Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 28 van 82

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[14] En mocht Uw leer ooit onder de mensen door allerlei valse leraren en profeten verontreinigd worden, binnen onze vrije muren en in ons hart zal die toch naar betekenis, begrip, geest en volledige daad net zo zuiver blijven als ze goddelijk zuiver vanuit Uw heilige mond ons hart en onze ziel is binnengedrongen. 0 Heer en Meester, spreek Uw almachtig 'amen' daarover uit, dan zullen wij Essenen als toekomstige vrije metselaars en bouwers* (* 'En bouwers' is achteraf door Lorber zelf toegevoegd.) van Uw goddelijke burcht onder de mensen op aarde ook de meest getrouwe bewaarders ervan blijven! ,
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Omdat Ik dat wel zag, zei Ik tegen hen: 'Ja, vrienden, wanneer jullie je tegenover Mij steeds zo zullen gedragen, zullen we niet goed zaken met elkaar kunnen doen! Wie heeft jullie wel zo'n belachelijke en zinloze eerbied voor God ingeblazen? Dat hebben jullie van de heidense afgodenpriesters geleerd! Maar God verlangt van de mensen echt niet meer dan dat ze in Hem geloven als de ene, enig ware en eeuwig levende God, Zijn naam niet ijdel in de mond nemen of zelfs lasteren, Hem dus erkennen als de goede Vader en Hem liefhebben boven alles en hun medemensen als zichzelf Alles, wat meer is dan dat, is uit den boze, evenzeer als dat wat minder is! Leg jullie overdreven eerbied voor Mij dus af, en spreek vrijuit en openhartig met Mij! Of bevalt het jullie soms, als jullie zien dat ouders hun kinderen zo opvoeden, dat die in alle eerbied voortdurend voor hen, hun ouders namelijk, moeten kruipen?! Wat wordt ervan zulke kinderen? Niets anders dan lafhartige en uiteindelijk toch zelfzuchtige en heerszuchtige kruipers, van wie geen medemens ooit iets goeds kan verwachten
Hoofdstuk 205: De ware verering van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Weliswaar is alles een wonder, ontspringend aan Uw macht en wijsheid, en de hemel en deze aarde zijn vol van Uw werken, die ons echter toch niet zoals wonderen opvallen, omdat wij al vanaf onze geboorte gewend zijn geraakt aan het telkens ontstaan, bestaan en ook weer vergaan ervan; maar dit plotselinge ontstaan van zulke spijzen, die anders alleen door mensenhand bereid worden, en ook dat van de wijn volkomen uit het niets, is iets hemelhoog anders!
Hoofdstuk 212: Het etenswonder van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Maar al gauw kwam zijn vrouw de eetzaal binnen om haar man, die haar te lang wegbleef, te vragen wat Ik als middagmaal had besteld, en of Ik misschien Zelf in de keuken op een of andere wonderbaarlijke wijze zou meewerken aan het bereiden ervan.
Hoofdstuk 213: De vrouw van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wanneer de mensen onder elkaar en ten opzichte van God geen enkele liefde meer hebben, volgt daaruit ook strikt logisch de waarheid, dat zij ook het innerlijke en eigenlijk enig ware leven van de ziel niet meer hebben. Bekommer je dus in het vervolg alleen maar om de leer, die de Heer ons geopenbaard heeft, en de zeer lichtende geest van waarheid ervan, en handel ernaar, om het eeuwige leven te krijgen; want tekenen kunnen noch jou noch iemand anders het eeuwige leven schenken.
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Wie Mij zal zoeken in Mijn werken en tekenen, zal een zwaar en moeizaam karwei hebben, en hij zal gemakkelijk bezwijken onder de zware last ervan; maar wie Mij zal zoeken in en door de liefde, zal Mij als de kracht van al het leven weldra zonder veel moeite in zichzelf vinden. En als hij Mij gevonden heeft, heeft hij ook alles gevonden, namelijk het eeuwige leven en de macht, kracht en wijsheid ervan. Dat moeten jullie allemaal goed onthouden en ook aan de andere mensen verkondigen!
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar de lichte waarheid, dat twee en twee samen vier zijn, zal tot aan het eind van alle tijden onwankelbaar blijven staan en zo ook de leer uit de goddelijke mond van de Heer, volgens welke ieder mens God moet kennen, in Hem alleen moet geloven en Hem boven alles en zijn naaste als zichzelf moet liefhebben. Dat is een levenswaarheid die nooit bestreden kan worden, omdat zonder die waarheid ten eerste geen gemeenschappelijk samenleven van mensen zou kunnen bestaan, dat alleen hier op aarde tijdelijk en materieel van aard is, en ten tweede omdat zonder die waarheid en het in de praktijk brengen ervan geen enkele ziel het eeuwige leven uit God zou kunnen ontvangen. Want de liefde is de eeuwige geest van het leven en derhalve het leven zelf
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] In stenen, metalen, kruiden en de wortels en vruchten ervan Zit weliswaar ook een heilzame kracht voor heel veellichamelijke ziekten; maar men moet die goed kennen en in staat zijn ze vervolgens bij bepaalde ziekten verstandig toe te passen. Maar wie dergelijke dingen als een tovermiddel gebruikt, zondigt tegen het verstand en tegen Gods wijze orde!
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Het antwoord luidt in het kort aldus: omdat Ik het Zelfzo verordend heb, opdat in de toekomst enkel en alleen de zuivere leer de mensen zou leiden en sturen en niet de macht van wonderdaden, die de vrije wil van de mens belemmert, zoals Ik al vaak heb laten zien. Hier in deze plaats, ten tijde van Mijn kortdurende aanwezigheid in Essea, die maar aan weinigen bekend was, baarden dergelijke grote wonderen niet zo'n groot opzien, omdat deze plaats al lange tijd wijd en zijd maar al te zeer bekend stond als een plaats van wonderen. Het mislukken van een wonderdaad zou ontegenzeglijk een groter opzien gebaard hebben dan het volkomen lukken ervan, wat ieder mens al net zo zeker verwachtte als de nacht op de dag en de dag op de voorbijgaande nacht volgt. Bovendien is aan allen die hier hulp vonden steeds heel ernstig bevolen om het wonder niet bekend te maken.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Roclus zei: 'O Heer en Meester, eeuwige liefde, goedheid en erbarmen! Dat was stilletjes ook allang mijn plan; maar mijn broeders wilden juist in dit opzicht mijn mening niet delen. Maar nu zij het helder en duidelijk uit Uw mond hebben gehoord, zullen wij met Uw genade en hulp ook deze dingen gemakkelijk goed in orde krijgen, en er is mij nu een last van duizend pond van de schouders gevallen. Wilt U, o Heer, Zelf deze herberg en de inrichting ervan in ogenschouw nemen?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Vriend, voor Mijzelf is dat niet nodig, aangezien Ik alles daarbinnen van het grootste tot het kleinste heel precies ken; maar ter wille van jullie zelf en Mijn leerlingen wil Ik ook deze instelling van jullie wel binnengaan en door de belangrijkste gedeelten ervan heenlopen!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar Ik zei tegen hem: 'Vriend, je kunt doen wat je wilt en wat jouw ware en levende liefde voor Mij doet, is altijd welgedaan! Maar je zult morgen al heel vroeg belangrijke dingen te doen en af te handelen krijgen, die moeilijk uit te stellen en te bespreken zijn; daarom neem Ik jouw wil, om Mij morgen nog een keer te bezoeken en een eind te begeleiden, aan als de uitvoering ervan.
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Ik zei: 'Goed, maak dan nu een ronde in je huis en overtuig je ervan, of een van j e vele kamers nog door een afgod, groot of klein, gesierd wordt!'
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Daarop pakte de vrouw van de waard de karaf, proefde de inhoud ervan en zei, uiterst verbaasd: 'Luister, dit is ongehoord! Zo'n wonder kan alleen een God doen! Eens in Athene heb ik ook wel magiërs gezien die wonderen deden en ook water nu eens in bloed, dan weer in melk en dan weer in wijn en in nog allerlei andere dingen veranderden; maar van een Apollo-priester, die mij achterna liep omdat ik een heel mooie en rijke Griekse vrouw was, had ik al gauw tot in details gehoord hoe dergelijke wonderbaarlijk uitziende veranderingen op een heel natuurlijke manier tot stand gebracht kunnen worden. Maar dat nam ook ieder geloof in magiërs en hun valse wonderen bij mij weg.
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] En Ik zei: 'Omdat jij en je hele huis gelooft, geschiede jullie ook naar je gelooft Ga nu naar de kamer van jullie dochter en overtuig je ervan of ze al genezen is! Maar breng haar daarna hier, opdat ook zij van deze wijn des levens proeft en Hem leert kennen, die haar genezen heeft!'
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...