Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 28 van 825

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[6] Opdat jullie inzien hoe zoiets mogelijk was, wil Ik hier voor jullie een kleine beschrijving van haar gestalte aan toevoegen. Naëhme is te vergelijken met de figuur die als de gemalin van een smid en als godin van de schoonheid onder de bijzondere naam 'Venus' in de grijze oudheid van het zwarte heidendom schuil ging. Na Sara en Rachel heeft zo'n mooie gestalte als die van Naëhme nooit meer in den lijve de aarde betreden. Haar lengte bedroeg vijf voet volgens jullie maat. Haar haar was zwarter dan kool, haar voorhoofd was wit als vers gevallen sneeuwen nabij de ogen zacht rood gekleurd. Haar ogen waren groot en volkomen hemelsblauw, de pupil vurig zwart, de oogleden fris en zacht evenals de donkere wenkbrauwen. Haar neus was recht en verloor zich in de zachte, tere neusvleugels, waaronder de twee openingen met hun zacht afgeronde vorm een lieflijke aanblik boden. Haar mond was ter grootte van een oog en haar zacht gewelfde lippen legden iedere roos het zwijgen op. Haar wangen, van de mooiste, vrolijk glimlachende volkomen vorm, waren als door het zachtste en teerste rozerood lichtjes getint en hun kleur was als een met sneeuw bedekte roos, waar de sneeuw als het ware de laatste liefdesstraal van deze koningsbloem zijn glanzend witte oppervlak een zijdeachtige glans verleende. Ook haar kin was van een vorm waarvan er geen tweede op aarde was. Haar hals was noch te lang noch te kort, maar recht, glad en rond, zonder ook maar het geringste gebrek. Het begin van haar borst onderscheidde zich slechts van haar hals door een tere, weelderige, snel rijzende verheffing en was evenals de schouders en de nek in volmaakt juiste verhouding. Haar boezem zag er meer uit als een etherische, teer witte leven gevende welving, dan iets vleselijks, aan welks verheven weelderig zachte ronding twee heldere, jonge rozen schenen te ontluiken. Haar armen waren zo vol, mollig en zacht, dat jullie je daarvan ook niet de geringste voorstelling kunnen maken; want zulke armen komen alleen in de hemel voor. En naast deze fraaie verhoudingen was ook haar hele lichaam overtrokken met de etherische zachtheid en tederheid van het glanzende wit van de sneeuw.
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Op Mijn bevel werd juist ten tijde van Naëhme door de kinderen van Adam de eerste goede bode uit de bergen naar de diepte van Hanoch gezonden om aldaar Mijn naam te verkondigen, en wel aan het hof van Lamech zelf. En zie, Lamech nam de bode goed op; de bode was een nazaat van Adam, afstammend van de kindskinderen van Adam via Seth en hij heette Hored ('de geduchte'), was groot en wijs en had vrouw noch kind. En toen Lamech nu volgens de lering van Hored in zichzelf keerde, bewees hij deze bode een grote eer door zijn hele vrouwelijke hof bijeen te laten komen en de bode te verzoeken zich de mooiste vrouw uit te kiezen. En zie, toen liet Hored tegen Mijn wil zijn blik vallen op de vrouw van Thubalkaïn en deze moest op leven en dood gehoorzamen aan het bevel van Lamech.
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Daarom geloof, opdat jullie eens tot liefde en daardoor tot leven zullen mogen komen, en bemin Mij in jullie geest en laat al het werk van je handen en je wil getuigen van het leven in jullie en laat je tong je zeggen dat jullie kinderen van God zijn. Ik zal de mensen oordelen naar hun geloof; Mijn kinderen echter zal Ik in Mijn liefde leiden en het licht van Mijn wijsheid zal voor jullie worden tot een eeuwig lichtbaken van het meest zalige leven in Mij, jullie liefdevolle, heiligste Vader, nu en in alle eeuwigheden der eeuwigheden! Amen.'
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] Om mijn hart ontstond een woestenij en mijn mond werd droog, - en zie, toen stond opeens de eeuwige Liefde voor mij, die mij vol mildheid en liefdevol aanzag. Zij beademde en sterkte mij en zei: 'Adam, kijk, je hebt honger en je verlangt naar eten en drinken en jouw liefde, die 'Eva' zal heten, niet minder. - Kijk naar de bomen, die Ik nu zal zegenen; eet de vruchten daarvan ter sterking van jullie lichaam en van jullie zielen. Maar van die boom daar midden in de tuin mogen jullie niet eten, voor Ik weer zal terugkomen en jullie en de boom zal zegenen; want op de dag dat je van de boom zult eten, zal ook de dood bij je binnen treden. Je zult weliswaar in verzoeking komen; maar wees tot drie maal toe standvastig, dan zul je de worm van de dood, die aan die boom knaagt, te gronde richten. Je zult Eva zuiveren en jezelf en haar en allen die uit jou voortkwamen en voortkomen, een volledig vrij, zalig, eeuwig leven in God bezorgen.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Zie, wij hebben niets wat wij aan de Heer zouden kunnen geven, dat wij niet tevoren van Hem ontvangen hebben; en welke vreugde zouden wij Hem verschaffen, ook al zouden wij in staat zijn Hem de hele aarde, ja de gehele wereld te geven?! Hij zou tegen ons zeggen: 'Kinderen, daar heb Ik nimmer behoefte aan; want als Ik plezier zou hebben in werelden, dan kon Ik er op ieder ogenblik talloze miljarden voor Mijzelf scheppen en Ik zou er voor de eeuwigheid der eeuwigheden voldoende ruimte voor hebben. Maar Ik heb geen vreugde aan jullie offers, die uit materie voor Mij gemaakt zijn, wat een huis des doods is; Ik verheug Mij alleen over een boetvaardig, berouwvol hart, dat Mij liefheeft. Dat is hetgeen geheel van jullie is als een vrij geschenk van Mij; dat hebben jullie volledig in eigendom. Als je wilt kun je het aan Mij teruggeven en Ik zal daar intrekken met Mijn genade, en jullie zullen dan eeuwig met de genade in Mijn eeuwige liefde leven en alle dingen zullen zo helder worden als een druppel water. Als jullie echter zelf in je hart gaan wonen en dan de deur voor Mij vergrendelen, zodat Ik niet binnen kan komen wanneer Ik dat wil, dan zullen jullie al spoedig het levensbrood dat in je is, verteerd hebben; en omdat Ik als enige Gever van het levensbrood met Mijn leven gevende gave niet meer binnengelaten word, zal ook weldra de eeuwige dood het onvermijdelijke gevolg van de eigenliefde en de zelfzucht in je worden!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] En Ik zal voor de derde maal verschillende keren komen, zoals nu ongeteld tot jullie, nu eens zichtbaar, dan weer onzichtbaar in het woord van de geest om Mijn weg voor te bereiden. En Ik zal als de nood hoog is, voor de vierde maal in een stoffelijk lichaam komen, in de grote tijd der tijden. En Ik zal meteen daarop voor de vijfde maal komen in de geest van liefde en wijding voor allen. En Ik zal voor de zesde maal innerlijk komen tot een ieder, die een waar en ernstig verlangen naar Mij in zijn hart zal dragen en Ik zal een Leider zijn voor diegenen die zich vol liefde in hun geloof door Mij naar het eeuwige leven laten trekken. Maar Ik zal dan ook ver van de wereld zijn; maar wie opgenomen zal worden, die zal leven en Mijn rijk zal voor eeuwig met hem zijn.
Hoofdstuk 46: Over het komen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] O kinderen, zie toch hoe buitengewoon goed onze God, ja onze meest liefdevolle, heilige Vader is! Zie, deze grote geest, wiens plaats ik arm en zeer zwak stoffelijk mens nu inneem, was geroepen om een broeder van de eeuwige liefde van de heiligheid van de Vader te zijn; maar de met eigenliefde vervulde ongehoorzaamheid dreef deze grote, machtige geest hierheen, in deze naamloze laagheid. Omdat het nu niet meer mogelijk is, dat wij in onze gezamenlijke nietigheid ooit de Godheid met waardigheid, ook al was het maar een zonnestofje meer naderbij zouden kunnen komen, wil Hij, teneinde ons dichter naar Zich toe te trekken, zoals jullie allen nu goed vernomen hebben, Zelf in onze nietigheid afdalen om daardoor aan deze nietigheid meer te geven dan ooit voor de grootst mogelijke grootheid van geest te begrijpen zou zijn. - Dat wil zeggen als ik het goed begrepen heb - : Hij wil voor ons wormen in het stof niet slechts een God, een heilige Vader zijn, zoals Hij in de eeuwigheid was, maar Hij wil zelfs een sterke Broeder voor ons worden, teneinde ons, waardelozen, daardoor met Zich in het eeuwige leven te verenigen!
Hoofdstuk 47: Over de grootheid en diepgang van Gods woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, precies zo is het ook met ieder woord van de Heer! Zoals het is gegeven zal het geen vrucht voortbrengen, - maar als het in het aardrijk van onze harten wordt gelegd, dan wordt het veilig omhuld door zijn harde schil daarin gelegd. Wanneer deze harde schil dan door onze liefde oplost en in ons hart verteerd wordt, zie, dan zal de levende kiem of het levende begrijpen van hoe te handelen door het licht van de zon van de geest voor de dag komen en onder menige stormachtige beproevingen, liefdesregen van boven en genadelicht van de heilige, liefdevolle Vader goed gedij end rijpen tot de onschatbare vrucht van alle leven en van alle liefde in de wijsheid van God, onze Vader!
Hoofdstuk 61: Het goddelijke woord in het mensenhart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Zo geloof ik ook nu een dergelijke hoop stenen, die door de genadestralen van boven zeer sterk verwarmd schijnen te zijn, voor me en in me te ontwaren en nog is er heel weinig onderscheid daartussen; maar ik geloof nu ook vast dat als de regen komen zal, door stormen begeleid, dan met mijn stenen hetzelfde gebeuren zal als met die welke ik eerder heb gezien. De doorzichtige stenen zullen lijken op volledige begrippen en de uiteengevallen op ontbinding, waaruit een nieuw leven uit de aarde van mijn hart zal ontkiemen, net als ginds uit de witte brij meteen weelderig, jong gras opkwam. Amen."
Hoofdstuk 62: De patriarchen brengen begrip op voor Henochs woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] En toen kwam ook de beurt aan Jared en die gaf het volgende antwoord: "O vaderen! Wat moet ik nu voor een antwoord geven? Henoch is weliswaar in de eerste plaats uit mij voortgekomen, zoals de zon uit de aarde achter de bergen schijnt voort te komen; maar al spoedig stijgt zij hoog uit boven de vlakten der aarde en bestraalt dan indrukwekkend de eindeloze ruimte en dan baadt de gehele aarde zich schitterend in de overweldigende stralen van haar licht; en zij wekt al het leven op tot een vrolijke activiteit en tot een talrijke, wonderbaarlijke ontplooiing uit het afsterven van de nacht!
Hoofdstuk 62: De patriarchen brengen begrip op voor Henochs woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Wat waren wij allen zonder haar? Niets dan halfverstandelijk bewegende machines, die tenslotte hun eigen waan zouden hebben verbruikt en de heer van de natuur zou een armzalige slaaf, zo nietig als een mug, zijn geworden, die bij het zien van een boomkikvors, door grote vrees gedreven, gevlucht zou zijn als een lam bij het zien van een verscheurende wolf. En wel, omdat hij niet wist wat in deze of gene woont en het allerminst, dat zijn eigen ziel een laatste en volledig gevormde onsterfelijke ziel is, ja een ziel waarin alle zielen van de schepselen verenigd zijn! En omdat hij, voor driekwart dood zijnde, dat vanuit zichzelf onmogelijk te weten kon komen, hoe zou hij dan wel zijn innerlijke leven, zijn liefde, zijn geest en de zuiver goddelijke afkomst daarvan hebben kunnen begrijpen?!
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Dus, indien iemand nog ver van het doel is verwijderd, doet hij er goed aan dat hij zolang voortgaat, tot hij dat doel bereikt heeft; maar heeft hij het bereikt, dan moet hij het met al zijn krachten omarmen en het vasthouden, dat wil zeggen: laat hem God boven alles liefhebben, dan heeft hij alles gekregen. Hij heeft de Vader van het leven voor eeuwig gevonden en aan zijn vrijheid zal voortaan geen einde komen.
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Wij hebben geen enkel gebod buiten dat van het eeuwige leven en dat is de liefde en het luidt: 'Je zult Mij, je God en heilige Vader liefhebben uit en met al de liefde die Ik je in eeuwigheid gaf tot eeuwig leven en als eeuwig Leven! Als je Mij liefhebt, verbind je je weer met Mij en aan je leven zal nooit een einde komen; maar laat je dat na, dan scheid je je van het leven. Je leven zal daarna weliswaar niet ophouden; ook zal Ik daarom voor eeuwig niet ophouden voor jou een richtende God te zijn. En zul je ook, als je van Mijn leven gescheiden bent, door de eeuwige ruimten van de diepten van Mijn toorn vallen, waarlijk, buiten Mij zal jouw eeuwige val niet zijn! Mij, je God, zul je nooit kwijt raken; maar je liefdevolle, beste, heilige Vader en met Hem een eeuwig, vrij, gelukzalig leven, zie, dat zul je verliezen!'
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar als iemand enten met zaden van een vijgenboom neemt, dan de pruimenboom aan alle kanten snoeit, de stompjes van de takken splijt en vervolgens de enten er insteekt en ze zorgvuldig met aarde en hars omwindt, zal al spoedig het sap van de pruimenboom in de vijgenenten omgevormd worden tot het leven van de vijgenboom. En zo zullen dan na niet al te lange tijd op de zo veranderde pruimenboom edele vijgen te voorschijn komen.
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Neem hier goede nota van en laat dat zo diep als maar mogelijk is in je leven meespelen, dan zal er nooit een einde komen aan jouw vreugde; en sta nu op en wandel blij in Mijn naam! Amen."
Hoofdstuk 76: De vreugde van de stamvaderen over de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...