Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 28 van 43

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[11] En de bekende Abedam antwoordde: 'O Heer en Vader, dat is volstrekt niet het geval!'
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] En op dat moment zat er een grote steekvlieg op het gezicht van de bekende Abedam en deze begon hem geweldig te steken. Abedam schrok daar zo erg van, dat hij bijna in vertwijfeling zou zijn geraakt omdat hij de onophoudelijk stekende vlieg niet kwijt kon raken, als de hoge Abedam hem er niet voortijdig van bevrijd had.
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] En de bekende Abedam antwoordde, terwijl hij over zijn hele lichaam beefde: 'O Heer, verschoon mij daar eeuwig van, niet alleen van de zojuist beloofde vuurproef, maar laat ook nooit meer zo'n hardnekkige vlieg op mijn gezicht komen; want Uw verzoekingen zijn verschrikkelijk!'
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Nadat dus de hoge Abedam bij Abedam de bekende orde op zaken had gesteld en deze er zich daardoor bewust van was geworden dat hij met al zijn deemoed nog lang niet op het rechte spoor zat en dat de Heer hem nu pas had teruggevoerd op de ware grondslag van de diepste diepte van het leven in liefde, begon hij Abedam ook pas waarachtig te bedanken. En Abedam versterkte hem en wendde Zich toen naar Henoch en zei het volgende tegen hem:
Hoofdstuk 15: Ongehoorzaamheid uit liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar voor zo'n schijnleven, dat -wiskundig juist -ook wel eeuwig moet voortduren, omdat de uitgaande lichtstraal nooit op een eindige grens kan stuiten en daarom nooit volledig kan ophouden, ben ik mij nu te helder van mijzelf bewust, ja dui­zendmaal helderder dan ooit in mijn hele aardse leven. Alleen, zoals gezegd, ik hoor en zie niets behalve alleen mijzelf. -Aha, aha, stil nu! Ik heb de indruk dat ik een zacht gemompel hoor, een gefluister! En ook wil als het ware een zachte, heel zoete slaap zich van mij meester maken. En toch is het geen slaap ­nee, nee, maar het is, alsof ik uit een slaap wakker moet wor­den. -Maar nu stil, stil; ik hoor stemmen uit de verte, beken­de stemmen, heel bekende stemmen! Stil, ze komen naderbij!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] En de bekende Abedam liet de volgende woorden uit zijn hart opkomen en zei: 'Abedam, Gij grote, heilige, almachtige, liefdevolle, genadige, zachtmoedige, allerbeste Vader, eerst nu kan ik U danken; echter niet met woorden, niet met gebaren, niet met mijn handen, niet met mijn voeten, niet met mijn buik, niet met mijn rug en niet met mijn hoofd wil ik U bedanken, maar alleen uit de steeds groter wordende deemoed, geduld en liefde van mijn hart wil ik U danken en inderdaad wil ik U een offer brengen, een offer van overgave aan Uw heilige wil, een offer van geduld, een offer van zachtmoedigheid, van liefde, van erbarmen en een offer van volharding. En ook al liet U brandend hout en gloeiende stenen op mij neerregenen, waarlijk, ik zeg U, Abedam zal niet wijken, maar in trouw aan U volharden tot aan het einde van zijn dagen, zelfs als er hiervan nog zoveel volgen als er zand in de zee is; want U zult mij toch zeker niet boven mijn kracht belasten?!
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[72] Waarlijk, waarlijk, lieve vaderen, broeders en kinderen, als iemand zichzelf niet geheel offeren zal op dit aan ons allen nu voldoende bekende altaar in de hut van de heerlijke Purista in ons en zich niet zal laten verteren tot stof, rook en as, - wie deze ware vuurproef dus niet zal willen doorstaan, die zal de zekere dood niet uit zich drijven en nooit zal hem een Ghemela tot loon van het eeuwige leven geworden!
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Met grote vrees wachtte hij daarom op de bekende vraag van Adam. En toen Adam hem eindelijk aankeek en hem de bewuste vraag stelde (want dat was een oude gewoontevraag van Adam), werd de zoutpilaar van daarvoor een tijdlang bijna een rietstengel en begon heftig te wankelen en te beven rit kon de eerste ogenblikken geen geluid voortbrengen; pas toen hij door Adam voor dc tweede maal met dezelfde vraag enigszins onvriendelijk toegesnauwd werd, werd de geest in hem gewekt en verloor hij al zijn vroegere vrees en begon de volgende zeer opmerkelijke woorden tot de aartsvader Adam te richten. En deze luidden als volgt:
Hoofdstuk 42: In opdracht van de Heer richt Pariholi een vermaning aan Adam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Toen Ik Mij dan geleidelijk aan liet herkennen, weliswaar zo, dat niemands vrije levenssfeer ten aanzien van Mij werd aangetast, herkende je Mij weliswaar en bekende je Mij met je mond als de heilige, liefdevolste Vader, - maar je hart gaf deze Vader nooit de volle ruimte; maar waar de Vader ingetrokken was, daar trok ook de Rechter met Hem mee, die toen je hart dwong Mij te beminnen, maar wel steeds driemaal meer te vrezen dan te beminnen.
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] In grote liefde ontstoken snelden allen nu op Abedam toe. Hij omarmde hen allen, zegende hen en drukte hen vervolgens tegen Zijn borst en zei toen legen alle omstanders: 'Kinderen, laat allen die hier zijn hiernaar kijken: zoals Adam en deze familie Garthilli nu reeds aan Mijn borst een eeuwig leven ademen in de geest van hun grote liefde en allergrootste deemoed en zoals eveneens Henoch, Jared, Lamech, Seth, Methusalah, Enos, Kenan, Mahalaleël, Abedam de bekende, Sethlahem, Kisehel en zijn broers, Jura, Bhusin, Ohorion, Zuriël, Uranion, Gabiël en zijn broers Lamel en Hored, en met hen ook hun vrouwen en kindertjes en kinderen dat ademen, zo zullen allen een eeuwig leven ademen in de geest der liefde tot Mij en in alle waarheid die daar uit voortkomt!
Hoofdstuk 46: Hoe men moet bidden. Het wezen van God en van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] God Zelf is dat licht; en de eeuwige liefde in dit licht is het eeuwige leven en is de Vader over wie jij, Garbiël, daarstraks, toen je tegen Mij je laatste woorden van je grote vermoeden uitsprak, goed inzag en bekende dat Ik een Vader ben!
Hoofdstuk 51: Adams woorden over het licht. De almachtige God en de liefdevolle Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En meteen verhieven allen zich, vervuld van de grootste eerbied, en volgden Abedam en Adam naar de reeds bekende hoogte, bevend over hun hele lichaam, enerzijds door buitengewone vreugde, anderzijds weer uit overmatige vrees voor Gods heiligheid, macht, kracht en gezag, maar ook ten dele veroorzaakt door de steeds heviger voelbare liefde in hun hart tot de heilige Vader.
Hoofdstuk 53: Op weg naar de hoogte. Besediëls stille bespiegelingen van de natuur en zijn uitlatingen over het wezenlijke menszijn van de Heer. Garbiëls goede beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Maar de bekende Abedam had nog maar net dat laatste woord uitgesproken of daar stond ook reeds de hoge Abedam tussen Abedam, de bekende en Henoch, en vroeg aan Henoch:
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] De bekende Abedam viel echter onmiddellijk voor de hoge Abedam neer en zei smekend:
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Hier keek de bekende Abedam raar op en zei tenslotte: 'Ja, voor zover ik dat van U weet, lieve, heilige Vader, zijn dat enkel en alleen vastgehouden gedachten vanuit U en niemand anders!'
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...