Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

25552 resultaten - Pagina 28 van 1704

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[12] En toen nu deze tien vorsten zagen hoe hun wetten blindelings gehoorzaamd werden door de diermensen, - natuurlijk als gevolg van de zeer grote vrees voor de eindeloze mishandelingen, - koos ieder van hen langzamerhand eveneens tien dienaren uit de vrije burgers van de stad en verhief hen in een soort adelstand, tezamen met hun vrouwen en kinderen. Daartegenover moesten evenwel hun dochters, als zij hun mooi en bekoorlijk genoeg voorkwamen, vrijwillig als hoeren aan hen worden gegeven. Zij verwekten kinderen bij honderden en duizenden tegelijk, die dan allemaal weer aan de diermensen overgeleverd werden om gevoed te worden; en wanneer ze volwassen waren, werden de mannelijken eveneens bij de diermensen ingedeeld, maar de vrouwelijke werden weer als hoer gebruikt, daar zij door een list Van de slang meestentijds zeer mooi en bekoorlijk werden. Zij werden dikwijls reeds op hun twaalfde jaar beslapen en werden daardoor onvruchtbaar gemaakt. En als zij dan na korte tijd al hun bekoring verloren hadden, werden zij uitgestoten naar de dieren en moesten hiervoor zorgen en werden 'Huhorae' genoemd, dat betekent bij jullie 'mensen, die het vee verzorgen'.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Welnu, weet dan, dat wij liefdeloze mensen onze verdwaalde broeders naar het aantal van hun misdrijven veroordelen, of zij nu wel of geen berouw toonden; God echter veroordeelt vanuit Zijn liefde en wijsheid geen begane en berouwde misstappen, maar alleen de verkeerde daden die bedreven werden en niet berouwd. Ofschoon dat wat gebeurd is nooit ten iet gedaan kan worden, maar in het onvergankelijke geheugen van God bewaard blijft als een donkere vlek op de lijn van ons leven; maar die lijn wordt niet beoordeeld in het begin noch halverwege, maar aan het eind, omdat zij groeit en langer wordt, of rechtuit al naargelang van de liefde en het recht in haar, of niet rechtuit en krom volgens de boosheid en alle ongerechtigheid uit haar.
Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Het schrikwekkende geheim als het ware een doodsgeheim - begraven wij diep binnenin ons, nemen dan onze vrouwen en kinderen en verlaten vervolgens in het holst van de nacht in alle stilte dit gruwelijke land en trekken in de richting van de morgen, waar ons al dikwijls een laag gebergte opgevallen is en trekken daaroverheen; dan zal wel blijken of er ergens nog een land zonder deze misdadigheid bestaat. En ook al zou dat aan het eind van de wereld liggen, dan geloof ik nog dat het beter is daar rustig te leven en op hoge leeftijd in te slapen, dan hier in voortdurende onrust of de aarde met je eigen bloed te drenken of tot as verbrand te worden.
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En zie, deze Seth sprak hen met krachtige stem aan, omdat hij een van diegenen was die nog steeds de taal van alle schepselen sprak en zei: "Ruwe en God geheel vergeten hebbende kinderen van Kaïn, de broedermoordenaar! Welke gerechte straf van God, de Vader van mij en van de nog levende Adam, alsmede van al zijn kinderen die op de hoogten leven, heeft je hierheen, in de sterke armen van jullie ondergang gevoerd? O jullie slangengebroed, wat zien jullie er uit?! O jullie voer voor de hyena's, vertel me, wat wil je hier op deze heilige plaats! - Wat heb je te zoeken op de voor jullie zo streng verboden plek? Wijk van hier en val allen tezamen in de gapende muil van de bij overtreding voor jullie gestelde straf, namelijk de dood brengende muil waaraan je niet zult ontkomen, tenzij deze rotswand je voor eeuwig zal begraven!"
Hoofdstuk 30: Lamech wordt koning - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En zie, zo bleven er na getrouw verrichte arbeid nog goed vijftig dagen van volkomen rust voor hen over. Gedurende die tijd verstrekte Ik hen door de waarachtig vroom en liefdevol geworden Meduhed steeds meer kennis omtrent Mij; ook leerde Ik hen het vieren van een sabbat, op welke dag zij zich, in Mijn liefde rustende, van iedere arbeid moesten onthouden en ook moesten zij gedurende deze hele rustdag zich volkomen aan Mij wijden. En als zij dit voortdurend zouden doen, dan zouden zij allemaal uiteindelijk net zo wijs worden als Farak was en Meduhed nu is. Ja, als zij hun best zouden doen om godvruchtig te worden, niet alleen uit grote eerbied en door enkel Mijn naam te kennen, maar veel meer door te beginnen Mij met de juiste deemoed in hun harten in alle oprechtheid lief te hebben en zij dan in die liefde zouden groeien, zou Ik ook een goede Vader voor hen worden en de dood zou van hen teruggenomen worden, omdat zij dan weer als kinderen opgenomen zouden worden in de brede schoot van de goddelijke liefde tot aan een gewisse grote tijd aller tijden op aarde, omdat zij dan allen tezamen naar de grote Vader zouden komen en Zijn gelaat voor eeuwig zouden aanschouwen en zich verzadigen aan de onmetelijke rijke uitstromingen van de liefde uit Mij.
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En zie nu, toen Meduhed dit belangrijke lied van het leven uit Mijn genade, dat een klein vonkje is van Mijn oneindige liefde en alle daaruit voortvloeiende erbarmen, geheel had opgetekend en het daarna ook aan het volk had voorgelezen, was er een tomeloze vreugde onder hen ontstaan, die slechts door een wonder uit de hemel gematigd had kunnen worden. En dit wonder was een plotselinge regen en deze regen was een regen van liefde vanuit Mij, omdat hun vreugde terecht was; want zij verheugden zich erover dat Mijn naam aan hen bekend was gemaakt, maar nog meer over Mijn liefde; en het allermeest verheugden zij zich erover, dat de bovenmatig grote, heilige God als Vader zo minzaam in de meest onbegrijpelijke liefde de kinderen van de ellende door Meduhed onderrichtend had toegesproken.
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Toen dit alles langs de lage oever volgens Mijn wil was gebeurd, ging hij op Mijn stille bevel alle bakken af en vermaande de scharen in alle liefde, niet eerder het land te betreden, dan nadat allen drie uur lang de Heer in hun harten hebben gedankt voor deze oneindige genade. En pas als de Heer in en voor hun ogen het geschonken mooie land met een zichtbaar teken zal zegenen, zal hij als eerste aan land gaan. Dan moeten zij eerst hun kinderen aan land zetten en tenslotte zelf met de vrouwen het land betreden; en daar moeten zij dan weer voor God op hun knieën vallen en Zijn heiligheid aanbidden en Zijn onbegrensde goedheid en oneindige liefde loven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] En zie, toen Meduhed zijn rede had beëindigd, boog het hele volk voor hem en allen vielen nog eenmaal, zonder dat Meduhed het beval, op hun aangezicht en dankten Mij voor een dergelijke heilzame leer. Men stond toen weer op en nam eerbiedig voedsel tot zich, legerde zich toen op de grond en rustte en bad van tijd tot tijd gedurende drie dagen. Toen stond men op, nam de werktuigen en zette eerst de brug in elkaar en ging daarna met de zegen van Meduhed naar zijn volgende bestemming naar alle richtingen het land in en prees en loofde Mij allerwegen. En het is gemakkelijk te begrijpen dat velen van hen wijs werden op de manier van Meduhed; en zo leefden zij ongeveer negentienhonderd jaar als een gelukkig volk, bijna tot aan de tijd van Abraham en zij werden niet meegesleept door de zondvloed van Noach.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] "Rijs op uit de dood! Dat is de wil van de grote, almachtige God en Heer van al Zijn talloze schepselen! De korte tijd is snel verstreken; snel hebben de dagen en nachten in jullie zwakke bestaan elkaar afgewisseld. Destijds, toen jullie door mij, hyena, krachtens de machtige wil van de allerhoogste God werden weggeleid, zagen jullie dat de volle maan de ontoegankelijke paden door een wirwar van hoogten verlichtte tot aan het hol, dat ik en mijn kinderen bewoonden en dat wij je gewillig hebben afgestaan, zodat je je aldaar hebt kunnen verkwikken in de frisse koelte van de aarde. Kijk nu weer naar de maan en zie, dat hij opnieuw groot en vol is geworden, terwijl hij hiervoor zijn licht verloren had tot er niets meer van over was en toen een kind is geworden, daarna een jongeling en nu wederom is als een man, in zijn volle kracht en majesteit.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] "Zie, hier sta ik voor jullie ogen en bedeesde harten, een gevreesde en verscheurende wolf, geroepen en gewekt door de grote barmhartige liefde van de almachtige, heilige God om jullie Zijn heilige wil te tonen. Hij is een eeuwige kracht, vol van het hoogste, meest volkomen leven uit en in Zich, onzichtbaar voor alle wezens die zich onheilig geplaatst hebben in Zijn genade, terwijl Hij de Allerheiligste is. Hem hebben jullie op zeer smadelijke wijze vergeten door jullie broedermoord, door je zelfzucht, eigenliefde, heerszucht en de daaruit voortvloeiende verachting van alles wat jullie ook maar op enigerlei wijze aan het bestaan van de grote God en Zijn onaantastbare heiligheid zou hebben kunnen herinneren.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Alles is nu goed voorbereid; laat Ons daarom ook de mens maken van het fijnste leem der aarde, als een volkomen evenbeeld uit Mij naar Mijn liefde en eveneens naar Mijn genade, opdat Wij gekend en geloofd zullen mogen worden door een zelfstandig leven buiten Ons, en opdat eens alle schepselen in en door deze mens verlost mogen worden om daardoor weer tot het vrije bewustzijn van hun doelmatige bestaan uit Mij te geraken!'
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] "Kinderen van Kaïn, van mijn broer die in de macht van het boze was, die nog leeft en in zijn lichaam voort zal leven door alle perioden van het bestaan van de aarde heen tot aan het einde van alle tijden, onbereikbaar voor alle stervelingen tot aan het spoedige einde van alle boosheid, wanneer de Almachtige, na de grote tijd der tijden, door een kleine ziener aan de verre nakomelingen grote dingen zal verkondigen en uitvoerig gewag zal maken van jullie slechte stamvader (wat zojuist gebeurt en al gebeurd is). Overdenk goed, wat ik jullie hier zal zeggen en bekendmaken volgens de meest heilige wil van God, van de almachtige, eeuwige Schepper, die eveneens de meest liefdevolle Vader is van alle engelen en vaderen en mensen! Jullie hebben de zeer kostelijke woorden vernomen uit de muilen van de verscheurende dieren die God door middel van mij gekalmeerd had en in staat gesteld om te spreken tegen jullie, die meer verdorven waren dan al deze dieren door de grote boosaardigheid van de slang van Hanoch en nu voornamelijk door Lamech, die een grote bedrijver van gruweldaden is geworden. De hele schepping heeft nu een vreselijke afschuw van hem en op zijn schouders rusten reeds gerichten van God, als werelden zo zwaar, en zij houden nauwlettend het bijna geheel gevulde vat van wandaden boven de sterren in het oog.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Omdat jullie dus de jongsten waren en dat nog zijn, en tegen je wat betere neiging in, je noodgedwongen hebben moeten aansluiten bij het slangenleger van Tatahar, heeft de onmetelijke liefde van God zich over jullie ontfermd en leerde je eerst de oneindige misdadigheid kennen van Lamech, de godloochenaar, in zijn hoogst hovaardige heerszucht. Toen leidde zij jullie op wonderbaarlijke wijze in korte tijd hierheen over een zo lange afstand, die, als een mens met normale snelheid zou lopen, nauwelijks in honderden twintig dagen af te leggen zou zijn. Zij had jullie van tevoren gered uit de dodelijke klauwen van de wilde beesten, waarin de godvergeten Tatahar zijn rechtvaardige gericht vond en toonde je toen door de dood, de dood van jezelf. Ik ben reeds sinds lang geheel en al levend, en de liefde van God zond mij nu naar jullie toe om je uit de slaap van de dood te wekken en om jullie het leven in deemoed en in onafgebroken vrijwillige gehoorzaamheid aan de meest heilige wil van God te tonen en om jullie naar een land te leiden, dat de eeuwige liefde van God goed voor je heeft voorbereid. En als jullie jezelf in alle deemoed in de liefde tot Hem geheel zullen hebben leren kennen, dan pas zullen jullie door de ermee gepaard gaande genade ook de ware, heilige, grote waarde van het leven in jezelf erkennen en pas daardoor ook het meest heilige en het allergrootste in de eeuwige liefde van de heilige, almachtige Schepper van alle dingen en meest liefdevolle Vader van alle engelen en mensen, niet alleen van deze aarde, maar van nog talloze andere werelden, waarvan jullie tot nu toe nog nooit ook maar enig vermoeden hadden; want dat te weten is slechts de kinderen en de engelen Gods gegeven.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Want de oneindige liefde en wijsheid van God geeft ieder het zijne. De vrome, volgzame kinderen geeft zij brood, honing, melk en zoete vruchten voor lichaam en geest, maar aan het ongehoorzame, hoogmoedige gebroed van de slang geeft zij stenen, stof, doornen en distels en giftige bessen voor geest en lichaam, opdat het boze gebroed zal verderven en waar mogelijk de dode geest zal behouden om langzamerhand weer levend te worden in de oneindige barmhartige liefde van de enige, grote, eeuwige, meest heilige Vader van al wat is.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[40] En hier moet ook ieder van jullie een blinddoek nemen en voor zijn ogen doen, opdat niemand duizelig zal worden door de afgronden waarover ik je zal leiden; en als wij ons op de bestemde plaats bevinden, moeten jullie het licht van je ogen weer de vrije loop laten en daar verheugd je nieuwe verblijfplaats aanschouwen, kostelijk ingericht door de zeer grote liefde van de meest goede en heilige Vader. Daar zullen jullie je met de gezegende kost van de aarde verkwikken en uit de handen eten van twee jullie aldaar reeds verwachtende grote kinderen van God, een man en een vrouw, ter eeuwige versterking van het leven van je geest. Volg mij nu volgens de meest heilige wil van God! Amen."
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...