Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 28 van 149

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[5] Dan vraag ik, waar deze talloos vele padden vandaan gekomen zijn en wie ze zo gemaakt heeft? Wie anders dan de natuurkrachten, die toevallig zo tegen elkaar zijn opgebotst dat uit hun tegengestelde krachten juist de padden moesten ontstaan! Die in het water terecht kwamen, vonden waarschijnlijk in hun voornaamste element geschikt voedsel, en vele daarvan zullen wel behouden zijn; maar die op de gloeiend hete aarde vielen, troffen een hun wezenlijk vijandig element aan en krachten die zich zeer tegen hen teweer stelden, en het gevolg was het volledige oplossen van hun door hun korte bestaan nog te weinig vaste lichaam. De natuur werkt, zoals men uit zoveel verschijnselen heel duidelijk kan aflezen, altijd blind, zonder welke economische berekening dan ook; zij schept dingen van een bepaalde soort steeds in onnoemelijke aantallen, waarvan gewoonlijk nauwelijks het honderdste deel degelijk en duurzaam blijft bestaan. Kijk maar eens naar een boom die in het voorjaar bloeit! Wie zou de duizendmaal duizend bloemen willen of kunnen tellen? Men behoeft echter maar acht dagen na de bloeitijd onder de boom rond te lopen om reeds een grote hoeveelheid afgevallen bloemen met vruchtbeginsel op de grond te vinden; vervolgens gaat echter het afvallen van overtollige, aankomende vruchtjes steeds maar door tot dat, wat aan de boom overblijft, volledig rijp is geworden"
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als je op hoge leeftijd een bediende nodig zou hebben, omdat ieder mens dan zwakker wordt en kwalen krijgt, en je zou tegen de eerste de beste die iets voor jou zou kunnen doen, zeggen: ' Zie, ik ben zwak geworden en heb je hulp nodig; ik zal er goed voor betalen; als ik sterf zal ik je tot erfgenaam maken!', -weetje wat deze dan tegen de hulpbehoevende man zou zeggen? Luister, hij zou precies datgene zeggen wat jij tegen iemand zou zeggen die je zou benaderen voor een vaste dienstbetrekking! Je zou tegen hem zeggen: 'Vriend, ik heb het niet nodig om iemands knecht en dienaar te zijn, want ik ben even welgesteld als jij en hoef geen dienstbetrekking aan te nemen om mijn levensonderhoud in het zweet mijns aanschijns te verdienen! Wie het nodig heeft moet zich maar afsloven voor zijn naaste; ik doe dat niet!' -Kijk, wat ik je nu zeg was vele honderdenjaren geleden in het oude Egypte het geval! De mensen werden allemaal zeer wijs en ieder was rijk."
Hoofdstuk 39: De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Wel, dan zou je alles wat zich hier in de vele uren dat de negers hier waren, heeft afgespeeld en wat er allemaal is gesproken, haarfijn en exact opnieuw horen vertellen! Want dit soort mensen heeft ten eerste een zeer sterk geheugen en ten tweede -wat uiterst belangrijk is -kennen ze de leugen niet en houden ze niets achter; daarom zullen ze ook niets verzwijgen voor de overste van Memphis. Overigens heb je wel een zeer mooi en kostbaar aandenken aan hen, namelijk de grote diamant, die een onschatbare waarde heeft op deze wereld.
Hoofdstuk 86: Over het wezen van de diamant en de robijn (Thummim en Urim) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wel moeten keizers en koningen zich buitendien tooien met de oude sieraden; maar willen ze wijs en machtig zijn, dan moeten ze daar toch geen enkele waarde aan hechten, maar alleen aan Mijn Woord! Wie dat met zullen doen, zullen dan ook spoedig door vele vijanden omringd zijn!
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] En zie, dit valse, de leugen en het bedrog, is nu geestelijk gezien de 'satan', en alle afzonderlijke, daaruit noodzakelijkerwijs voortkomende ondeugden zijn datgene wat men 'duivels' noemt; en iedere ziel die zich geheel en al heeft overgegeven aan een van deze ontelbaar vele ondeugden, is een duivel in eigen persoon en een daadwerkelijke uiting van het een of andere slechte en kwade, en in zo'n ziel bevindt zich een moeilijk uitwisbare neiging om aldoor kwaad te doen op de wijze waarop ze haar leven gegrondvest heeft gedurende de tijd van haar lichamelijk bestaan.
Hoofdstuk 94: Raphaël verklaart voor Roclus de begrippen 'satan' en 'duivel' - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Tegenover zichzelf kan hij zo streng zijn dat dit alle menselijke begrippen te boven gaat, omdat aan hen die dit zelf uit vrije wil doet, geen onrecht geschiedt; aan de andere kant zien we bij de Indiërs weer het goede verschijnsel, dat er bij hen geen slechte lasterlijke praat en geen verraad bestaat. Niemand klaagt zijn naaste aan en onder de vele miljoenen mensen is er niet één die leedvermaak kent! Dit is ook de oorzaak, dat de Indiërs op hun eigen wijze zo'n oud volk zijn geworden en erg ouder zullen worden. In de loop der tijden, als er vreemde volkeren bij hen komen die hun een andere religie en andere zeden en gewoonten bij zullen brengen, zullen zij ook onrustiger en ontevredener worden, zichzelf niet meer tot rechter zijn en geen boete meer doen; in plaats daarvan zullen zij recht spreken over anderen, hen vervolgen en de zwaarste boetes opleggen. Het zal niet lang duren of ze zullen zijn zoals de Farizeeën in Jeruzalem, die hun gelovigen de ondraaglijkste lasten opleggen en over iedereen een oordeel uitspreken; maar boven zich dulden ze absoluut. geen rechter en zelf raken ze geen enkele last aan, zelfs niet met het puntje van hun pink! Vind jij dat goed of zelfs beter dan hetgeen je bij de onschuldige Indiërs hebt gezien?"
Hoofdstuk 42: De staatsorde van de oude Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En bedenk dan eens, dat de mens met een vrije wil voor zijn lichamelijk voedsel niet alleen allerlei heerlijke vruchten die vol vruchtzaadjes zitten met zijn tanden fijnmaalt en deze dan als voedsel voor zijn lichaam genadeloos en zonder pardon verslindt, maar zich zelfs aan allerlei dieren vergrijpt, doodt, en tenslotte ook hun gebraden vlees met ware gulzigheid verorbert. Hier en daar zoekt hij uitgestrekte vlakten uit waar eerder gedurende vele duizenden jaren het mooiste gras, andere heilzame kruidenstruiken en bomen in de mooiste en meest ongestoorde orde van God groeiden, en bouwt daar dan dode huizen en steden op.Ja, vriend, kan dat volgens de orde van God zoals jij je die voorstelt, wel juist zijn?
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Probeer zodoende van nu af aan om stukje bij beetje, al naar gelang de dingen zich als het ware vanzelf aandienen, al het verkeerde uit jullie instituut te verwijderen, dan zal het instituut en het volk dat er aan gehecht is, langzaam aan gezond worden overeenkomstig de volle waarheid! Zou je nu echter met je medebroeders meteen alles overhoop willen halen, dan zouden de vele medewerkers van het instituut jou voor waanzinnig en bijgelovig verklaren en op alle mogelijke manieren proberen om je onschadelijk te maken voor het instituut, dat volgens hen uiterst doelmatig is ingericht; en daardoor zou jou iedere gelegenheid ontnomen worden om heel geleidelijk aan en ongemerkt al het verkeerde uit het instituut te verwijderen en te vervangen door de volle waarheid "
Hoofdstuk 78: De ontwikkeling van de vrije wil. De nadelen van overdreven ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Ook op deze aarde bestaan bepaalde verhoudingen en toestanden die als ze naast elkaar voorkomen, nooit bij elkaar passen. Zo is bijvoorbeeld een molshoop naast de hoge berg Ararat beslist een zeer belachelijke verhouding, ook een varkensstal naast het keizerlijk paleis in Rome, een vliegenstolp naast een Egyptische piramide, een mug naast een olifant, een druppel water naast de grote oceaan! Maar de verhouding tussen de dingen die ik zojuist noemde, is nog vele malen beter dan die tussen jou en ons; ook een in de nacht glanzend glimwormpje zou het naast de zon nog stukken beter doen! Wat zijn mijn woorden voor jou? Een allerdomst dorsen van volkomen leeg stro; want hetgeen ik je nu zeg, heb je al een hele eeuwigheid geleden woord voor woord geweten! Maar ik spreek hier ook niet omwille van jou, maar voor mijzelf en mijn makkers, opdat ze hardop horen wat ik nu denk over de positie waarin we nu verkeren! Soort zoekt soort: de gewone mens hoort bij de gewone mens en de hooggeplaatste en machtige hoort bij de hooggeplaatsten en machtigen.
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik bedoel hiermee niet: onder de grond van deze materiële aarde, die rond is zoals elke andere planeet, en waaronder, dus precies aan de andere kant van ons, eveneens landen, bergen, meren en zeeën zijn zoals hier; ook bedoel ik niet het binnenste van de aarde, dat een groots, met een dier vergelijkbaar organisme is, dat dient voor de ontwikkeling van het voor een hele planeet nodige natuurlijke leven; maar met de uitdrukking 'onder de aarde' geef ik de morele levensstaat aan van alle instinctmatig met rede begaafde wezens op de talloos vele andere planeten, waar ook mensen zijn; maar deze hebben vergeleken met jullie, mensen van deze aarde, een slechts zeer beperkte bestemming.
Hoofdstuk 84: De betekenis van het kindschap Gods op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] God en goden zijn echter alleen mensen die genoeg energie en kracht bezitten om zich dat zelf te maken. Alleen het begin daartoe is moeilijk; is de zaak na vele jaren eenmaal goed ontwikkeld en uitgewerkt, dan is alles nog slechts kinderspel. Met enkele schijnwonderen kun je de hele wereld overreden. Je hoeft dan slechts torenhoge tempels te bouwen en deze van buiten, maar vooral van binnen met allerlei mystiek gedoe te versieren, en de blinde mensheid het bestaan van een ergens vertoevende almachtige god bij te brengen, wiens dienaren en uitvoerders van zijn wil natuurlijk niemand anders dan alleen wij, priesters, mogen zijn!
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Maar mijn vele ervaringen zullen samen met mijn aardse schatten jouw eigendom zijn! Je zult ze nog lang heel goed kunnen gebruiken omdat je pas in de vijftig bent, watje met mij vergeleken een ware jongelings leeftijd kunt noemen. Maar aan allerlei ervaring ontbreekt het mij werkelijk niet en misschien laat ik je met mijn vele, belangrijke ervaringen een grotere en voor het leven meer waardevolle schat na dan met mijn vele goud, edelstenen en parels!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Ook ik was aanvankelijk een ijverig zoeker naar waarheid. Ik ben ook door vele landen en steden gereisd en heb waarheid gezocht en mensen, en ik moet eerlijk bekennen dat mijn zoeken niet bepaald zonder succes is geweest. Ik nam in mezelf vaak hele lichte momenten waar. Maar zoals het in deze wereld de mensen al altijd vergaat, zo verging het ook mij. Vandaag is men heel helder en licht, maar morgen doen zich allerlei domme aardse zorgen voor en verduisteren het gemoed van de mens geheel en al, en het zich in de geest concentreren helpt dan niets.
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Ik heb echter vijftig jaar lang intensief aan mezelf gewerkt en daar tot nog toe niets mee bereikt; en nu heb ik helemaal niet meer gewerkt en wilde ook van geen enkele arbeid meer iets horen, en juist nu in mijn werkeloze toestand heeft de Heer mij meer gegeven dan ik ooit heb gezocht! Daardoor is mijn oude levens zandsteppe nu wel veranderd in een weelderige levenstuin; maar daar heb ik in het geheel niet de hand in gehad, maar de Heer heeft het vrijwillig gedaan! En zoals het hier nu met mij en mijn negenenveertig collega's het geval is, zo was het ook het geval met vele anderen, waarop jijzelf geen uitzondering bent!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Het gaat ongeveer zoals bij een rivier, die niets anders is dan een stromende watermassa, die uit vele duizenden kleine bronnen komt. Als je dus de vijfhonderdduizend bronnen van de Eufraat droog zou kunnen leggen, dan zou je de rivierbedding helemaal leeg gemaakt en in korte tijd volledig drooggelegd hebben. Het een wordt waarlijk door het ander in beweging gebracht, en pas in de voltooide mens hebben .alle geheel van onderen opstijgende levensgeesten uit de natuur hun eindbestemming bereikt, dat wil zeggen wat de ziel en de geest van de mens betreft; maar het lichaam is en blijft nog lang materie en valt uiteindelijk uiteen in allerlei levensvormen, die tenslotte weer opstijgen tot waar hun bestemming ligt.
Hoofdstuk 85: De overgangsperioden in het rijk van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...