Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9982 resultaten - Pagina 28 van 666

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[9] Met betrekking tot onze grote profeet Jezus zeg ik je nu echter nog dit: Wee jullie, als je van plan mocht zijn, om in dit land je boosaardige handen aan Hem te slaan!
Hoofdstuk 106: Leven, daden en leer van Jezus van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar Ik antwoordde haar: 'Vrouw, maak je over Mij niet bezorgd, noch over Mijn gezelschap en over voldoende mondvoorraad! Want zie, Degene Die de hele grote aarde voedt en de zon, de maan en alle sterren met Zijn liefde verzadigt, Die weet alles van dit kleine huis en Hij weet heel precies, wat dit huis nodig heeft! Bemoeit u zich er daarom maar niet mee en maakt u zich geen zorgen; want waar u zich nu zorgen over maakt, daarvoor is van boven al gezorgd!
Hoofdstuk 108: Maria de moeder van de Heer. (8.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maria haast zich naar de voorraadkamer en vindt deze volgepakt met brood, meel, vruchten, gerookte en verse vis, met melk, kaas, boter en honing! Als moeder zo'n grote voorraad in de voorraadkamer ziet, dan beangstigt dat haar; ze komt vlug naar Mij terug, valt voor Mij op de knieën en dankt Mij knielend voor zo'n rijke verzorging van haar voorraadkamer! Ik buk Mij echter snel en hef moeder op, en zeg tegen haar: 'Wat doet u voor Mij, wat alleen de Vader toekomt? Sta op; want wij kennen elkaar toch al dertig jaar, en Ik ben nog steeds Dezelfde en niet veranderd!'
Hoofdstuk 108: Maria de moeder van de Heer. (8.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als je in een grote werkplaats van een kunstenaar komt en je ziet vele verschillende werktuigen, weet je dan wel hoe de kunstenaar ze gebruikt om een kunstwerk te scheppen? Daar zul je ook wel je hoofd schudden en je schouders ophalen; maar daarmee kom je niet te weten, hoe de kunstenaar zijn vele verschillende werktuigen gebruikt, en hoe daardoor een bepaald kunstwerk geschapen wordt. Als de kunstenaar het je echter wil uitleggen, dan zul je het ook begrijpen, op de manier waarop de kunstenaar het je uitgelegd heeft.
Hoofdstuk 109: Korenschoppen in de hand van God. ( 11/ 12.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl we daarna het goed bereide maal verder nuttigen, komt Judas terug, spreekt ons vriendelijk toe en vraagt om eten, want hij kon in de stad nergens iets krijgen, omdat door het grote aantal gasten al het klaargemaakte eten al op was !
Hoofdstuk 110: De Heer en de drie Farizeeën. (13.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Geef hem dan maar wat te eten!' En broeder Jacob gaf hem brood, zout en een hele grote goed toebereide vis. En Judas at de hele, bijna zeven pond zware vis op en dronk daar veel water bij, zodat hij zich daarna niet zo erg lekker voelde, waarop hij zich begon te beklagen, en meende dat de vis te oud was geweest, want daar kreeg hij altijd maagpijn van.
Hoofdstuk 110: De Heer en de drie Farizeeën. (13.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen Petrus hoorde dat Ik de zee op wilde, vroeg hij Mij, of hij vast vooruit zou gaan om het grote schip klaar te maken. Maar Ik zei tegen hem: 'Maak je daarover maar geen zorgen! Als we er komen, staat alles al voor ons klaar!'
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar toen ze Mij had aangeraakt, merkte ze, dat ze helemaal beter werd. Haar bloedvloeiing werd direkt gestopt en ten opzichte van haar kwaal maakte zich een grote rust van haar meester, en ze voelde in haar hele wezen dat ze weer in orde was.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen Ik de kamer binnenkwam waar de gestorvene op een versierd bed lag, zei Ik tegen de vele herriemakers: 'Waarom maken jullie zoveel herrie en huil je zo ontzettend?! Het dochtertje is toch niet gestorven, het slaapt alleen maar!'
Hoofdstuk 112: Het dochtertje van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Jaïrus stonden de tranen van vreugde in de ogen, en zijn vrouwen dochter snikten toen Ik weer met Mijn leerlingen terug naar Nazareth ging. Ze begeleidden Mij tot aan de plaats waar de andere leerlingen en een grote mensenmassa op Mij wachtten.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Petrus zei toen tegen hem: 'Ga naar buiten en kijk!' En Judas ging naar buiten en zag slechts die grote hoeveelheid mensen, die rondom Mijn huis bivakkeerden. Al vlug komt hij weer naar binnen en vraagt aan Petrus, waar de vissen dan wel mochten zijn; want hij was om het hele huis gelopen en had geen vis gezien.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] 'Veel en niets', zegt Nathánaël,'net zoals je zelf maar wilt! Dat je geen angst kent, is nu juist niet zo'n grote deugd. Want ook de satan moet geen angst kennen, anders zou hij God de Heer niet eeuw in eeuw uit ongehoorzaam blijven! Dat kun je trouwens hier op aarde ook al bij de dieren zien, waarvan er sommigen duidelijk meer moed hebben dan anderen. Kijk maar eens naar een leeuw, een tijger, een panter, een wolf, een hyena of een beer en vergelijk die eens met een lam, een geit, een ree, een haas en nog meer van die bange dieren! Zeg eens, bij welke van deze twee diergroepen zou je jezelf rekenen?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[24] Nathánaël zegt: 'En jij vond de moed. toch zo lofwaardig en je meende toch juist daardoor een bekwamer leerling te worden?! Maar ik zeg je dat moed eigenlijk een grote zonde is; want het is de vrucht van de hoogmoed, die alles veracht wat in de mens niet het eigen ik is. Daarom zal onze leer de alles verachtende moed van een mens nooit als een deugd aanprijzen, want dat is nu net precies het tegendeel van wat onze leer van de mens verwacht!
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[30] Terwijl hij dat zegt gaat Judas naar buiten, verzamelt een paar bekenden uit de grote volksmenigte en praat met hen bijna de hele nacht over datgene, wat hij van Nathánaël gehoord heeft; maar allen geven Nathánaël gelijk en zeggen: 'Nathánaël is een echte wijze', en ze waren er van overtuigd dat Nathánaël oprecht was! -Wij in huis gingen echter slapen.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Allen, behalve een klein aantal Nazareeërs, gaan nu op weg naar Kapérnaum, en Mijn huis is verlost van het grote volkskampement.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...