Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1915 resultaten - Pagina 28 van 128

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[8] Kortom, U heeft geen begin, en dus is het ook onmogelijk dat Uw scheppingen ooit een begin hebben gehad, en hoeveel de eeuwige ruimte er ook moge bevatten, er is er toch niet één bij waarvan men zou kunnen zeggen: 'Kijk dat was de eerste! Vóór deze is er niets geschapen!' Want achter zo een, die de eerste zou moeten zijn, verschuilt zich toch weer een volmaakte, hele eeuwigheid! Wat zou U dan gedurende die tijd, terwijl U steeds hetzelfde wezen was, gedaan hebben? In de eindeloze ruimte is ook plaats voor eindeloos veel scheppingen; ook al zijn hun afstanden nog zo eindeloos groot, dat maakt niets uit! De eindeloze ruimte heeft plaats genoeg voor al de eeuwige, eindeloos vele, en zal eeuwig nog plaats hebben voor ontelbare maalontelbaar vele, en zo eeuwig verder en verder voor nog talloze nieuwe, en deze toekomstige zullen de reeds van eeuwen her aanwezige ook in zekere zin niet vermeerderen; want eindeloos veel en talloos veel kan nooit méér worden, omdat het zonder meer al eindeloos veel is.
Hoofdstuk 254: De grootte van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Allen gaan nu de keuken uit en wanneer zij aan de tafels de honderden gasten zien eten en drinken, zegt MARCUS heel verbaasd over dit tafereel: 'Ja, hoe is dat nu mogelijk? Je bent toch immers geen ogenblik bij mij weggeweest, en alle tafels zijn zo te zien afgeladen vol! Je hebt geen enkel gerecht kunnen klaarmaken en nog minder opdienen! Verraad mij toch eens iets van de manier waarop je dat gedaan hebt, want alles begrijp ik eerder dan jouw uiterst onbegrijpelijke snelheid, vooral bij daden die op deze aarde toch noodzakelijkerwijs gebonden zijn aan een bepaalde orde binnen tijd en ruimte! Ik vraagje nogmaals iets te vertellen over de manier waarop je de spijzen hebt klaargemaakt en waar je ze vandaan hebt gehaald! Want van het eten dat halfklaar in mijn keuken stond, is niets op al deze tafels terechtgekomen, want ik heb het daar zojuist nog in alle rust en wachtend op zijn bestemming zien staan.
Hoofdstuk 1: De wonderbaarlijke maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Toen vroeg RAPHAËL aan Marcus: 'Begrijp je nu hoe ik in staat ben om veel dingen uiterst snel te doen, en dat dit zelfs heel gemakkelijk is, vooral als je bedenkt dat een geest, als het principe dat het diepste innerlijk van de wezens en dingen geheel doordringt, met alle materie ook het effectiefst en altijd met het meeste resultaat kan doen en laten wat hij maar wil en dat niets hem daarbij tegen kan houden?! Bovendien heb ik als aartsengel aeonen helpers die allen ieder ogenblik afhankelijk zijn van mijn wil. Als mijn wil, die de wil van de Heer is, iets wil, dan vervult deze wil ook meteen talloze aan mij ondergeschikte dienaren, die ogenblikkelijk in actie komen en iets wat gedaan moet worden dan ook gemakkelijk met een snelheid uitvoeren die jij je nauwelijks kunt voorstellen! Zelf doe ik persoonlijk weliswaar niets, maar door mijn aartswil worden aeonen helpers vanuit de meest innerlijke basis van hun wezen geactiveerd, en een opdracht wordt dan ook op deze wijze gemakkelijk zo snel mogelijk uitgevoerd, en dat des te zekerder, omdat de Heer en vervolgens wij, alles wat ergens gedaan moet worden allang voorzien en voorbereid hebben, zodat het dan voor jullie, als dat nodig is, kant en klaar in een uiterlijk zichtbare daad omgezet kan worden.
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Allerlei armen zullen bij je komen; wat Je hun zult doen zonder aardse beloning, dat heb je Mij gedaan, en Mijn liefde zal het je vergelden.
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] O gelukkig keizerrijk! Rome, mijn vaderhuls, hoezeer kun je je er in 't geheim over verheugen, dat de Heer Zijn genadig oog op je gericht heeft en ook uit jouw oude muren en burchten en hutten kinderen wil uitverkiezen! Heer, ik sta er met mijn leven voor in: Als U in plaats van hier in Rome zou zijn en voor de Romeinen zo'n teken gedaan zou hebben, dan zou er geen mens zijn die U niet de hoogste, goddelijke verering zou hebben betoond. Maar U kent Uw plan en kent Uw wegen, en het is daarom wel het beste zoals U het hebt geregeld en bepaald! "
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Dus noch jij, noch je metgezellen hebben de waarheld gevonden met betrekking tot het tot stand gebrachte wonder en de vraag of zoiets ook gedaan zou kunnen worden door een geestelijk volmaakt mens, maar jullie hebben haar nauwelijks links of rechts geraakt!
Hoofdstuk 12: Over gelijkhebberij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Behoorlijk geschrokken van de krachtige taal van.de opperstadhouder zegt ROCLUS: 'Heer, heer, heer! Wij zijn het niet zelf die aanspraken wilden laten gelden, maar wij zijn slechts vertegenwoordigers van degenen die in de verwoeste stad in volle ernst een jammerlijk bestaan lelden. Wij hebben al veel voor hen gedaan, en de hele stadsgemeente, die nu totaal verarmd is, heeft ons slechts uit dankbaarheid al de omliggende gronden volledig in eigendom gegeven, en tegen ons gezegd, dat ook deze gronden aan de zee hun gemeentelijk eigendom waren!
Hoofdstuk 16: De deputatie uit Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] In plaats van jullie nu enig recht te geven, maak ik jullie als afgevaardigden van deze stad bekend dat ik uit hoofde van mijn macht, uitgaande van de keizer, de oude Marcus benoem tot overste over de stad en haar wijde omliggende gebied, en hem bekleed met alle macht die ik zelfheb, en dat in het vervolg alleen hij over jullie en al jullie aangelegenheden volledig recht mag spreken, en dat jullie allen aan hem de verplichte schatting af moeten dragen! Dat zeg ik jullie nu mondeling, maar hij zal zich geheel volgens de wet met de papieren, de staf en het zwaard en de gouden weegschaal der gerechtigheid legitimeren! Slechts in heel bijzondere gevallen zal een beroep op mij gedaan kunnen worden, maar verder zal hij alles beslechten! -Bent u daarmee tevreden?"
Hoofdstuk 16: De deputatie uit Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En wee de eerlijke en goedmenende, rechtschapen man die uit waar inzicht en reine, onbaatzuchtige liefde tegen het volk zou zeggen: 'Geloof deze valse profeet niet; want ieder woord uit zijn mond is een keiharde leugen waaruit alleen brandende eigenliefde en tirannieke heerszucht blijkt, die jullie die nu nog vrij zijn, spoedig met zware ketenen,zal binden! Hij zal jullie onverdragelijke wetten onder de titel 'wil der goden' opleggen en op het overtreden daarvan de zwaarste straffen, ja zelfs de marteldood zetten. Dan zullen jullie en je kinderen onder de zware druk van zo'n valse leraar zuchten en weeklagen en luid om redding roepen! Maar jullie roepen zal volkomen tevergeefs zijn, want tegen de macht van de tiran, die noch een hart noch een greintje menselijke naastenliefde bezit, zal moeilijk iets gedaan kunnen worden!'
Hoofdstuk 23: Roclus' mening over goden en priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen ik als handelaar voor de derde maal in Indië kwam, heb ik heel veel verstandige en goede dingen aangetroffen, maar daarnaast ook weer zoveel afschuwelijke domheden, dat men zichzelf zou kunnen kruisigen om maar nooit meer met zulke enorme godendwaasheden in aanraking te komen. Volgens datgene wat ik daar over hun theosofie vernam, moet de hoogste god Lama, die ook de bijnaam Dalai heeft, eenmaal per jaar zijn hoogste plaatsvervanger, die eveneens onsterfelijk is, de hoogste eer bewijzen door zich aan hem en tevens aan zijn opperpriester te vertonen, maar dan wel op een hoge bergtop! Daar moet de plaatsvervanger dan op bevel van de allerhoogste god op een zuiver witte doek zijn behoefte doen, de uitwerpselen vervolgens drogen en laten verpulveren. Dit 'poeder van god', zoals de Indiërs het noemen, wordt dan korrelsgewijs in zeer kleine houten doosjes gedaan en goed verpakt tegen een hoog losgeld aan de hoofden van de volken gestuurd. Deze hooggeplaatsten moeten dan na een voorgeschreven boetedoening dit poeppresentje van god zeer eerbiedig opeten. Dat en nog een groot aantal van de meest absurde domheden zijn feiten, waarvan iedere reiziger die daarheen gaat zichzelf kan overtuigen.
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Dat, vertelde zo'n vriendelijke boetepriester mij, waarop ik hem vroeg wat zo'n zondaar dan wel gedaan moest hebben om zo'n marteling als boetedoening opgelegd te krijgen. Toen zei de boeteprediker: 'Daar is vaak helemaal geen werkelijke misdaad voor nodig, maar dat ligt verborgen in de ondoorgrondelijke wijze willekeur van de eeuwige Lama! Hij openbaart zijn heilige wil enkel en alleen aan zijn opperste priester op aarde. Die verkondigt deze dan aan ons, lagere priesters en wij onderrichten dan het volk, dat ons blind gehoorzamen moet. Want al zijn wij ook oneindig klein en gering voor de hoogste priester van Lama, voor het volk zijn wij toch oneindig veel en groot en onze wil is zeer machtig! Eén woord uit onze mond is voor het gewone volk een ijzeren wet, omdat het wel weet dat het woord van Lama en van ons één is!'
Hoofdstuk 27: Het kunstmatige Allerheiligste in de tempel te Jeruzalem. Indische gruwel van boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) "De ruwe en tevens toch geweldige krachten van de natuur kunnen alleen maar erg grof te werk gaan en die wijze van werken is Iets noodzakelijks, want hun woeden roept de microkrachten in het leven, en die vormen zich dan pas tot iets, als zij door de geweldige uitwerking van de grote oerkrachten in zekere zin tot leven worden geroepen. Door wederzijds aantrekken en afstoten krijgen de kleine krachten pas vorm en beginnen de aangenomen vormen te ontwikkelen, treden dus in een voelbaar bestaan, dat zij zolang behouden als zij in hun afgescheiden staat een andere, krachtiger op hen inwerkende kracht kunnen weerstaan. Als deze de kleine kracht overweldigd heeft, is het met de afzonderlijke, kleine kracht volledig gedaan. Haar vorm lost zich samen met haar op en alles wordt door de grote kracht weer verslonden, zoals dat ook treffend getoond wordt met het beslist door een wijze uit de oertijd bedachte beeld van Chronos die als stamvader van de goden zijn kinderen weer verslindt. Dit genoemde beeld van de mythische oergod Chronos stelt de tijd voor en de daarin werkende krachten. De tijd schept alles, onophoudelijk schept zij lachende akkers en tevens dorre stoppelvelden. Ontstaan en vergaan, leven en dood, zijn en niet-zijn gaan steeds gelijktijdig samen. Geen stilstand, geen oponthoud; de ene golf roept de volgende op, - maar daar tussendoor loopt ook tevens de vore, het graf! Wat het stempel van het leven draagt, draagt op de keerzijde ook het stempel van de dood.
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Vanaf de muur wordt de bode tijdens een lange reis van ruim twintig dagen vervoerd in een draagstoel, van waaruit hij mets anders dan de lucht kan zien. Pas in de grote keizerstad, die meer inwoners heeft dan heel Palestina, wordt hij vrijgelaten en eervol naar de keizer gebracht. Daar overhandigt hij de gouden koker met inhoud en geeft de keizer de wens van de grote Lama te kennen, waarop hij van de keizer aanzienlijke geschenken krijgt en genadig uitgeleide wordt gedaan. Dan begint meteen zijn terugreis, die nooit een haar verschilt van de heenreis.
Hoofdstuk 43: De religieuze band tussen Indië en China - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] RAPHAËL zegt: 'Je bent toch wel een merkwaardig iemand! Jouw vele ervaringen hebben je dermate in verwarring gebracht, dat je nu helemaal met meer in staat bent om het valse van het eigenlijk ware te onderscheiden! Als je aan de magiër, die in Thebe was, alleen maar gevraagd zou hebben of hij voor jou zonder dat kamertje met dat raam een landschap met een meer tevoorschijn wilde toveren, dan zou hij dat voor een wereld vol goud nog niet voor je gedaan hebben, omdat zoiets hem totaalonmogelijk zou zijn geweest; maar in dat bewuste kamertje had hij door dat bepaalde raam nog een aantal landschappen voor je tevoorschijn kunnen toveren!
Hoofdstuk 45: Raphaël verklaart de toverwerken van de Indisch~ magiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als je met een handeling, toespraak of verlokking altijd een waarachtig edele bedoeling verbindt, dan heb je enkel iets verstandigs gedaan, waarvoor je de beloning uit de hemelen niet onthouden zal worden. En onder deze categorie valt je eerste voorbeeld; want met deze verstandige daad heb je absoluut niets anders willen bereiken dan datgene waarvan jij inzag, dat het voor de zieke vrouw volkomen goed en nuttig was.
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...