Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 28 van 63

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[4] Je kunt een heerser zijn over de wereld en een verlosser van de wereld blijven; maar je kunt ook een wegwijzer naar Mij zijn, die naar het centrum van Gods hart leidt, door volledig in Mij op te gaan en daardoor een heerser over het leven te worden in alle eeuwigheden. je kunt een voorspreker van de mensheid zijn - van de wezens die zijn uitgegaan, geschapen door Mijn macht en die zullen terugkeren naar het hart van de Vader; maar je kunt ook een voorspreker van de liefde zijn, die de wijsheid gebiedt om haar rechtvaardigheid in barmhartigheid te veranderen. Kies dan nu, terwijl je voor ogen staat wat er met je lichaam zal gebeuren, of je de weg náást Mij of de weg in Mij wilt bewandelen; want nu valt de laatste beslissing!'
Hoofdstuk 65: De Heer begeeft Zich alleen naar de top van de Olijfberg Het gesprek tussen de Godheid en de Mensenzoon Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Met deze val was de zonde de wereld binnengekomen, omdat God nooit een werk schept om het eventueel weer te vernietigen, maar de eenmaal geschapen weg verder volgt, zogezegd probeert te corrigeren, omdat de goddelijke wijsheid van tevoren rekening houdt met de gevolgen van een mislukking. Maar als het erom gaat vrije schepselen te scheppen, geen geestelijke machines, dan is de weg van zelfontwikkeling in de mens werkelijk de enige weg hiertoe. Met het ontstaan van het menselijke geslacht als volkeren was de opeenvolging ontstaan van alle zonden, bestaande uit een lange reeks in een steeds diepere val, omdat het begin ervan -de ongehoorzaamheid -nu eenmaal bestond. Dat wil zeggen: als Adam niet ongehoorzaam was geweest, zou ook geen van zijn nakomelingen ongehoorzaam hebben kunnen zijn, omdat hij in zichzelf dan een kiem vernietigd zou hebben, die dan niet meer overgeërfd kon worden. Op deze manier.echter bevruchtte hij die kiem, en in zijn nakomelingen groeide die uit tot de boom, die het licht van de zon nauwelijks meer door zijn dichte bladerdak laat schijnen.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] God was, voordat de inkleding in het vlees als Jezus plaatsvond, onpersoonlijk. * (* Voor Zijn menswording in Jezus woonde God in een ontoegankelijk licht en was voor geen enkel geschapen wezen zichtbaar. Zelfs de meest reine engelgeesten konden de Godheid nooit anders zien dan als een zon (Die geistige Sonne, dee12/13:7). In Zichzelf en op Zichzelf is God echter van eeuwigheid af aan een mens (Het grote Johannes evangelie, deel 6/88:3) naar wiens evenbeeld de mens door Hem geschapen werd. (Genesis 1 :27. De Huishouding van God, deel 2/139:20 en 138:26. Aarde en maan 54:9. Het grote Johannes evangelie, deel 1/1:13-16; 2/144:4; 4/88:7; 5/70:3; 6/135:1 en 230:6; 7/121:3 en 219:11; 8/24:6; 9/58:7)) Daarom kon ook niemand Hem aanschouwen, maar alleen Zijn Wezen voelen, dat zich natuurlijk alleen maar als Licht merkbaar kon maken, omdat God in Zichzelf puur licht is, dat zijn stralen uitzendt. Maar waar licht is, is het overal; het doorstroomt alles en wekt alles tot leven. De onpersoonlijkheid van God veronderstelt echter niet één punt van uitstraling, zoals vanuit een zon, maar een zee van licht, waarin geen concentratie is. Diegenen die geestelijk tot het goddelijke Wezen doordrongen, konden het goddelijke Wezen dus ook niet anders gewaarworden dan als een leven in het licht, het zweven en rusten in het licht, het wensloze één worden met het licht. Toen nu de mens Jezus de personificatie van God werd, was het ervaren van de Godheid voor degene die Haar naderde, heel anders -eenvoudig het naderen van de ene mens tot de andere. Derhalve hebben de oude zieners gelijk; maar de nieuwere, die na Mij leefden, hebben eveneens gelijk.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Maar als in een geschrift van alle geschapen dingen vanaf het allereerste begin - dus tijdens een bijna eeuwigdurende opeenvolging van tijden en toestanden - zowel de materiële als in het bijzonder ook de geestelijke ontwikkeling voldoende duidelijk weergegeven wordt en iemand vindt dan nog te weinig diepgang in de zogenaamd ontbrekende wereldbeschouwing, - waarlijk, dan is er ook zelfs in alle hemelen nauwelijks nog een oogzalf meer die zo'n vorser zou kunnen genezen van zijn zeer te betreuren kortzichtigheid!
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En de twee en die uit hen voortkwamen en de zeven, wier getal goed was, werden in de trouw van hun deemoed bevonden en zij werden in de kring van de macht van God opgenomen; en de Liefde zag dat zij rein waren bevonden en verheugde Zich over hun voltooiing. En zie, de liefdeskracht van de Godheid steeg op en de Godheid bewoog Zich en zij die geschapen waren namen de beweging van de Godheid waar, en de Godheid bewoog Zich naar Haar Liefde toe en de ogen van de geschapenen werden geopend en zij zagen de eeuwige Liefde voor de eerste maal.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] En zie nu: van deze laatste druppel werd de aarde geschapen, die jij en je broeders bewonen! En van de andere druppels werden allerlei soorten zonnen, aarden en manen geschapen, wier aantal geen einde heeft; en zie, zo ontstonden de hemel, die je ziet met zijn sterren, de zon, de maan en de aarde, die je ziet met de zeeën en het vaste land!
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Na de val van Lucifer, toen de materiële wereld zich manifesteerde, was weliswaar de geestelijke zon geschapen als zetel van de Godheid; maar ondanks alles was die niet als een op zichzelf staande concentratie op te vatten. Het licht was in de geestelijke wereld overal, en die geestelijke zon is voor de lichamelijke mens, zolang zijn ziel aan dat lichaam gebonden was, vóór Mijn aardse leven niet zichtbaar geworden. Het zichtbaar worden daarvan was een bekroning van het geloof van de geestelijke wezens; want pas voor hen was die zon zichtbaar -maar nu ook voor de mens die in Mij gelooft, zodra zijn geestelijke oog geopend is, omdat de mens Jezus op ieder moment Zijn hele rijk kan onthullen aan allen die in Hem geloven.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Dit zeg Ik nu echter: dat Ik de enige, eeuwige God ben naar Mijn drievoudige aard; als Vader ben Ik dat volgens Mijn goddelijkheid, als Zoon volgens Mijn volkomen menszijn en als Geest volgens alle leven, werking en inzicht. Ik ben vanaf de eeuwigheid de liefde en de wijsheid Zelf Nog nooit heb Ik iets van iemand gekregen. Alles wat er is, is van Mij en wie iets heeft, heeft het van Mij. Hoe kan Ik dan een tiran zijn en verdoemenis uitspreken?! - 0 jullie dwazen! Ik houd van jullie; jullie verachten Mij. Ik ben jullie Vader; jullie maken Mij tot scherprechter. Waar Ik zegen, vervloeken jullie; waar Ik opbouw, vernielen jullie; wat Ik opricht, buigen jullie neer; over wat Ik zaai, leiden jullie verstikkende stromen; jullie zijn in alles tegen Mij. Zou Ik zijn, zoals jullie zeggen dat Ik ben, - waarlijk, Ik zeg je, de aarde zou allang niet meer bestaan, ja ze zou zelfs nooit geschapen zijn! Omdat Ik echter ben die Ik ben, bestaat alles nog zoals het Was en zoals het eeuwig zal zijn; en ook jullie zullen zijn zoals je wilt zijn, zonder Mijn doemvonnis, - want jullie zullen zijn wat je van jezelf gemaakt hebt. Maar van diegenen die Mij nemen zoals Ik ben en Mij liefhebben zoals Ik hen liefheb, zal Ik maken wat zij willen, zodat hun vrijheid en vreugde eeuwig volkomen zal zijn.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Aldus sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouwen gewis: Ik ben een goede huisvader; ook niet één broodkruimel gaat verloren. Wie zijn kapitaal bij Mij belegt, zal een hoge rente krijgen en het zal in Mijn hart te boek blijven staan en de rente zal groeien van eeuwigheid tot eeuwigheid. Kijk omhoog, jij dwaas, en zie naar de sterrenhemel! Wie heeft ooit het oneindige aantal zonnen (20 maart 1840) geteld en alle planeten die Ik daar bij duizenden omheen heb geschapen?! En Ik zeg je, Ik die waarachtig en getrouw ben in ieder van Mijn woorden: voor een cent geef Ik een aarde en voor een slok fris water een zon. Waarlijk, dit zeg Ik je: de geringste dienst van naastenliefde zal op ongehoorde en onuitsprekelijke wijze worden beloond!'
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En de vlammen van de toorn van God, van de Oneindige, rolden schrikbarend door al de eindeloze ruimten naar de aarde toe, waar de grote Liefde nu vertoefde bij Zijn rouwende en treurende gevallen kinderen, die geschapen waren door Zijn erbarmende genade.
Hoofdstuk 9: Het gericht van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En zie en hoor met open ogen en open oren wat de met toornende gramschap vervulde Godheid sprak; maar niemand verstond wat er gezegd werd, behalve de eeuwige Liefde, die ten tijde van de woedende uitbarsting van toorn van de Godheid het berouwvolle nieuw geschapen paar op de kermende aarde ondersteunde met de grote macht en kracht van Haar barmhartigheid en Ze weerde de grote woedende vlam van toorn af, die de plek van Adam's wroeging en de plaats waar Eva treurde wilde aangrijpen.
Hoofdstuk 9: Het gericht van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En de nieuw geschapenen beefden van angst bij de vreselijke aanblik van de grote, vernietigende gruwelscène, waarvan de omvang nooit door een geschapen geest in zijn geheel doorgrond kan worden; want die was oneindig.
Hoofdstuk 9: Het gericht van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En schrijf nu verder! Het pas geschapen paar was nu geheel alleen op de grote wereld en de beloofde engel verscheen met het vlammende zwaard in zijn rechterhand; en toen zij hem zagen, schrokken zij heel erg, zodat zij voor hem wegvluchtten en inwendig trilden van grote angst.
Hoofdstuk 11: De geboorte van Kaïn en Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] Wij kennen onder elkaar geen andere eigendomsgrenzen dan de natuurlijke van ons lichaam; jullie mensen, die God geheel vergeten zijn, verdelen de aarde en dan zegt een koning, een vorst of een van diens gunstelingen: 'Dat geef ik jou tegen een kleine schatting en dat aan de gunsteling en zijn betere knechten vanwege hun bereidwillige en flinke vuisten! Al het overige volk kunnen jullie als lastdier gebruiken en hoef je slechts zoveel te geven, dat zij ternauwernood een ellendig beetje leven behouden om voor de leeglopers het vele hinderlijke werk te kunnen verrichten; en zouden zij weigeren, dan staat hen ten eerste grove mishandeling en ten tweede de dood te wachten!' Zou zo'n slaaf zich dan willen inbeelden, dat hij ook als broeder van de koning of van een vorst of van anderszins door de koning benoemde groten, dezelfde rechten zou hebben of zou moeten hebben, - zou die niet onmiddellijk vermoord worden?! - 0 zeg me, waar op de hele wereld bestaat er nog iets gruwelijkers dan jullie mensen?! Is niet een slang, ik of een leeuw, een tijger, een verscheurende wolf en een grimmige beer, een zuivere heilige engel vergeleken bij jullie mensen? O, als ons liefde was gegeven zoals aan jullie, wat zouden wij God beminnen! Maar zelfs zonder liefde beminnen wij Hem door onze nauwgezette gehoorzaamheid oneindig veel meer dan jullie, die niet alleen Zijn liefde waaruit Hij je geschapen heeft, vergeten zijn, maar zelfs Hemzelf, die je geschapen heeft!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] O Gij grote, heilige God, waarom hebt U niet liever louter hyena's, tijgers, leeuwen, wolven en beren geschapen, die altijd Uw heilige wil doen?! En U zou er nooit aan hebben moeten denken om ook maar één mens te scheppen, die niet alleen Uw meest heilige wil, maar zelfs Uzelf kon vergeten!
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...