Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 28 van 120

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[3] Als hij echter datgene wat hij hoort bereidwillig in zijn hart opneemt en ware vreugde voelt vanwege de waarheid die hij heeft gehoord, zal weldra de doop van de geest vanuit Mij over hem komen, en dan zal hij daarin de geopende poort naar het Godsrijk ontwaren.Vanaf dat punt zal ook voor hen die geen getuige zijn geweest van Mijn huidige aanwezigheid de weg naar het Godsrijk gemakkelijk zijn.
Hoofdstuk 58: Het navolgen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik zei: 'ja, Mijn vriend, dat kan Ik vanuit Mijn hoogst eigen volmaakte macht, en daar heb Ik niet de hulp van enig ander wezen voor nodig! En zo wil Ik dat je nu onmiddellijk zo sterk en krachtig wordt als je tevoren nog nooit bent geweest; laat die zinloze, dwaze angst voor de dood van je lichaam, die eigenlijk geen dood, maar alleen een helder licht naar het ware, eeuwige leven is,jou dus voor altijd verlaten!'
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] En de oude zei: 'Heer en Meester, vergeef mij mijn vrijpostigheid, dat ik met U spreek! Uit alles wat ik nu gehoord heb, blijkt dat U Jezus Zebaoth jehova bent; want geen sterfelijk mens sinds het eerste begin van de wereld zou ooit kunnen zeggen: 'Ik doe dat aan jou vanuit mijn hoogst eigen volkomen macht!', waarop hij dan op wonderbaarlijke wijze heel precies zou bereiken wat hij wil en heel eenvoudig met gemakkelijk te begrijpen woorden uitspreekt. Vriend, U hebt niet tot God of Jezus Zebaoth jehova geroepen: 'Help mij!', maar U zei: 'Ik wil het zo vanuit Mijn hoogst eigen volkomen macht!'
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar toen de wijn de Farizeeën flink had verhit en zij een woordenwisseling met Mij probeerden te beginnen, stond de schriftgeleerde op, kwam heel brutaal voor Mij staan en zei: 'Meester, zeg ons toch vanuit welke macht u uw kennelijke wonderen verricht?'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Ik zei: 'Dan kan Ik je ook niet zeggen vanuit welke macht Ik Mijn wonderen doe, en dan zijn we weer even ver als daarnet!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zeg jullie allemaal: uiteindelijk moet ieder mens in zijn hart door God onderricht worden; want wie tenslotte niet door de Vader of door Gods geest in Mij onderricht wordt op de weg van de zuivere liefde voor Mij en zijn naaste, komt niet tot Mij, de Zoon van de eeuwige Liefde, die het eeuwige Licht, de Weg, de Waarheid en het Leven zelf is; want Ik ben in Mijzelf de wijsheid van de Vader. Jullie begrijpen dat nu weliswaar nog niet helemaal, maar jullie zullen het begrijpen als jullie na Mijn hemelvaart in de geest vanuit Mij wedergeboren worden; want dat is de eeuwig in Zichzelf volledig levende geest van alle waarheid, en die zal jullie in alle wijsheid binnenleiden. Je had daarom wel gelijk toen je zei dat de nieuw geschapen vissen onvergelijkelijk veel beter smaken dan die ze naderhand onder elkaar voortbrachten.'
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Deze zeer betreurenswaardige man bevond zich in het dorp, juist op het moment dat die twee mannen ons bezochten, en op hun verzoek lieten wij hen kennismaken met hem. Toen legden zij hem de handen op en geboden de boze geesten in de naam van de Godszoon Jezus om uit die man te gaan en zijn lichaam voor altijd te verlaten. Maar vanuit die door hen zo lang gekwelde man schreeuwden de boze geesten toen, zo hard als een leger soldaten: 'Jezus Zebaoth Jehova, die in een schaapsstal in Bethlehem uit een lieftallige jonge vrouw in een lichaam is geboren en in het oude Nazareth in Galilea is opgegroeid tot een sterke man, kennen wij, en aan Zijn almacht zijn wij ook onderworpen, omdat wij ons daar niet tegen kunnen verzetten; maar jullie kennen wij niet en wij zullen jullie ook niet gehoorzamen!'
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Het daaropvolgende jaar, toen hun steenachtige akkers in weelderig bouwland begonnen te veranderen, werd ook hun geloof nog sterker, en van tijd tot tijd verscheen Ik zichtbaar onder hen en sterkte hen in hun geloof en hun liefde, geduld en zachtmoedigheid. Want toen ze hadden gehoord dat Ik in Jeruzalem was gekruisigd en aan het kruis was gestorven, werden enkelen van hen heel bang en begonnen te twijfelen; daarom was het ook nodig dat Ik persoonlijk naar hen toe kwam en Mij als Heer en Overwinnaar van de dood aan hen liet zien. Bij die gelegenheden troostte Ik hen en verklaarde hun vanuit de Schrift dat dat allemaal aan Mij moest gebeuren, opdat iedere ziel die in Mij gelooft, door de duistere poort van de dood in de eeuwige heerlijkheid binnengaat, waar Ik ben binnengegaan en waar Ik Mij al sinds eeuwigheid bevonden had. Ik legde hun uit dat de dingen die er gebeurd waren uit liefde voor de mensen waren gebeurd, opdat zij door hun geloof in Mij en Mijn menswording - tot hun heil, maar tevens tot gericht over de slechte wereld Mijn ware kinderen en in alles aan Mij gelijk zouden worden. Daarna werden deze bewoners van het bergdorp, dat binnen enkele jaren groot aanzien verwierf, ware helden in het geloof en in het handelen daarnaar.
Hoofdstuk 62: De belofte en de zegen van de Heer voor dorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Zolang dergelijke bossen op aarde in de juiste ruime mate bestaan en de voortdurend vanaf alle sterren naar de aarde komende en de vanuit de aarde zich ontwikkelende en opklimmende natuurgeesten in zulke bossen opgenomen worden en hun goed geordende onderkomen vinden, zullen jullie geen al te hevige, stormachtige natuurrampen of allerlei epidemische ziekten de kop op zien steken; maar als het begerige winstbejag van de mensen zich eenmaal teveel aan de bossen zal vergrijpen, zal het ook zwaar zijn voor de mensen om op deze aarde te leven en te bestaan, en wel het zwaarste, waar het uitdunnen van de bossen te sterk de overhand krijgt - wat jullie ook kunnen onthouden, om de mensen bijtijds voor zulke lichtzinnige ondernemingen te waarschuwen.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ook het personeel, de bedienden en de dienstmeisjes die onze zaal binnen waren gekomen gingen op bevel van de waard weer aan hun werk; want ze hadden nog veel te doen vanwege enkele vreemdelingen, die voor het merendeel voor handel vanuit Kapernaüm hier naar het marktplaatsje waren gekomen. Alleen de genezen knecht bleef bij ons, en at en dronk met ons mee en sterkte zich.
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Weliswaar moet de weg eerst van buitenaf aan de mens getoond worden door Gods woord, dat vanuit de hemelen tot de mens komt en waarbij men kan zeggen: 'Vrede zij met je; want het rijk Gods is nabij gekomen!' Maar daarom is de mens nog niet in het rijk Gods, en het rijk Gods niet in hem.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Zo moeten ook dieren en mensen hun voedsel eerst van buitenaf in zich opnemen; maar dat opnemen van voedsel en drank is nog lang niet de echte voeding van het lichaam, maar die gaat daarna pas vanuit de maag naar alle delen van het lichaam. Zoals in zekere zin de maag het leven voedende hart van het lichaam is, zo is ook het hart van de mens de voedende maag van de ziel, die de geest uit God in haar moet wekken, en Mijn leer is het ware levensvoedsel en de ware levensdrank voor de maag van de ziel.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Toen hoorde ik een stem vanuit een verborgen hoek: 'Dat is onze vijand! Vlucht voor hem, opdat hij ons niet ook hier van onze bezittingen, onze kuisheid en onschuld berooft! Jullie, onze mannen, grijp hem en bind hem vast en werp hem in een kerker waar padden en slangen huizen!'
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Tussen Mij en jullie mensen bestond er weliswaar een eindeloze kloof, waardoor zelfs de meest volmaakte engelengeest Mij niet eens had kunnen naderen; maar nu is er over die kloof een brug gebouwd, en die wordt gevormd door de liefde voor Mij van jullie kant, zoals Ik van Mijn kant vanuit Mijn eeuwig grote, boven alles machtige liefde voor jullie mensen Zelf een mens van vlees en bloed ben geworden en ook jullie zwakheden op Mij heb genomen, opdat Ik geen eeuwig verre God, maar een volkomen nabije en gemakkelijk te bereiken Vader,Vriend en Broeder kan zijn en al naargelang de mate van jullie liefde voor Mij kan worden en blijven.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei: 'Van de geest Gods! Hoewel Mozes als aangenomen zoon van de Farao in de Egyptische mysteriën ingewijd was en ook van de oude sterrenkunde en aardrijkskunde veel kennis had opgedaan, was dat toch maar nauwelijks een druppel troebel water vergeleken bij de hele zee van zijn latere inzicht, die hem als uitverkoren leider van het volk Israël door de geest Gods gegeven is, waardoor hij pas een ware geleerde vanuit God werd.'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...