Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 28 van 147

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[2] Want deze mensen, die een vaste wil hebben maar moeilijk begrijpen, moeten door een wonder bekeerd worden, omdat woorden alleen voor hen te weinig overtuigingskracht bezitten. Een wonder schaadt deze mensen ook niet zoveel als het jullie doet en met name veel Joden; want zelf kunnen zij als onbedorven mensen enkel door hun vaste geloof en door hun onbuigzame wil zeer opmerkelijke wonderen verrichten, wat zij een zo goed als heel natuurlijk~ zaak vinden. Daarvan zullen wij ons later overtuigen. Een groot wonder telt bij hen daarom maar half en zodoende kunnen zij, zonder dat dit nadelig voor hen is, door wonderen op onschadelijke wijze bewerkt worden. Ga nu dus! Wat je moet zeggen en moet doen, heb je al in je."
Hoofdstuk 200: Raphaël overtuigt de zwarten van de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De ENGEL zegt: "Geen van beide, -ik doe dat enkel en alleen om jullie te laten zien, hoe je in soortgelijke gevallen zulke stenen moet behandelen om ze, hun schat prijs te laten geven! Gesteld dat je er ergens weer een paar mocht vinden, want vooral in Opper- en Midden-Egypte bevinden zich veel van zulke met een korst omgeven stenen, vooral heel verspreid in de woestijnen; weliswaar zullen daar nog maar weinig van zulke parels bij zijn. Maar ook de andere stenen zijn voorzien van allerlei tekens, teksten en afbeeldingen, want de oude Egyptenaren bezaten nog lang geen papier om op te schrijven. Daarom werd vooral in het begin het oppervlak van stenen gebruikt om allerlei zaken ter herinnering in te graveren, eerst met benen en later met ijzeren stiften.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar bij de blanke, verstandelijke mensen zien wij juist het tegendeel. Vrijwel de meesten vinden alleen zichzelf belangrijk en de medemensen slechts in zoverre, als het hun in hun kraam te pas komt. Ziet de zelfzuchtige enkeling dat een van zijn medemensen niet nuttig voor hem kan of wil zijn, is hem ieder dier liever dan zo'n medemens!
Hoofdstuk 209: De ontwikkeling van het verstand en het gemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ook al zouden de mensen zich nog een tijdlang met voorraden van allerlei aard verder helpen, de eeuwige nacht een poosje verlichten met fakkels en lampen, en de vertrekken verwarmen met het op aarde voorradige hout uit de bossen, dan zouden mensen van deze aarde met de grootste voorraad zich in het gunstigste geval hoogstens tien jaar heel kommervol in leven kunnen houden. Maar na deze tijd zou het dan wel afgelopen zijn met het leven van alle vegetatie en alle schepselen op aarde. Geen plant zou er meer groeien en het levende zaad voortbrengen; de dieren zouden geen voedsel meer vinden en zouden van honger moeten sterven en door de te grote koude verstijven; de aarde zelf zou buiten haar baan treden en dan óf ergens tegen een andere planeet botsen, óf na vele duizenden jaren in het lichtgebied van een van de andere talloze zonnen terechtkomen. Door het licht en de warmte daarvan zou zij weer gaan ontdooien en binnen een veranderde orde weer op de een of andere wijze langzaam en geleidelijk beginnen op te leven, maar zij zou beslist haar huidige, zeer gelukkige, goedgeordende bestaan nooit meer terugkrijgen!
Hoofdstuk 215: De uitstralende sferen van mens en zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Jullie begrijpen nu alleen nog lang niet levensecht genoeg wat in feite nu eigenlijk de uitstralende levenssfeer van de ziel is, en hoe deze kracht zich kan uiten door te handelen, te voelen, te luisteren en zelfs door te kijken! Voor jullie begrippen is dit wel een beetje moeilijk te begrijpen, omdat er in de uiterlijke, voor jullie lichamelijke ogen zichtbare wereld helemaal geen echt geschikt voorbeeld te vinden is, daar al het geestelijke zich maar heel moeilijk in een stoffelijk beeld laat weergeven. Maar omdat jullie deze uiterst gewichtige zaak toch wat te weinig begrijpen, wil ik dit jullie nog wat beter laten zien. Jullie moeten je echter heel goed concentreren anders begrijpen jullie deze buitengewoon belangrijke levensaangelegenheid weer niet ten volle!
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Arme drommels moesten natuurlijk wel hun toevlucht nemen tot allerlei wijsheid en kennis die hun altijd hongerige verbeelding hun verschafte, om daarmee hier en daar een rijk man voor zich te winnen, van hem te leven en hem daarvoor iets wijs te maken; maar de enige waarheid die daarin te vinden is, is de nood van de hongerige wijze en de traagheid van zijn handen, en dat hij daarom liever zijn hongerige maag vult door het gebruik van zijn moeiteloze inbeelding en fantasie over de een of andere god en over het eeuwige leven van de mensenziel, dan door het gebruik van zijn handen, wat meer moeite kost!
Hoofdstuk 224: Honger naar geestelijk voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Laat het jullie daarom naar waarheid gezegd zijn, dat hoereerders en hoeren, echtbrekers en echtbreeksters, en ontuchtigen van allerlei soort en van ieder geslacht, moeilijk of ook helemaal nooit de toegang tot Mijn Godsrijk zullen vinden!
Hoofdstuk 230: De gevolgen van de onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] En kijk, dat komt allemaal doordat de bouw van de menselijke hersenen reeds in het moederlichaam grondig bedorven wordt en verder door de opvoeding van het hart en het gemoed, die haast nog slechter is; want als er tenminste na de geboorte maar een goede opvoeding van het hart en het gemoed zou plaatsvinden, zou daardoor het in het moederlichaam bedorven brein voor het grootste deel weer in orde gebracht worden, en dan zouden de mensen vervolgens nog veellicht en levenskracht kunnen krijgen, en zou door een aanhoudende ware deemoed en ware goedheid van het hart, weliswaar na jaren, het verlorene zich weer helemaal terug laten vinden of vervangen kunnen worden.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Vinden jullie echter bij degene waar je komt een gemoed, waar totaal geen leven in zit, ga dan vlug verder! Want daar moetje nooit parels voor de zwijnen werpen! -Begrijp dat alles nu goed! Wie nog iets niet helemaal duidelijk is, wel, Iaat die het nog vragen, dan zal het juiste antwoord niet uitblijven! Anders doen we de beide breinen weg."
Hoofdstuk 240: De hersenen van een wereldse geleerde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] En dat is nu de taak die Ik Mijzelf voor jullie gesteld heb, en jullie taak voor de naasten zal volgen! Weliswaar mogen jullie geen hoop koesteren dat dat allemaal al binnen enkele jaren plaats zal kunnen vinden! Ik zeg jullie: Over duizend jaar en meer, zal meer dan de helft van de wereldbevolking nog geen syllabe van Mijn woord gehoord hebben!
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ik wil daarmee echter niet zeggen, dat een goede apostel van Mijn leer steeds en altijd aan de mensen moet laten zien wat hij kan, om daardoor Mijn leer bij de volkeren der aarde ingang te doen vinden. Nee, dat is helemaal niet de bedoeling, want de waarheid moet voor zichzelf spreken en waar zij niet begrepen wordt, moet een nadere uitleg volgen, en dat zolang tot de waarheid als zodanig begrepen wordt! Maar toch komen er juist bij de uitleg gevallen voor waar de uitleg alleen, vooral bij nog zeer ruwe en onbehouwen volkeren, niet voldoende is; ,daar is het dan zeer noodzakelijk ook door een sober teken de uitleg zelf in een helderder licht te plaatsen.
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Met hun uitstralende levenssfeer, die op zulke momenten zeer krachtig werkt, vinden zij ook al gauw het kruid dat gebruikt moet worden om het euvel spoedig te verhelpen. Alleen wanneer hun pezen en aderen lui en slap worden, en het bloed dikker wordt, geloven zij dat er geen kruid meer is om deze algehele aftakeling te verhelpen van het oude en, om geheel natuurlijke redenen, zwak en zeer moe en traag geworden lichaam; dan vinden zij het maar het beste, dat de ziel voor zichzelf zorgt, haar krachten verzamelt en het voor het vervolg geheelonbruikbaar en lelijk geworden lichaam verlaat en zich, vrij van alle aardse banden, naar het land van de gelukzaligheid begeeft, dat zich voor altijd en eeuwig tussen zon, maan en aarde bevindt.
Hoofdstuk 229: Cyrenius vraagt om uitleg van de werking van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Zodra nu een bekende geur de reukzenuwen van iemand prikkelt, meldt er zich meteen een overeenkomstig reuk of smaakplaatje, en van daaruit wordt direct het overeenkomstige voorwerpplaatje geactiveerd, waardoor de ziel op snelle en eenvoudige wijze te weten komt waar die geur of smaak mee te maken heeft. Ook meldt het algemene gevoel, via het achterhoofd, aan de ziel, wat de vorm en de hoedanigheid is van de zaak waardoor het gevoel is geprikkeld. Maar dit alles gebeurt duidelijk zichtbaar alleen bij een brein dat in hoge mate geordend is, zoals dat nu is getoond. Bij het andere, ongeordende brein zullen we ternauwernood vage overeenkomsten met dit geordende brein vinden, waarvan wij ons nu meteen feitelijk en praktisch zullen overtuigen.
Hoofdstuk 234: De verbinding van de zintuigen met de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] En mocht zo 'n hemelse geest, indien mogelijk, toch nog opstaan in de geheel verkommerde ziel, om te kijken en te voelen wat er allemaal in de hersenen van de ziel aanwezig is om de ziel behulpzaam te zijn bij het scheppen van een nieuw woon en werkterrein, dan zou de geest in de hersenen van de ziel toch niets vinden waarmee hij dat zelf, om haar te helpen, zou kunnen bewerkstelligen. Want van al het materiële dat de ziel in deze wereld in haar totaal bedorven, lichamelijke hersenen had opgenomen, kon onmogelijk iets in haar eigen geestelijke hersenen terechtkomen, omdat haar voor die overdracht het voornaamste levensmedium, het licht uit de levensvlam van de liefde tot God en daaruit voor de naaste geheel ontbrak!"
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Je zult echter vooral in de noordelijkste delen van je rijk, dat eens wel het grootste op aarde zal worden, buitengewoon onwetende heidenen aantreffen, bij wie het erg moeilijk zal zijn het licht der waarheid ingang te doen vinden; doe deze heidenen echter met de macht die jou verleend is niet teveel geweld aan! Waar dat nodig is kun je hen wel heel serieus aanpakken, maar absoluut niet met het zwaard of met te opvallende tekenen; want het zwaard zou slechts uiterlijk het oude, diep ingewortelde bijgeloofbij hen wegnemen, maar innerlijk zouden zij er des te verbitterder aan vasthouden. Met al te verblindende tekenen zou je alleen maar bereiken dat het ene fanatisme in de plaats komt voor het andere! Want de volkeren die je tekenen zouden zien, zouden weldra de grootste vijanden van hun nog ongelovige naburen worden en deze te vuur en te zwaard vervolgen, en die van het oude geloof zouden hetzelfde doen bij die van het nieuwe geloof. Wat zou daarmee dan gewonnen zijn?
Hoofdstuk 250: Moeilijkheden bij het verbreiden van de zuivere leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...