Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1614 resultaten - Pagina 28 van 108

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[2] En toen we bij het volk kwamen werden we al gauw door veel mensen herkend; EEN van hen kwam er naar Mij toe, viel aan Mijn voeten (Matth, 17, 14) en zei: 'Heer, ontferm U over mijn zoon, hij heeft een ernstige ziekte; hij is maanziek zoals de artsen zeggen en daardoor valt hij vaak in het vuur en het water, wat hem veel lijden bezorgt! (Matth, 17, 15) Toen nog niet zo lang geleden Uw leerlingen hier waren en door oplegging van hun handen vele zeer ernstig zieken genezen hebben, bracht ik ook mijn zoon bij hen; maar zij konden hem niet helpen. " (Matth, 17, 16)
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] PETRUS zei: 'Heer, we moeten daar over het water naar toe reizen en ons schip zit onder de sprinkhanentroep; om het schoon te maken hebben twee ijverige mensen een halve dag werk'
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen ging onze gastheer naar zijn kelder en bracht ons een paar kruiken vol bosbessensap, dat geheel als wijn smaakte omdat het in feite ook wijn was; want het druifje, momenteel ook 'Johannisdruifje" genoemd, hoort Immers ook tot de verschillende druivensoorten; de vrucht ervan is ongeveer de kleinste druivensoort. Kortom, we dronken deze boswijn met een beetje water vermengd heel graag, en het deed de heer des huizes veel plezier dat de wijn ons zo goed smaakte.
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Toen de beide kruiken leeg waren, wilde de waard ze meteen weer gaan bijvullen; maar IK zei tegen de nu reeds zeer spraakzaam geworden maker van de bosbessenwijn: 'luister, laat dat nu en vul de kruiken in plaats van met boswijn liever met heel fris water, dan zal Ik het water onmiddellijk in een allerbeste wijn veranderen!"
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De beide grote kruiken werden onmiddellijk, geheel met water gevuld, op de tafel gezet en de waard zei: 'Er staat nu op tafel wat u verlangd heeft, en laat ons nu zien, vriend, wat u kunt en waartoe u in staat bent!'
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De waard proefde de inhoud en was daarbij zo verrast, dat hij onmiddellijk al zijn huisgenoten bij elkaar riep en ieder liet proeven. Allen beweerden nog nooit zo'n buitengewoon goede wijn over hun tong te hebben gekregen. Maar nu wilde ook ieder weten hoe het in zijn werk ging, dat er uit het zuiverste water zo'n hemels goede wijn ontstond.
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Nu ging Eliza naar haar vader die haar onder tranen van dankbaarheid aan zijn hart drukte, haar toen tussen zichzelf en zijn vrouw een plaats aanwees en haar te eten en te drinken gaf van alles wat er was; bijzonder goed smaakte haar Mijn wijn die van water was gemaakt.
Hoofdstuk 263: Barnabe herinnert zich de twaalfjarige Jezus in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Toen liet hij enkele grote kruiken met water vullen en Ik wilde het, en het werd wijn.
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En omdat er deze keer ook enkele buren bij Barnabe aan tafel uitgenodigd waren om met ons de middagmaaltijd te gebruiken, maakte EEN BUURMAN de opmerking: 'Ik denk dat je voor zulke buitengewone gasten beter je boswijn, die bij jou echt goed en krachtig is, kunt aanbieden dan dit pure water!'
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] DE BUURMAN die het had over de boswijn zei: 'Ja, de leerlingen hebben ons daar wel het een en ander over verteld; maar juist omdat we maar al te goed weten wie deze Heer en Meester is, durfden wij als zondaren de Heilige van Jehova daar niet om te vragen; maar wij zijn er nu ook al volkomen van overtuigd, dat het water in de kruiken in de -laten we zeggen - beste wijn is veranderd. Vergeef me daarom deze keer mijn wat te voorbarige zorg om de boswijn!"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Ik wil echter helemaal niet doen alsof ik alles weet, en denk aan de tijd terug dat ik in Jeruzalem was en ook in andere steden, met name ooit in Damascus, waar ik een Indische magiër heb leren kennen, die ook met de grootst mogelijke overdrijving van zichzelf beweerde dat hem niets onmogelijk was. Hij heeft serieus dingen gepresteerd waarvan ik evenmin inzag hoe het mogelijk was, als van de manier waarop u nu het water in de beste wijn hebt veranderd. Maar het is altijd al zo geweest dat magiërs en kunstenaars hun vooral voor ons leken toch al wonderbaarlijke capaciteiten overdreven; maar men ziet dat graag door de vingers, omdat ze eigenlijk toch wel buitengewone mensen zijn. Maar één ding zou ik vanavond van u, meester der meesters, toch nog willen zien!"
Hoofdstuk 261: In het huis van het plaatselijk hoofd. De wonderbaarlijke wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] DE WAARD zei: 'Maar, beste vrienden, dat weet ik even goed als iemand van jullie; alleen weet ik ook dat jullie vanaf vanmorgen tot nu toe met de leerlingen hebben gesproken en zeker ook over de vraag wie deze Meester aller meesters eigenlijk precies is en dat niets Hem onmogelijk is! En zo zullen jullie ook wel vernomen hebben hoe Hij niet alleen gisteravond hier, maar ook al in enkele andere plaatsen in Galilea het water enkel en alleen door de zegen van Zijn wil in de allerbeste wijn heeft veranderd en de verbaasde gasten dan altijd de beste wijn te drinken kregen. Mij heeft in ieder geval gisteren heimelijk een van de leerlingen toevertrouwd hoe hun Heer en Meester dit zelfs al vaak heeft bewerkstelligd, zodoende weet ik dat nu. Hebben de leerlingen jullie daar niets over verteld?"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] DE WAARD zei: 'Kijk daar! De Meester aller meesters die daar met ons aan tafel zit en die, zoals je ziet, ook mijn dochter Eliza enkel door Zijn almachtige woord in één ogenblik zo genezen heeft zoals jij haar nu hier naast mij ziet zitten, heeft voor ons nu ook deze heerlijkste wijn uit water geschapen en zal er op dezelfde manier zeker ook voor zorgen dat wij eigen zout zullen hebben. Zeg me nu of je nog bang bent omdat deze ware Heer en Meester puur door Zijn almachtige woord deze weg naar beneden, die steeds heel gevaarlijk voor ons was, voor altijd versperd heeft en in ruil daarvoor een verborgen en gemakkelijke weg opent waarlangs wij ook onze onontbeerlijke huisdieren zonder enig gevaar naar boven en naar beneden kunnen drijven! Ben je het daarmee eens?"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Daar worden alle zieken genezen en zelfs mensen die gestorven zijn weer in het leven teruggeroepen. Zelfs de elementen en krachten van de gehele natuur hebben ze volledig in hun macht en de zon, de maan en alle sterren moeten gehoorzamen aan hun wil, en zo verschijnt de mens in en bij hen pas als een ware heerser over de natuur, zoals de oervader Adam dat in vroeger tijden was voordat hij gezondigd had. Het schijnt zo te zijn dat bij hen zelfs de bomen, het gras, de stenen, het water, de lucht en alle schepselen spreken en hun het getuigenis van de volste waarheid geven, en wanneer Ik het niet kon geloven moest ik maar met hen meegaan en mijzelf persoonlijk van dit alles overtuigen.
Hoofdstuk 274: Over de Essenen en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Toen wij in de buurt van de tempel kwamen, moesten wij eerst langs een bad, Bethesda genaamd (Vedes da = het geeft opwekking of genezing) , dat vlak bij de schapestal van de tempel lag, omringd door vijf zuilengangen. (Joh.5,2) Deze gangen lagen altijd vol zieken, zoals blinden, verlamden, mensen met verschrompelde ledematen en mensen met allerlei andere ziekten, en zij wachtten tot het water in beweging kwam. (Joh. 5,3 ) Volgens een zeer oude overlevering uit de tijd van Melchizedek, en naar het vaste geloof vooral van het arme volk, daalde er van tijd tot tijd een engel uit de hemel neer, die .het water in beweging bracht. Weliswaar zagen de mensen de engel met, maar zij maakten zijn aanwezigheid op uit het vreemde bewegen van het water.
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...