Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3319 resultaten - Pagina 28 van 222

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[2] God geeft geen engel en geen mens, die eigenlijk ook een aankomende engel is, méér dan een volmaakt eigenleven en tijdens dat leven de gaven om dit leven zelfstandig in alles zo dicht mogelijk bij Gods evenbeeld te brengen. Maar als een pasgeschapen engel of een mens de juiste wegen kent om geheel aan God gelijk te worden en ze toch niet wil volgen moet hij per slot van rekening. zijn hand in eigen boezem steken als hij steeds in de dodelijk zwakke, met op God gelijkende, staat blijft.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Zelf heb ik reeds verscheidene werelden met kleine zonnen geschapen en ze zelf geheel bevolkt. En al deze werelden zijn meestal beter van alles voorzien dan deze aarde van jullie. Alles plant zich daar net zo voort als hier en de geesten kunnen daar net als hier een grote volmaaktheid bereiken. En waar.om zouden zij dat ook niet kunnen? Uiteindelijk komt toch iedere geest uit God, evenals de kiemen van de toekomstige gewassen nu al verscheidene miljarden malen uit de kiemen der eerdere zaden gereproduceerd zijn.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Wie Mijn leerling wil zijn of worden, moet een zware ast op zijn schouders nemen en Mij zo navolgen! Mijn leerlingen genieten geen aardse voordelen zij moeten daarentegen terwille van Mijn naam en Mijn liefde de reeds verkregen aardse voordelen en bezittingen niet alleen gedurende enige tijd, maar voor altijd ontberen. Zelfs vrouwen. en kinderen mogen hen niet tegenhouden als zij geheel en al ware leerlingen van Gods Rijk willen worden. .
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hij moet alle leven van vermaak vermijden als de pest; maar daarentegen alles inzetten om door Mijn levende woord In zijn eigen hart letterlijk een nieuwe geest te vormen en om vervolgens eeuwig geheel in deze geest verder te leven in de overvloed van alle geestelijke kracht.
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Denk daarom over deze voorwaarden na en zeg Mij of je daarmee instemt en of je je aan dat alles geheel wilt onderwerpen!"
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als Ik nu, door met Mijn geest uit de hemel te komen, jullie weer terug wil brengen in de gelukkige oertoestand van de eerste mensen en jullie de reeds lang geheel verloren wegen naar Gods rijk toon, hoe kunnen jullie dan zeggen dat de door Mij gestelde voorwaarden om Mijn leerlingen te worden, te hard en voor allen vrijwel onuitvoerbaar zijn!
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ja, als die toestand eenmaal intreedt bij de wereldse mensheid, is een mens ook geheel opgehouden mens te zijn. Hij is dan slechts een instinctmatig, verstandig dier en voorlopig helemaal niet in staat tot enige verdere ontwikkeling van de ziel en de geest. Daarom moet dat vlees gedood worden en vergaan, samen met de te vast met het vlees verbonden ziel, opdat misschien na vele duizenden jaren een geheel vrij van het vlees geworden ziel weer de weg van haar eigen ontwikkeling en zelfstandig wording kan volgen, hetzij nog op deze aarde of op een andere.
Hoofdstuk 11: De aanleiding tot de zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar als de ziel zichzelf eenmaal niet meer kent en tenslotte geheel vergeet wat en hoe zij is, dan houdt alles op! Voor God blijft er dan niets over dan de aardbodem opnieuw bloot te stellen aan de oude mensen verdelgings handeling, nu eens in sterkere, dan weer in minder sterke mate, afhankelijk van de stand van zaken bij de mensen of ze nog iets of helemaal niets meer van hun geest en hun ziel afweten.
Hoofdstuk 11: De aanleiding tot de zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ik ben een genezer. Hoe kan Ik dat, vragen de dode en daarom geheel blinde mensen zich af. En Ik zeg jullie dat ik van geen mens het lichaam genees, maar als een ziel nog niet te sterk met haar lichaam is vermengd, maak Ik slechts de ziel vrij en Ik wek, voor zover mogelijk, de in de ziel begraven geest. Deze versterkt meteen de vrij geworden ziel en die kan dan gemakkelijk alle gebreken van het lichaam in een oogwenk weer in de normale orde terugbrengen.
Hoofdstuk 12: Vrijmaking van de ziel en de in de ziel begraven geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Want kijk, toen in Noach's tijd het water de aardbodem bedekte, die bewoond werd door een eigenlijk geheel verdorven mensheid, doodde de vloed alles in de verre omtrek behalve Noach en zijn kleine familie en de dieren die Noach in de ark kon opnemen, natuurlijk met uitzondering van de vissen in het water .
Hoofdstuk 13: Noach en de ark. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ik zeg jou en ook alle anderen, dat het zelfs goed en nuttig voor de mens is wanneer hij, als een gerijpte naar ziel en geest, reeds op deze aarde de pracht van de hemelen nabootst en zijn hart daaraan op de juiste wijze warmt. Want het is loffelijker te bouwen dan te vernietigen. Maar alleen naar ziel en geest geheel gerijpte mensen zouden zoiets moeten doen, opdat de onrijpen zouden ontdekken wat een rijp mens allemaal tot stand kan brengen.
Hoofdstuk 14: Hoe passen aardse schatten in ons leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Wat echter met die steden is gebeurd, zal ook met Jeruzalem gebeuren en er zijn er hier die de gruwel van de verwoesting mee zullen aanzien en mee zullen maken! Want, zoals gezegd, het is beter dat zulke steden er niet zijn en daarvoor in de plaats des te meer geheel levende zielen, dan dat er een stad is waarin de mensenzielen voor het tijdelijke en de eeuwigheid geheel te gronde gericht worden!
Hoofdstuk 14: Hoe passen aardse schatten in ons leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar Ik zeg jullie dat .het toch altijd moeilijk zal zijn om alleen .bij de zuivere, naakte waarheld te blijven. Het wereldse verstand, dat zich op verscheidene plaatsen buitengewoon zal ontwikkelen, zal niet inzien dat Ik Degene kan zijn, geestelijk gezien, die eens op de Sinaï aan Mozes tijdens donder en bliksem de wetten gaf en hem de vijf boeken dicteerde en die met Zijn wijsheid, macht en sterkte de gehele oneindigheid onderhoudt en regeert! Zelfs een aantal van jullie gelooft dat nu nog niet helemaal, terwijl je toch uit de eerste hand getuige bent van wat hier gebeurt en ook wat op andere plaatsen is gebeurd, dat Ik geheel één ben met de Vader in de hemel. Wat zullen de grote, wereldse geleerden er dan van zeggen als dat getuigenis hun oren uit de duizendste hand zal bereiken?!
Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De eenvoudige, bescheiden mens wiens hart nog zo zuiver mogelijk is, heeft blijkbaar ook een vrijere ziel en in de ziel een vrijere geest en neemt daarom vlug en gemakkelijk dat wat tot de geest behoort aan. Maar een wereldwijze, wiens zielontoegankelijk is geworden door de vele puur materiële bindingen en waarin in het geheel geen besef meer is van een goddelijke geest, zal niet aannemen en niet begrijpen wat jullie voor het grootste deel nu al gemakkelijk begrijpen en waarvan jullie de juiste diepgang nu vrij goed aanvoelen. Maar toch begrijpen ook jullie nu nog veel niet; maar na Mijn verhoging zullen jullie het volkomen begrijpen!"
Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar dat ligt helemaal niet op Mijn weg en op die van hen, die waarachtig Mijn volgelingen willen zijn. Op Mij wacht een geheel andere verhoging en kroning, waarover je pas dan nader zult horen als zij plaats heeft gevonden. Een paar aanwijzingen heb Ik je toch al meteen aan het begin van ons samenkomen gegeven, als je je dat herinnert zul je de rest zelf wel kunnen bedenken!"
Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...