Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 28 van 1166

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[5] En zo gebeurt er op aarde helemaal niets eigenlijk puur natuurlijk op zichzelf, maar altijd in volle verbinding met het geestelijke* (* 'het geestelijke' is een aanvulling), ter wille van een geestelijk doel; want overal staat het geestelijke doorlopend nauw in verbinding met het natuurlijke en beide werken constant op elkaar in, hetgeen jullie echter pas helemaal duidelijk zullen inzien als jullie door volgens Mijn leer te handelen in jullie geest zullen zijn wedergeboren. Maar nu kunnen we na deze gedane arbeid wel weer naar huis teruggaan; want we zullen daar ook iets nieuws aantreffen.'
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar IK zei tegen hem: 'Je bent nu ook een leerling van Mij geworden, want je hebt goed herkend wie Ik ben. Blijf jij maar thuis, daar zul je Mij meer van nut zijn dan wanneer je mee zou gaan! Er zullen vandaag nog veel gasten in je herberg komen en je zult gelegenheid krijgen om Mij te vertegenwoordigen, en dat zal zich nu in deze tijd heel vaak herhalen. Binnen een paar weken zal Ik echter weer bij je komen en nogmaals enige dagen bij je doorbrengen; dan zul je wel weer gelegenheid krijgen om nog meer over Mijn leer te horen. Maar als je van nu af aan in Mijn naam zult spreken, hoefje niet te bedenken watje zult zeggen, maar Ik zal je de woorden in je mond leggen!'
Hoofdstuk 79: Het afscheid van de herbergier te Kapérnaum. Het innerlijk woord als godsgeheim in het hart van een mens. (Ev. Joh. 7,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Ik zeg je daarop niets anders, dan dat Ikzelf persoonlijk als mens in deze wereld tot de mensen ben gekomen om hen deze allergrootste en allerbelangrijkste kunst voor niets te leren, en Ik zal het jullie ook voor niets leren. Dat Ik dat doe voor mensen in vele landen en plaatsen, en de waarheid van Mijn leer met de juiste tekenen bevestig, daarvoor zijn de mensen die met Mij meegekomen zijn door woord en daad Mijn getuigen, omdat zij Mijn leerlingen zijn. Zij zijn reeds zeer ver ingewijd in dit geheim en kunnen je de weg en de middelen daartoe verschaffen.
Hoofdstuk 86: De Heer als leraar van de levenskunst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Waarlijk, waarlijk, Ik zeg je: Ik Zelf ben -zowel hier als overal -de waarheid en het leven. Wie in Mij gelooft en volgens Mijn leer handelt, zal voor zichzelf en in zichzelf de dood in eeuwigheid niet zien!'
Hoofdstuk 87: De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE TOLLENAAR zei: 'Dat lijkt mij allemaal volkomen juist. Dat men alleen door de kennis van de regels geen meester, maar nauwelijks leerling wordt, is een waarheid die in de praktijk talloze bevestigingen vindt; maar er is immers al oneindig veel gewonnen als men voor het bereiken van zo'n doel maar eenmaal de zekere middelen en wegen heeft. De rest is dan natuurlijk alleen onze zaak. Dat overigens ook de aankomende leerling in zichzelf nog lang niet tot het heldere bewustzijn van een meester kan komen, maar pas wanneer hij het door veeloefening zelf tot meesterschap heeft gebracht, is allemaal zonneklaar; maar dat zonder u en vóór u nog nooit iemand deze allerbelangrijkste regels ook maar in de verste verte heeft kunnen vinden, dat is iets wat mijn verstand absoluut niet wil en kan begrijpen. Noch het oude Egypte noch Kanaän, noch Griekenland en Rome, noch Perzië en Indië kunnen bogen op een wijs man die voor deze kunst ook maar enigszins de juiste regels kon vinden. U bent dus de enige die deze kunst niet op een of andere wijze geleerd, maar kennelijk uit uzelf verkregen heeft! -Vertel eens, hoe was u dat als mens mogelijk?!
Hoofdstuk 86: De Heer als leraar van de levenskunst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Want dat u het levensmeesterschap volledig bezit, daarvoor zit het sprekendste en waarachtigste bewijs hier bij ons. U kon daartoe ook beslist alleen maar door beoefening van de daarvoor vereiste regels komen, die u echter eerst ook zelfheeft moeten ontdekken. Wel, dat is nu juist datgene, wat ik het minst kan vatten en begrijpen; want ik heb in mijn jongere jaren ook de hele wereld wijd en zijd doorkruist en overal zorgvuldig inlichtingen ingewonnen. Het gedoe van de Essenen met hun schijnwonderen is mij maar al te bekend, alsook alle toverkunsten en waarzeggerijen, waarvan ik de scholen zelfs meermalen heb meegemaakt en doorlopen; maar hier vind ik geen afgesproken werk, geen toverstaf, geen mystieke toverspreuk, geen toverdrank en geen demonenbezwering, maar alleen de eenvoudigste waarheid zonder enige opsmuk en zonder enig hulpmiddel! Zodra u spreekt en wilt, is de uitwerking van woord en wil er! ja, dat is iets wat al mijn kennis ver te boven gaat! Iets presteren is beslist iets heel gemakkelijks als je eenmaal meester geworden bent; maar hoe zonder meester en leider tot meesterschap te geraken en vooral tot de voor het bereiken daarvan noodzakelijke regels te komen, -dat is een heel andere zaak! Zegt U mij toch eens hoe u daaraan gekomen bent! Wie heeft u de regels getoond en gegeven?'
Hoofdstuk 86: De Heer als leraar van de levenskunst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar Ik heb dat leven uit God niet vanuit het moederlichaam in deze wereld gebracht! De kiem lag wel in Mij, maar die moest eerst ontwikkeld worden, wat Mij bijna volle dertig jaar tijd en moeite gekost heeft. Nu sta Ik echter volmaakt voor jullie en kan jullie zeggen dat Mij alle kracht en macht gegeven is in de hemel en op aarde, en dat de geest in Mij volledig één is met de geest van God, waardoor Ik dan ook zulke tekenen kan doen die vóór Mij nog nooit een mens gedaan heeft. Maar in het vervolg is dat geen bijzonder privilege uitsluitend van Mij, maar ook van ieder mens die gelooft dat Ik door God in de wereld ben gezonden om de mensen, die nu allen in het duister gaan, het licht des levens te geven, en die vervolgens handelt volgens Mijn leer die de mensen zonneklaar de wil van Gods geest toont, welke werkelijk volledig in Mij woont.
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] En zo, Mijn vriend en dokter, die van een betere wil is dan je collega's, kun je nu wel weten wie Ik ben en watje van Mij denken moet! Geloof dat en leef volgens de leer die je van Mijn leerlingen weldra zult horen, dan zul je leven en in al je doen en laten in het licht wandelen en niet meer in de nacht van de zonde van je vlees en bloed! -Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Pas na de maaltijd werd door leerling Johannes aan alle in huis wonende mannen en vrouwen Mijn leer over de liefde tot God en de naaste uitgelegd.
Hoofdstuk 91: De dokter krijgt van de Heer de kracht om door handoplegging zieken te genezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] DE DOKTER zei: 'ja, grote Meester, dat begrijp ik, hoewel Uw woorden heel anders klinken dan die van de priesters in de tempel te Jeruzalem, waarvan ik zelf afstam en waar ik mijn geringe kennis ook geleerd heb! Aan U ligt heel duidelijk het goddelijke ten grondslag, en toch wilt U voor ons niet meer zijn dan een mensenzoon, terwijl de Farizeeën in de tempel zich gedragen alsof zij God geholpen hebben bij het scheppen van de wereld en de andere wezens, en alsof alleen van hen het wel en wee van de mensen van deze aarde afhangt.ja, Uw woorden, grote Meester, klinken wél als Gods woorden; want er ligt een heel eigenaardige kracht en macht in die het hart goed doet, het verheft en helemaal opnieuw levend maakt en verlicht, terwijl het zogenaamde goddelijke woord van de Farizeeën het mensenhart in hoge mate kwetst, bedroeft, verduistert en zelfs doodt! Want wie volgens hun leer leeft en handelt, wordt mettertijd zo dom en zo zinnelijk, hoogmoedig, zelfzuchtig en heerszuchtig, dat hij tenslotte helemaal vergeet dat ook hij maar een mens is. Alleen zichzelf houdt hij voor de hoogste menselijke autoriteit, - al het andere staat ver beneden hem. Maar wat Uw woorden zeggen, grote Meester, schijnt juist het volslagen tegendeel te zijn en te worden van datgene wat de Farizeeën leren, en wat zij eigenlijk van de mensen willen maken! -Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Mocht je echter af en toe iemand Mijn leer geven, zie het dan als een betaling wanneer hij de leer met een blij hart aanneemt en daarnaar leeft. Want als iemand eenmaal de leer heeft aangenomen, zal hij toch al zo'n vriend van je worden, dat hij zegt: 'Wat van mij is en was, is nu ook van jou, en ik wil niet datje nood lijdt!'
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik zeg jullie: Wat de mensen zelf vanwege Mijn leer met een blij hart voor jullie willen doen en aan jullie willen geven, neem dat gerust aan en gebruik het voor het welzijn van jullie en je naasten, en de genade van God zal jullie daarvoor niet ontnomen worden, van welke aard die ook moge zijn! Maar als jullie van iemand betaling ervoor verlangen, wordt jullie meteen de genade van God ontnomen, net zoals de genade nu ook de Farizeeën en starre joden ontnomen wordt en aan de heidenen wordt gegeven. Denk daar dus goed aan en handel daarnaar, dan zullen jullie je daardoor alle mogelijke genadeschatten uit de hemelen verzamelen, waar je meer aan zult hebben dan aan alle schatten van deze wereld! - Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar als er een vreemde komt die niets heeft om je te betalen, schenk hem dan de rekening, en als hij eventueel Mijn leer aanneemt, geef hem dan nog reisgeld toe, dan zal de Vader in de hemel je dat rijkelijk belonen! Dat moet ook iedere koopman doen, en hij moet eerlijk zijn met zijn maten en gewichten; want met dezelfde maat als waarmee de mensen meten, zal het hen vergolden worden!'
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Wat door het staatsrecht in stand gehouden wordt, kun je niet veranderen; laat het zo blijven tot de staat zelf daar verandering in brengt. Maar wees jij ook voor de slaven goed, billijk en rechtvaardig; want ook zij zijn mensen en kinderen van één en dezelfde Vader in de hemel. Als je weer een slavenmarkt bezoekt, koop hen dan toch maar zo veel je wilt, en houd ze, en maak er vrije, ootmoedige mensen van, dan zul je je daarmee een grote schat in de hemel verwerven! Maar je moet er niet één ooit weer verkopen; want mensen verkopen is een gruwel voor God! Waar Mijn leer echter eenmaal wortel zal schieten, daar zal ook die ellendige slavenhandel vanzelf ophouden. -Dat is weer iets waar je op moet letten!
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Je hebt echter nog een vraag op je hart omdat je ook niet weet wat je nu met de heidense afgodenpriesters moet doen, die ook vaak je gasten zijn en graag bij je langskomen. Ik zegje: laat die voorlopig voor wat ze zijn! Zelf geloven zij nog minder aan hun afgoden dan jij voorheen daaraan geloofd hebt; maar zij hebben als zodanig hun ambt en brood, en zullen daarom niet gemakkelijk afzien van wat zij zijn. Maar mettertijd kun je de een of ander wel rustig iets van Mijn leer vertellen, en dan zullen zij jullie weinig of geen moeilijkheden bezorgen. Langzaam maar zeker zullen ook de afgodentempels verdwijnen. Maar Ik geef jullie geen opdracht om ze te verwoesten; want het is ruim voldoende dat zij in jullie hart vernietigd zijn.
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...