rees hij tot meer dan honderdzestig el boven zijn normale stand. Alle steden die lager in het dal lagen, werden gedurende vijf weken helemaal door de vloed overspoeld en bij deze gelegenheid werden de parels, samen met de gebouwen waarin zij bewaard werden, door het geweld van de golven meegenomen en net als de zandstenen blokken waarvan de gebouwen gebouwd waren, onder het slib en het zand bedolven.
Hoofdstuk 207: De sterrenbeelden van de zevende parel. Het verval van de Egyptische cultuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] In de bijna drieduizend jaar dat zij begraven lagen, heeft zich toen die korst gevormd die er omheen zat toen jullie ze vonden, en die ik nu in jullie bijzijn aanvankelijk op een heel natuurlijke en nu op de wonderbare wijze die mij mogelijk is, heb verwijderd.
Hoofdstuk 207: De sterrenbeelden van de zevende parel. Het verval van de Egyptische cultuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De oude MARCUS zegt: "Nou, gehoorzaamste dienaar van alle heren der aarde! Dat is een ceder van minstens vijfhonderd jaar oud! Zeven man zouden hem nauwelijks kunnen omvamen en vier sterke, ervaren houthakkers zouden deze ceder nauwelijks in twee dagen kunnen omhakken, en dan willen: zes mannen en zeven vrouwen zonder houweel en bijl deze boom ontwortelen?! Nou, als de Heer ze niet heimelijk met Zijn almachtige wil ondersteunt, zou dit toch wel eens een zeldzame zaak kunnen worden!"
Hoofdstuk 213: De macht van de Moren over planten en elementen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar als Ik jullie de dieper liggende uitleg, zullen jullie die toch eerder begrijpen, dan wanneer Ik jullie het organisme van het lichaam uit zou leggen en de samenhang daarvan met de ziel. Eigenlijk is dat ook helemaal niet uit te leggen, omdat het al meer dan Methusalems leeftijd, bijna duizend jaar, in beslag zou nemen om het voor jullie bijna onnoemelijke aantal zeer uiteenlopende organen alleen maar van het eerste tot het laatste te tellen, laat staan de speciale eigenschappen en het doel van ieder orgaan te begrijpen, en de algemene verbinding, de wisselwerking en duizend en één verschillende zaken van een enkelorgaan te leren kennen.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als geest en ziel één geworden zijn, ziet de volmaakte, verlichte ziel haar lichaam van binnen uit door en door, herkent dan in één blik de gehele buitengewoon kunstig ingerichte bouw van het lichaam en herinnert zich de achtergrond en de reden van ieder apart kleinste deeltje van een orgaan in haar lichaam en erkent de uiterst doelmatige inrichting daarvan. Maar zolang een ziel haar levensvervolmaking niet bereikt heeft, kan zij in duizend en nogmaals duizend jaar geen grondige kennis van het organisme van haar lichaam verkrijgen.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ook al zouden de mensen zich nog een tijdlang met voorraden van allerlei aard verder helpen, de eeuwige nacht een poosje verlichten met fakkels en lampen, en de vertrekken verwarmen met het op aarde voorradige hout uit de bossen, dan zouden mensen van deze aarde met de grootste voorraad zich in het gunstigste geval hoogstens tien jaar heel kommervol in leven kunnen houden. Maar na deze tijd zou het dan wel afgelopen zijn met het leven van alle vegetatie en alle schepselen op aarde. Geen plant zou er meer groeien en het levende zaad voortbrengen; de dieren zouden geen voedsel meer vinden en zouden van honger moeten sterven en door de te grote koude verstijven; de aarde zelf zou buiten haar baan treden en dan óf ergens tegen een andere planeet botsen, óf na vele duizenden jaren in het lichtgebied van een van de andere talloze zonnen terechtkomen. Door het licht en de warmte daarvan zou zij weer gaan ontdooien en binnen een veranderde orde weer op de een of andere wijze langzaam en geleidelijk beginnen op te leven, maar zij zou beslist haar huidige, zeer gelukkige, goedgeordende bestaan nooit meer terugkrijgen!
Hoofdstuk 215: De uitstralende sferen van mens en zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wat Ik nu tegen jullie zeg, zeg ik ook tegen allen die jullie over duizend en nog eens duizend jaar, iets meer of iets minder, zullen volgen. Daarna komt er weer een andere laag van de aarde om uitgegist en bewerkt te worden met of zonder mensen; want de aarde is groot en zij bevat veel geesten die in het gericht wachten op verlossing.
Hoofdstuk 225: De wonderkracht van de wedergeborenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Die vorm krijgt het brein reeds in het moederlichaam! Wat moet er van zo 'n mens terecht komen, welke vorderingen zal hij in de ware levensschool maken met zo'n brein?! Ja, als men het nog maar met rust liet en eerst het hart tien jaar lang zorgvuldig zou vormen! Maar waar blijft de opvoeding van het hart?! Men denkt er helemaal niet meer aan, en in de hogere lagen van het volk al totaal niet! Het lagere volk weet zonder meer van een ontwikkeling van de ziel of van het leven al niets beters dan de brave dieren uit de bossen, en hun eigenschappen lijken volkomen op die oerbewoners van de bossen, die andere goedaardiger dieren als prooi en voedsel gebruiken en daarvan leren."
Hoofdstuk 235: Het onbedorven en het bedorven brein. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Tot nu toe ziet het er nog net zo uit als na de geboorte, nadat het in het moederlijf reeds bedorven was. Wij zullen nu echter direkt het gezicht en de kleur te zien krijgen van het kind wanneer het na ongeveer vijf jaar de eerste trekken van een verkeerde opvoeding begint te vertonen, wanneer men zijn geheugen met allerlei uit het hoofd te Ieren zaken gaat lastig vallen en het zoveel mogelijk in verwarring brengt.
Hoofdstuk 239: De invloed op de hersenen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Kijk, ook een os heeft een muil, met daarin een heel grote tong en tanden en hij heeft ook een stem. Het gevolg daarvan zou moeten zijn dat hij ook heel goed zou kunnen Ieren spreken; maar, probeer eens of je een os in twintig jaar zover kun krijgen dat hij ook maar een éénlettergrepig woord tegen je kan spreken! En toch zeg Ik je dat het nog eerder mogelijk zou zijn een os te laten spreken, dan een mens die zulke hersenen heeft, begrip voor iets bovennatuurlijks bij te brengen! Want als je met hem over iets begint te praten dat boven de zeer beperkte horizon van zijn kennis uitstijgt, zal hij je hoogstens heel goedmoedig uitlachen en je voor een dwaas gaan houden. En als je ermee doorgaat hem lastig te vallen met zulke dingen, die voor hem te veel op sprookjes lijken, zal hij woest worden en je nijdig de deur wijzen!"
Hoofdstuk 240: De hersenen van een wereldse geleerde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...