Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 28 van 2415

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[10] Zo schittert een diamant ook veel meer dan een gewone zandsteen, omdat in de deeltjes daarvan een voor jou nauwelijks te vatten grote activiteit plaats vindt, waarom hij zo hard is, wat bij zandsteen zeker niet het geval is. Want er is toch zeker meer voor nodig om de cohesie van een diamant te bewerkstelligen dan de cohesie van een zandsteen!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] De dames van het H. Hart komen nu sneller dichterbij en beginnen zich erg te verwonderen, als ze het grote, vernuftige mechanisme te zien krijgen. De Jezuïeten staan meteen om de wereldbol heen en zijn stomverbaasd, dat deze globe de werkelijke aarde zo getrouw nabootst en dat daarop ook niet de kleinste kleinigheid ontbreekt. De Minderbroeders kijken met even grote belangstelling naar deze globe, evenals de Redemptoristen. De Franciscanen bewonderen meer het planetenstelsel en de glans van de zon, die hier evenveel licht verspreidt als voor de verlichting van het hele planeten mechanisme nodig is. Deze zon bevalt ook de Zusters van Liefde en de onderwijszusters het beste. Kortom, allen bewonderen deze installatie en bisschop Martinus maakt zich, zo goed hij maar kan, verdienstelijk door deze hemelse merkwaardigheid ijverig uit te leggen, waarbij hij soms niet kan nalaten een sarcastische grap over de verschijnselen op aarde te maken.
Hoofdstuk 66: De vergroting van hart en huis - Martinus wordt geroepen door de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Maar bovendien is het bijna even ondoorgrondelijk en onnaspeurlijk, waarom ik zo lang dom blijf, terwijl jij in zekere zin met weinig geestelijke middelen in deze korte periode al een wijze engel van de Heer bent geworden. Maar het moge zijn zoals het is, ik voel nu sterk in mij, dat de Heer Jezus nu mijn enige verlangen is geworden. En dit gevoel maakt mij heel gelukkig en opgewekt. Meer heb ik ook voor de hele eeuwigheid niet nodig. Ik zeg je, lieve vriend en broeder, als ik alleen maar de Heer heb, dan is me aan al het andere weinig of niets gelegen!
Hoofdstuk 75: Martinus' verdere gadeslaan van de helse toestand van de dames van het H. Hart van Jezus - Borems desbetreffende toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] De Jezuïet is hier werkelijk glorieus uitgebeeld, dat moet gezegd worden. Werkelijk, er is meer voor nodig dan alleen maar goddelijk geduld, om zulke kerels niet nog erger te kastijden dan Sodom en Gomorra. Echt, ik zou nu niet met de macht van de Heer uitgerust moeten zijn, dan zou het deze wereldbedriegers bijzonder slecht vergaan. Maar de wil van de Heer geschiede!'
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zie nu, zo eenvoudig het voor Mij was om jou hier een levend voorbeeld te geven, even eenvoudig is het voor de Lama één ofwel oneindig veel voorbeelden te scheppen. Maar het is voor de Lama niet zo eenvoudig om de mensen zó te vormen, dat ze even vrij en volmaakt worden als Hijzelf is. Daar is wel iets meer voor nodig dan pure almacht; maar ook al is dat moeilijker, het is de Lama toch allemaal mogelijk!
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Chanchah is totaal verbluft, kan van louter verbazing geen woord uitbrengen en kijkt nu eens naar Mij, dan weer naar de vijgeboom. Dit wonder trekt echter ook meteen alle gasten dichterbij, zodat het niet meer nodig is om naar hen toe te gaan; allen zijn vol verbazing.
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] IK zeg: 'Mijn liefje, je hebt weliswaar niet helemaal ongelijk; maar hij komt in zijn huidige positie toch helemaal tot zijn recht. In de grote orde van Lama zijn ook zulke wezens nodig, die zonder veel na te denken meteen een zaak aanpakken, of ze dat zelf aan kunnen of niet. Dat heeft als uitwerking, dat dan ook anderen aangespoord worden eveneens iets te doen en dikwijls veel verstandiger dan degene, die zonder veel nadenken was begonnen. De al te wijze mensen leggen niet zelden op alle slakken zout. Ze hebben dikwijls van louter diepzinnigheid geen vertrouwen, om een zaak aan te pakken, zolang ze niet alles gewikt en gewogen hebben, zodat er niets meer fout kan gaan. En dus moeten er ook Martinussen zijn, die minder wijsheid maar daarvoor in de plaats een grote dadendrang in zich dragen, die dikwijls beter is dan teveel wijsheid. Wees daarom over Martinus maar heel gerust; hij zal zijn werk wel goed doen, als hij het volgens Mijn opdracht aanpakt en afmaakt.'
Hoofdstuk 114: Het gedaantewisselende wezen van Satan - Een aanwijzing over het karakter van Martinus - Het vermoeden van de nieuwelingen over de nabijheid van de Heer - Chanchah' s deemoedige schuldbekentenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] IK zeg: 'Mijn zoon Martinus, ga nu maar geduldig en onverdroten verder op de grond van het licht; dan zal het doel van onze pelgrimstocht wel komen. Weet je dan niet dat de zon miljoenen malen groter is dan de aarde? Als er al groot geduld en veel zelfverloochening voor nodig is om op aarde grote reizen te maken, dan is hier op de zon, waarvan de grond veel en veel uitgestrekter is, toch zeker heel wat meer geduld nodig, om zulke verre velden te bereizen. Ga jij daarom maar weer als gids voorop: wij zullen je allemaal met gelijke pas volgen.
Hoofdstuk 128: Op de lichtgevende zon - De Heer als Laatste - Martinus als reisgids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] MARTINUS keert zich daarom tot Johannes en zegt: 'Beste vriend, ik zie het dal al heel duidelijk. Maar wat heeft het voor nut om in een zo veraf gelegen dal te kijken, als men niet kan herkennen wat zich daar allemaal bevindt? O broeder, dan moet het toch nog wel heel ver weg liggen! De weg is absoluut niet moeilijk begaanbaar - we wandelen heel gemakkelijk, ja we zweven meer dan dat we eigenlijk te voet gaan. Maar desalniettemin wil het dal niet dichterbij komen. Hoe veel tijd zullen we nog wel nodig hebben, alvorens we het hebben bereikt?'
Hoofdstuk 131: Afdaling in een zonnevallei - Het zien van de geesten - Voorwaarden voor een snelle of langzame reis in het geestenrijk - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zien jullie er echter op toe, dat je mijn prijs ten deel zal vallen! Dan zijn jullie allemaal veel gelukkiger te prijzen, dan jullie nu zijn alleen in je wijsheidsglans, waaruit niettegenstaande jullie onnoemelijke schoonheid weinig liefde naar buiten straalt. Zeg nu, of jullie nog wat te zeggen hebt; maar reken niet meer op een antwoord van mij! Want één ding is maar nodig en dat is de liefde; al het andere geeft de Heer, wanneer ik het nodig heb!'
Hoofdstuk 139: Martinus in de tang - De bemoedigende woorden van Petrus - Het goede antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Om de geest helemaal vrij te maken is het niet alleen nodig om zelf in te zien wat de Heer voor ons als noodzakelijk voor het leven vrij geeft, maar hoofdzaak is onze vrije keus bij al hetgeen wat wij nodig hebben. Daartoe behoort duidelijk meer zelfonderzoek en vrije zelfkennis, dan alleen maar in te zien, dat alles wat we zijn, hebben en ontvangen vrije gaven vanuit God de Heer zijn.
Hoofdstuk 179: Petrus als leraar in het bidden van het Onze Vader - Waarom het bidden hoger staat dan het danken - Petrus' belangrijke vraag aan Uhron in opdracht van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Zo is het bij de mens niet, want deze weet wat hij nodig heeft. Als de mens zich verzadigd heeft, dan weet hij dat hij weer zal moeten eten om zich te verzadigen. Hij kent echter ook de Gever. Daarom dient hij niet alleen te danken, wanneer hij zich heeft verzadigd, doch moet veeleer nog de dank met de smeekbede gepaard laten gaan. Daardoor erkent hij de Schepper des te meer en betuigt hij dat hij alles slechts van Hem krijgt en ook voor de toekomst het goede en noodzakelijke van Hem verwacht.
Hoofdstuk 179: Petrus als leraar in het bidden van het Onze Vader - Waarom het bidden hoger staat dan het danken - Petrus' belangrijke vraag aan Uhron in opdracht van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Ik heb zelfs nu nog door de hele scheppingsruimte fysiek en moreel oneindig veel nodig, hoewel ik in harde gevangenschap verkeer. Hoeveel meer zou ik dan niet nodig hebben in mijn herkregen vrijheid?
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Nu ben je als het er op aankomt zo goed als niets, je hebt niets en moet altijd veel lijden. Dan zou je tenminste dat worden, wat wij zijn en zou je ook niet meer nodig hebben dan wij. Zou dat dan niet beter zijn, dan zoals het er nu met je voor staat?
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Vóór de menswording was je misschien wel een noodzakelijkheid. Maar daarna ben je niets meer en niets minder dan elke andere geest en ben je voor het in stand houden van de dingen helemaal niet meer nodig. Daarom ben ik van mening, dat je dit nu zou moeten inzien en doen wat ik van je verlang!'
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...