Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 28 van 91

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[7] De ziel is in zekere zin materie die door de kracht van de geest weer is opgelost en die door die kracht genoodzaakt in de eigen oervorm van de geest overgaat, en daarna met haar geest verenigd als het ware diens lichtetherische -substantiële lichaam vormt. Ook de ziel vormt en ontwikkelt, puur door de wilskracht van haar geest, haar toekomstige omhulling uit de haar omgevende materie van het lichaam, wanneer die totaal is vergaan en ontbonden.
Hoofdstuk 66: Het wezen van de ziel en van de geest. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Toen begon de Romein opnieuw de engel aan te raken, maar nu voelde hij geen lichaam meer en waar hij de engel beetpakte, gingen zijn vingers daar even gemakkelijk doorheen als door de lucht.
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Wil ik bijvoorbeeld dat jouw steen nu geheel - wat zijn massa betreft - aan mij gelijk wordt, dan zul je net zo door de steen heen kunnen grijpen als je daarnet helemaal door mij heen hebt gegrepen. En in dat geval heeft de door onze geestelijke wil geproduceerde materie van de steen pas haar oorspronkelijke realiteit bereikt, terwijl die materie je nu, door de vasthoudendheid van mijn eigen wil, als een harde, zware steen voorkomt. Om dat nog gemakkelijker te begrijpen, moet je nog een keer goed onderzoeken of het nog dezelfde steen is!'
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De engel zei: 'Ik heb je immers al gezegd dat dit alleen maar door de standvastigheid van onze wil gebeurt, en dat alle materie niets anders is dan de standvastige wil van de geest van God, hoe verschillend die materie er voor jou ook uit mag zien; want de verschillende stoffen van de materie en de elementen waar zij in jouw ogen uit lijkt te ontstaan en bestaan, zijn onze gedachten. Hun vormen en kleuren zijn de uit onze gedachten gevormde ideeën. Hun doelmatigheid zijn onze denkbeelden die uit de ideeën zijn ontwikkeld, en het bereiken van een hoger geestelijk doel voor alles wat nu materie is, zijn ons oogmerk, waaruit het gelukkige einddoel van alle materie zal voortkomen.
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Daarom is een waar en werkelijk bestaan alleen maar bij ons, eeuwig onsterfelijke geesten aanwezig, en het bestaan van de materie is alleen maar iets wat zuiver door ons tot stand komt en ieder moment van ons afhankelijk is, zoals jij nu met deze steen heel duidelijk hebt moeten waarnemen. Maar je hebt het wolkje nog in je hand en kijk, ik zal het weer met de volle vasthoudendheid van mijn wil vervullen, dan zul je de steen van daarnet weer in je hand hebben!'
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Toen vroeg hij (Agricola) aan de engel: 'Toen jij, terwijl je als volmaakt mens op aarde was, je lichaam had opgelost, kon je het toen ook weer opnieuw scheppen?'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Agricola zei: 'O, vragen heb ik nog meer dan genoeg in voorraad! Kun je door de standvastigheid van je wil ook een deel van de vrije lucht in een of andere materie veranderen?'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De engel zei: 'Zeer zeker, want ten eerste is de lucht al materie en bevat alle denkbare stoffen en kan daarom ook des te eerder in iedere gevraagde materie veranderd worden, en ten tweede staat het mijn geest werkelijk vrij - en dat in de hoogste graad -om mijn wil volledig te laten werken en dus de lucht die je mij aanwijst, onmiddellijk in een bepaalde materie te veranderen. Zeg me nu maar waarin ik de lucht moet veranderen!'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] En allen zeiden: 'O wonder der wonderen! Het is meer dan verbazingwekkend! Het is echt een massieve granieten zuil zoals wij die zelfs in Rome niet hebben! Ja, ja, in de zuivere geest ligt het wezen, en alle materie is alleen maar een gevolg van de vasthoudendheid van de vrije wil van een zuivere geest!'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Agricola zei: 'O, m'n vriend uit Gods hemelen, als wij ons al in jouw verheven sfeer zouden bevinden, zou het wel gemakkelijk zijn om daarover na te denken, maar onze levensweg daarheen kon nog wel eens aardig lang zijn! Wat jij, hemelse vriend, door de genadige toelating van de Heer aan ons hebt geopenbaard, kan ik althans voorzover een mens daartoe in staat is, begrijpen; maar hoe de standvastige wil van de geest nu eigenlijk de meest uiteenlopende elementen bevattende stof van de materie van de hele aarde is en kan zijn en zelfs van de andere werelden in de eindeloze ruimte, dat kunnen wij onmogelijk zo duidelijk begrijpen als jij, o hemelse vriend.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De materie is dus niets en de ziel, in zekere zin een product van de materie, is op zichzelf ook niets; alleen de zuivere geest is als zodanig werkelijk iets. Wat is dan een zuivere geest in en op zichzelf voor een stof, of wat voor iets is hij? Dat is een vraag die een sterfelijk mens nooit volledig zal beantwoorden, zolang hij alleen nog maar vanuit zijn minstens nog halfstoffelijke ziel en vanuit zijn stoffelijke lichaam denkt en wil, en zelf niet bijna helemaal geestelijk is geworden. En, hemelse vriend, zodoende moet je wel een beetje geduld met ons hebben! Want ondanks de wonderen die je daar zojuist voor hebt gedaan, begrijpen wij je verklaringen met betrekking tot deze uiterst tere levensvraag niet helemaal. Je uitleg verschaft ons nog niet voldoende licht om helder te begrijpen wat de levende zuivere geest op zichzelf voor stof is en wat voor iets het eigenlijk is.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Kijk, jij bent ook tuinier en hebt in Rome grote tuinen, waaraan je veel genoegen beleeft. Duizenderlei planten, bloemen en vruchten worden er gekweekt. Het ontbreekt er niet aan allerlei soorten druiven, vijgen, appels, peren, pruimen, kersen, pomeransen, citroenen, limoenen, kastanjes en meloenen van allerlei ras. Om je tuin, die werkelijk heel groot is, steeds opnieuw met van alles te kunnen beplanten, moet je ook altijd een juiste voorraad van allerlei zaden verzamelen, die je op de juiste tijd in de goede aarde van je tuin zaait.
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Aan dit alles kun je toch duidelijk zien dat alle waarheid, werkelijkheid en realiteit alleen maar in het zuiver geestelijke te vinden is, en dat al het materiële alleen bestaat door de vasthoudende wil van de geest, die de materie geleidelijk kan verzachten, langzaam aan losser kan doen worden en tenslotte na kortere of langere tijd in een aan hem gelijk substantieel zielelichaam kan omvormen, al naar gelang een zielesubstantie zich tengevolge van de ook in haar ontwaakte vrije wil meer of minder blijkt te kunnen voegen naar de innerlijke, levende orde van de geest.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zie, daar duikt zelfs in de organische materie iets zuiver geestelijks op en laat aan de ontwaakte en scherpzinnige waarnemer zien, dat het enkel in zoverre het iets zuiver geestelijks is, werkelijk 'iets' is, en dat datgene wat de zintuigen van de uiterlijke mens als 'iets' zien en beschouwen, eigenlijk helemaal niets is en dat alleen maar datgene wat in de zaadkorrel verborgen ligt, een werkelijk 'iets' is, omdat het iets zuiver geestelijks is. Dit bevindt zich in het voor jouw oog nauwelijks zichtbare, uiterst kleine omhulseltje in het kiemhuisje dat door de hele zaadkorrel omsloten wordt. Dit zuiver geestelijke, dat in het genoemde omhulseltje ligt opgesloten, is een met liefde, licht en wilskracht vervulde gedachte of een idee, die volkomen geïsoleerd is van de talloos vele andere gedachten en ideeën, die ieder op zichzelf net zo afgebakend, afgezonderd en geïsoleerd zijn.'
Hoofdstuk 73: Het zuiver geestelijke in de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Rafaël zei: 'Ja, dat heb je heel juist en goed gezien, en ik kan je daarop niets anders zeggen dan: zo zit het ongeveer in elkaar! Maar Plato was een heiden en kon niet zo helder zien en waarnemen als iemand dat zal kunnen volgens de leer van God, de Heer. Maar om je hier nog een paar aanschouwelijke bewijzen van het enig ware en meest werkelijke iets van de zuivere geest te geven, zal ik nog enkele experimenten ten beste geven van het zuiver geestelijke; sla nu dus opnieuw heel goed acht op alles wat ik je met de allergenadigste toestemming van de Heer nog zal laten zien!
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...