Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 28 van 583

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[7] Moet hier op deze aarde dan alle macht en geweld van de satan over U toegelaten worden?! Of is zijn hel dan werkelijk machtiger dan al Uw hemelen? Heer, als het zo doorgaat, dan moeten de mensen op het laatst tempels en offeraltaren voor de satan bouwen, en die van U afbreken! In deze tijd wel een heel treurige zaak!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarom moeten jullie wat zich in Sichar openbaart ook zo bekijken en aanvaarden zoals het is, en je moet daarmee een natuurlijk gevecht aangaan, waarbij Ik jullie zal ondersteunen; maar als jullie dadelijk over de blindheid en de boosheid van de mensen tot over je oren in ergernis en toorn geraakt, en over zulke boosdoeners alleen maar een verterend vuur van de hemel afroept, dan kan het je onmogelijk anders vergaan dan het jullie vergaan is!
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als jullie de mensen in Mijn naam Ieren, doe dat dan altijd zoals Ik het doe, eerst met goede daden en pas dan met bescheiden, eenvoudige en ware woorden, en jullie zullen daardoor snel veel waarachtige leerlingen kunnen tellen.
Hoofdstuk 202: De ware vrije kerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar als jullie jezelf bijna hemelhoog omkleden met louter ondoorgrondelijke geheimen, en de mensen ervan wilt overtuigen dat je door God uitverkoren bent om ze te veroordelen, te zegenen of te vervloeken, en als je je dan bovendien nog ergert als Mijn engelen je bij die dingen niet willen steunen, dan moet het je toch wel duidelijk zijn dat die handelwijze zeker niet Mijn wil is die jullie geopenbaard werd, maar dat jullie voor jezelf een nieuwe orde geschapen hebben en van daaruit een nieuwe goed omheinde kerk in de plaats van de oude mozaïsche hebt willen opbouwen, waarvoor jullie lammeren hun knie al op een afstand hadden moeten buigen!
Hoofdstuk 202: De ware vrije kerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Wij mensen, de dieren en de planten hebben geen waarde genoeg om door Hem ook maar bekeken te worden! Het is allemaal zuiver eindeloze genade en ontferming!
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Weldra stond de moeder van het bed op daar ze merkte dat een hogere macht haar de gezondheid had weergegeven. En toen ze begon te lopen en merkte hoeveel kracht ze in haar voeten had, zei zij: 'Dat heb ik te danken aan het vurig gebed van die zoon, die het aangeboden erfdeel uit echte liefde voor mij niet aannam! Waarlijk, ik zeg je, liefste zoon: Omdat jij uit echte liefde voor mij niets wilde hebben, daarom krijg je nu alles; wat van mij is, is nu ook van jou! Maar jij, die alleen maar terwille van de erfenis van mij hield, en hartstochtelijk op mijn einde zit te wachten omdat ik zo goed was om je alles te laten erven, jij krijgt nu niets en zult voor altijd een knecht van de mensen zijn!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ahab zegt: 'Dat is een grote en diepe waarheid; maar toch zou ik daar aan toe willen voegen, dat in ieder geval bij de mensen een belangeloze liefde niet mogelijk is; want omdat ik speciaal over de liefde veel nagedacht heb, is het mij opgevallen, dat ook al is de liefde nog zo zuiver, ze toch altijd meer of minder steelt.
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Nu brengen Barams mensen echter al de ochtendmaaltijd; daarom willen we omdat we urenlang voor de geest zorgden, ook een paar ogenblikken aandacht hebben voor het hongerige lichaam.'
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar kom nu ook bij Mij zitten en eet met mij en broeder Kisjonah van één schotel; want de vis is zo groot dat drie mensen er meer dan genoeg aan hebben!' -Baram deed dat, evenals Kisjonah.
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg jullie: Alle mensen, die in deze wereld een welgevallen hebben aan wat hun zinnelijkheid prettig vindt, zitten als ziel tot over hun oren en ogen in het dikke afval en zijn daarom geestelijk doof en blind en willen niet meer zien en horen en begrijpen, wat hen zou kunnen helpen.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Want er zijn mensen, die door een bepaalde kastijding van hun lichaam de geestenwereld willen binnendringen en dan met hun krachten de natuur willen bedwingen; dat is niet alleen helemaal onnut voor de ziel, maar ook erg schadelijk. De ziel valt dan als een halfrijpe vrucht van de boom des levens, terwijl de levenskern altijd verrot, leeg, doof en dus dood is.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Petrus kijkt onderzoekend naar het met stormachtige hoge golven bedekte oppervlak van de zee en ziet maar al te gauw verscheidene scheepswrakken en een wat minder beschadigd heel schip, die allemaal, schip en wrakken, door de machtige golven als kaf door elkaar gegooid worden; ook ziet hij een paar mensen, die, zich vastklemmend aan losse wrakstukken, met hun laatste krachten proberen aan de oever te komen, en door de opeenvolgende golven voortdurend bedolven en bij tijden omhoog geslingerd worden.
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ja, ja, dat zeker', zeg Ik, 'maar er wonen op aarde nog veel mensen en volkeren, die het evangelie net zo nodig hebben als jullie, en zij zijn geschapen door de Vader, Die ook jullie geschapen heeft! Ondanks alle vervolgingen die ons nog wachten, moeten wij naar hen toe gaan en het goede bericht uit de hemel brengen! Zij zullen ons weliswaar ook vervolgen; maar in de loop der tijd zich toch bekeren en als lammeren in onze schapenstal hun intrek nemen!
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het lijkt Mij niet noodzakelijk om het middagmaal verder te beschrijven, en de uitwerking van de voorgaande grote storm nog meer te belichten, vooral wat betreft de tien schepen; het is voldoende te weten, dat er van de duizend mensen, die op de schepen waren, maar vijf overleefden; alle anderen werden een prooi van de zee, en op de klippen van Sibarah vond men nog na jaar en dag vergane en door de vissen afgeknaagde geraamtes en tevens een massa van allerlei Romeinse wapens en kettingen, die voor Mij en Mijn leerlingen bestemd waren.
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen de zieken, ten dele geleid, ten dele moeizaam op muildieren zittend en ten dele liggend op ziekbedden door mensen gedragen, in een halve kring om Mij heen opgesteld waren, kwamen de oudsten van deze plaats naar Mij toe en vroegen Mij:
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...