Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 28 van 33

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33
[20] De prior zegt ten diepste geroerd: o Heer, allerbeste, liefdevolste, heiligste Vader, Uw maaltijd heeft mij niet alleen overheerlijk gesmaakt, maar ik ben daardoor van een nieuw leven vervuld. Nu is me alles duidelijk. Ik zie nu mijn bestemming; en de oneindige wonderbaarlijke wegen, waarlangs U Uw kinderen naar het leven leidt, zijn voor mij onthuld.
Hoofdstuk 8: De grote betekenis van deze maaltijd, in het bijzonder voor de aarde. We treden uit de sfeer van Marcus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Zij zullen ons hun voorraad tonen en wij zullen dit voedsel voor hen zegenen, zodat het zich goed en levend mag ontwikkelen zoals Ik voor jullie je visjes en je brood gezegend heb. We zullen dan met hen aan de tafel van hun geloof en hun liefde plaatsnemen en met hen eten, dat wil zeggen we zullen hun in geest en waarheid uit hun zwakke voorraad de ware wegen naar het eeuwige leven wijzen.
Hoofdstuk 8: De grote betekenis van deze maaltijd, in het bijzonder voor de aarde. We treden uit de sfeer van Marcus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Kijk, Ik ben alleen op de materiële hemellichamen wat spaarzaam en daar houd Ik Mijn waarachtige aanhangers en volgelingen zo kort mogelijk. Omdat de mens de wegen des levens werkzaam moet bestuderen om zich aldus op deze wegen het eeuwige leven eigen te maken, hoort daar geen gevulde maag bij. Want jullie hebben voor je studies toch het oude gezegde: 'Een volle maag studeert niet graag' ofwel 'Plenus venter non studet libenter!'
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Het enige dat door de Heer van eeuwigheid is vastgelegd, is dat ieder leven zijn bepaalde wegen heeft waaraan het zich eeuwig niet kan onttrekken. Deze wegen zijn echter zo intiem met de natuur van het leven vervlochten, dat ze juist met het leven zelf het leven bepalen. Zou men iemand die weg afsnijden, dan zou men hem zijn vrijheid en dus ook zijn leven afsnijden. Een dergelijk afsnijden zou dan eigenlijk een oordeel zijn, hetgeen voor iedere geest de dood zou betekenen.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Nu vraag Ik, jullie hoofdgids, jullie weer: hoe is het jullie hier in de sfeer van Mijn broeder bevallen? Ik zie in jullie het antwoord met heel veel letters geschreven staan en dit antwoord luidt: o Heer, allerliefdevolste, heiligste Vader, in de sfeer van deze geest hebben we toch dingen aanschouwd die zo buitengewoon en belangrijk waren, dat we niet in staat zijn dit onder woorden te brengen. Ook al hebben we niet helemaal gezien hoe het overal met Uw wegen gesteld is, toch hebben we zo'n belangrijk algemeen overzicht gekregen over de manier waarop Uw oneindige liefde en wijsheid de verdwaalde schapen zoekt en vindt, dat we daardoor gevoegelijk kunnen beweren: we zijn in de sfeer van deze geest naar een hoofdpunt van algemeen overzicht geleid van waaruit we de gehele geestenwereld vanaf de meest onvolmaakte tot aan de allervolmaaktste sfeer hebben leren kennen, waarvoor we U nooit genoeg kunnen danken. Ja, het komt ons nu voor, dat men het wezen van het geestelijke rijk onmogelijk in de korte tijd van de alomvattende aanblik en ervaring, doeltreffender zou kunnen doorlopen dan wij het in de sfeer van deze broedergeest vanuit U hebben aanschouwd.
Hoofdstuk 9: Zalige geesten hebben ieder hun eigen sfeer. Reden: het onontbeerlijk zijn voor elkaar In de sfeer van Johannes – inleiding tot de innerlijke wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Maar kijk nu, we bevinden ons reeds voor een heel machtig groot en buitengewoon glanzend paleis. Voor de majestueuze poort waaruit alweer nieuwe heerlijke lofzangen ons tegemoetkomen, blijft de Heer staan en zegt tegen de prior: wel Mijn zeer geliefde zoon, hier zijn we thuis in onze onveranderlijke, eeuwige woning. Hoe bevalt het je hier? Zeg Mij eens of jij echt een groot verlangen zou hebben om hier te blijven. Verzonken in duizendvoudige deemoed zegt de prior: o Heer, enige eeuwige Koning van majesteit en glorie, heilige, allerheiligste God, almachtige schepper van alle hemelen en alle werelden! Toen ik door U in de eerdere hemel werd binnengeleid, bleef er in mijn hart nog zoveel plaats over dat ik nog in staat was om een of andere wens te uiten; maar hier, waar Uw oneindige heerlijkheid zich in zo'n nooit vermoede eindeloze overvloed ten toon spreidt, waar het is alsof ik talloze scheppingen voor mijn ogen zie opkomen en ondergaan en waar ik Uw eindeloos uitgestrekte vlakten en wegen vol van het allerverhevenste licht aanschouw, hier, o Heer, is mijn hart niet meer in staat om voor U te spreken, want U bent te groot, te heerlijk en te heilig, en ten opzichte van U ben ik een eindeloos niets.
Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Niemand wil echter serieus de wegen bewandelen die hem rechtstreeks naar de plek zouden voeren waar hij met Mijzelf in contact zou komen om uit Mijn mond een levende leer te ontvangen, die hem dan tot goede aarde zou kunnen omvormen.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Eenieder vindt in zijn domheid zijn hemelrijk. Of dat het ware uit Mij is, dat is een andere vraag; dat is werkelijk zeldzaam, karig en schaars geworden. Waarom? Omdat het goede aardrijk bij de mensen verloren is gegaan. Ook al zou Ik nu hoe dan ook het allerbeste en zuiverste zaad uitstrooien, dan valt het toch slechts op wegen, tussen doornen en op steenachtige grond en hier en daar tussen een spleet in de weg. Zo komen er van een miljoen zaadkorrels die in een rotskloof vallen ongeveer duizend op en komen er honderd tot volle wasdom. En dat is dan de hele oogst en het hele hemelrijk! Dat is toch zeker karig, apart en schaars!
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Hier moet worden opgemerkt, dat degenen die hun aardse leven door een strafgericht gewelddadig verliezen, meestal in de geestenwereld aankomen met een gevoel van hevige woede en wraak ten opzichte van hun rechters, en een tijdlang als razenden rondtollen. Dat is de reden waarom dergelijke nieuw aangekomenen, als ze werkelijk misdaan hebben tegenover Gods geboden en door en door boosaardig zijn, meteen hun eigen element, de hel, worden ingedreven om er wraak te oefenen. Als hun wraak enigszins bekoeld is, keren ze echter weer terug naar de eigenlijke geestenwereld en beginnen daar opnieuw, weliswaar langs heel beperkte wegen aan hun vrijheidsproef.
Hoofdstuk 2: De eerste indrukken van de terechtgestelde in het hiernamaals. Het bewustworden van het gevoel te leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De twee laatste bergvormen lijken ogenschijnlijk met de eerste bergsoort geen overeenkomst wat betreft bestemming te hebben. Want evenals hun ontstaan, is ook hun eigenlijke bestemming heel anders. Maar omdat ze nu eenmaal in de reeks van de oergebergten, dus van de bergvorsten zijn opgenomen, moeten zij zich zonder enig tegenstribbelen ook voegen naar die wetten, die de oergebergten hun als van zich uit voorschrijven. Dat wil voor hen zeggen: 'Het is niet voldoende dat jullie, lagere en jongere bergen, met jullie overvloed de dalen en kloven opvullen, daar vruchtbaar land aanleggen en kleine bergen doen ontstaan met mooie sierlijke bossen. Maar jullie moeten vanaf het begin van je bestaan ook een groot deel van onze lasten overnemen en ons in alles ondersteunen, anders voldoen jullie niet aan je bestemming. Jullie zouden die ook niet kunnen vervullen, omdat door jullie ontstaan een te groot beroep zou worden gedaan op onze kracht als wij nu net als vroeger toen jullie er nog niet waren, alles moesten regelen en besturen!' En kijk, deze nieuwe bergen doen als gevolg van de eveneens in hen aanwezige intelligentie precies, wat hun de bergvorsten opdragen.
Hoofdstuk 21: Middel- en kleingebergte. Hun ontstaan en noodzaak in het geheel van de aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Abraham zegt: 'Heer, duizend of tienduizend jaren zijn voor U als één enkele dag! Want uit U kwamen tijd en ruimte voort, maar U stelde Zich als Heer over beide. En het verste verleden, evenals de verste toekomst, zijn voor U als de geschiedenis van één dag! Liefde is Uw wezen en Uw wijsheid de grootste goedheid. Zacht als wol is Uw gemoed en mild als een avondbriesje in de lente Uw hart. Al Uw wegen heten erbarmen, en Uw leiding is de gerechtigheid van Uw hart!
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Omdat we echter allemaal weten wat waarde heeft voor de Heer, waarom vragen we Hem dan om te handelen naar onze maatstaven, alsof wij wijzer zouden zijn dan Hij? Wat hebben wij dan dat we niet van Hem zouden hebben ontvangen? Waarop beroemen we ons dan, als zouden we het niet hebben ontvangen, en schreeuwen Hem de oren doof en zeggen: 'Zie, o zie Heer!' Alsof Hij doof en blind zou zijn, en een zwak verstand en een zwakke wil zou hebben! 0, zeg me vrienden, welke wegen hebben we dan zelf aangelegd, zonder dat Hij ons met Zijn vinger van te voren het onveranderlijke plan heeft voorgetekend?
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Maar ook deze pijn is nochtans geen hardheid, maar slechts de zuiverste liefde van God. Want zou de Godheid daarbij niet een beetje geweld gebruiken, wat trouwens nooit aangenaam kan zijn, dan zou de geest volkomen in het gericht overgaan en dus in de smartelijkste eeuwige dood, die de eigenlijke hel is. Maar om de geest daarvan zo mogelijk te redden, is de Godheid gedwongen een kleine machtsgreep aan te wenden. Zeg eens, verdient zij daarvoor weer gesmaad en zelfs verloochend te worden? Helaas zijn er nu maar al te veel geesten die over God niets meer willen horen zo gauw ze hun vrijheid hebben verkregen. Maar God laat het toch nooit na ze op de beste wegen naar het juiste en meest volmaakte doel te leiden.
Hoofdstuk 28: Ook de dood van het lichaam een hulpmiddel van Gods liefde. Van het stervensleed in de oude en in de huidige tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Vriend, dit antwoord heb Ik verwacht. Het moest zo natuurlijk-verstandig uitvallen, omdat jij een op natuurlijk gebied verstandige man bent. Maar van een bovennatuurlijke wijsheid is daarin nog niets te ontdekken. Naar de innerlijke, dus zuiver geestelijke wijsheid echter kan Paulus slechts één bepaald iets bedoeld hebben. Dat moet uit de keuze van zijn woorden precies te definiëren zijn, zodat er in het vervolg over deze gewichtige zaak nooit meer twijfel kan bestaan of hij het ene dan wel het andere heeft bedoeld; echter dat hij heel zeker slechts, nemen wij aan, het eerste bedoeld moet hebben. Maar hoe dit uit de innerlijke, bovennatuurlijke wijsheid af te leiden is, kun jij natuurlijk niet weten. Want Hegel en Strausz, Rousseau en Voltaire hebben dat zelfs nooit begrepen. En jij, als een van de vurigste vereerders van deze wijsgeren, kunt daarom ook onmogelijk die wegen kennen, die voor jouw leraren en leiders nog onbekender waren dan Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland voor de Romeinen.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Zie, wat er uit de mond van de mensen kwam, was nooit veel goeds! Hun tongen spraken altijd leugens. Hun voeten haastten zich altijd om bloed te vergieten! En al hun wegen waren steeds vol ongeluk, droefenis, hartenleed en kwellingen van allerlei aard. De ware weg van de vrede heeft echter nog geen sterveling in zijn volle betekenis doorgrond, want de angst voor God was voor hen nog steeds als een boze droom.
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33