Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6281 resultaten - Pagina 28 van 419

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[1] De burgers gaan nu naar huis en brengen de genezen man terug bij zijn kinderen en zijn zeer bedroefde vrouw, die eerst haar ogen nauwelijks gelooft, maar dan direkt in een tranenstroom van dank en vreugde uitbarst. Met haar tien kinderen snelt zij het huis uit naar Mij toe, en samen met haar kinderen dankt zij Mij op haar knieën voor de ongekende weldaad, die haar en haar kinderen bewezen was. Daarbij vraagt zij Mij of zij Mijn huis met alle mogelijke tot haar beschikking staande krachten mag dienen, benevens ieder ander die Ik haar ook maar zou willen aanbevelen!
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar de manier waarop jij, goede vrouw, je rijkdom nu wilt en ook zult besteden, maakt van de rijkdom een zegen uit de hemelen en dat zal in het tijdelijke en eeuwige haar beheerders de grootste winst opleveren! Dus wie echt deugdzaam wil zijn, moet altijd spaarzaam en zuinig zijn, opdat hij in tijden van nood in staat is om de armen en zwakken te ondersteunen.
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Deze uitroep, die, zonder dat de vrouw dat wist, Mij alleen betrof, kostte Mij enige tranen van grote ontroering, zodat Ik Mij van haar moest afwenden.
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] En Ik antwoordde: "Vriend, zulke kinderen zijn er maar weinig op de aarde! Zou Ik als de Vader, die zij zo heerlijk prees, dan niet van vreugde tot tranen geroerd kunnen worden? Oh, Ik zeg je: Meer dan iedere andere vader! Kijk, zij is er een, die is zoals ieder zou moeten zijn, en zij geeft Mij onbeschrijflijk veel vreugde! Maar zij moet ook merken wat het betekent dat Ik van overgrote vreugde over haar heb gehuild!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Als jullie Gods zegen in je huis wilt brengen en het als een goed verzorgd veld voor de rijke oogst klaar wilt leggen, verzorg in jullie huizen dan arme kinderen, dan zullen jullie zo onder alle zegen bedolven worden, zoals de laagten, die door een sterk gezwollen stroom overspoeld worden, bedekt worden met zand en rolstenen. Maar als jullie arme, hongerige, kleine kinderen wegjagen en ze bovendien nog kwaad bejegenen alsof ze je al haast onherstelbare schade berokkend zouden hebben, dan zal de zegen zo uit jullie huizen verdwijnen, als de stervende dag verdwijnt voor de haar achtervolgende nacht. Wee dan die huizen, die door zo'n nacht ingehaald worden! Waarlijk daar zal de dag nooit meer terugkomen! En nu, beste vrouw, ga nu naar huis en doe wat je je hebt voorgenomen en gedenk vooral de arme weduwen en wezen!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Na deze les staat de VROUW met haar kinderen op, dankt Mij nog eenmaal tesamen met haar kinderen en roept tenslotte luid: "O God van Abraham, Isaäk en Jacob, hoe groot, goed en heilig en hoe oneindig machtig en wijs zijt Gij, die ons arme zondaars een mens uit Uw hart hebt gegeven, die macht heeft gekregen om al onze lichamelijke en geestelijke gebreken te genezen! U, heilige Vader alleen zij eeuwig alle lof, alle liefde, alle eer en alle prijs! O Gij goede Vader, hoe goed bent U voor hen, die op U alleen vertrouwen! Wel bestraft U allen hard, die Uw geboden niet opvolgen, maar als de berouwvolle zondaar dan weer tot U roept: 'Goede heilige Vader, vergeef mij zwakke!', o dan verhoort de heilige goede Vader hem meteen weer en helpt hem met Zijn almachtige arm uit iedere nood!
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Maar nog voordat de tijd voor het avondmaal komt, gaan we nog even naar de nieuwe, door Jaïrus gebouwde synagoge, en Jaïrus, zijn vrouw, zijn dochter, haar man Borus, Cyrenius, Cornelius, Faustus, Kisjonah, jouw vrouwen jouw kinderen zullen ons begeleiden. Daar moet je iets getoond worden, wat je zeer zal sterken in je geloof!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Bij het zien van deze kist kwamen JAÏRUS de tranen in de ogen en hij zei half huilend: "Wat is de wereld toch vreselijk! De teerste bloemen ontluiken op haar bodem en wat is hun lot? Te sterven en te vergaan! De welriekende geur van de roos wordt maar al te snel de geur der walging en de tere onschuldige lelie verspreidt tijdens haar ontbinding een weerzinwekkende lucht; het hemelsblauw van de hyacinth wordt grauwgeel als de dood en de anjelier sterft -zoals duizenden van haar lieflijk geurende zusters.
Hoofdstuk 69: Nogmaals in de grafkelder van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dat was te veel voor Bab en zijn VROUW, en zij zei tegen haar man: "Beste Bab, merk je niet dat wij beiden grote zondaars zijn, en dat hier in de mens Jezus, God Zelf aanwezig is? Is Hij niet Degene, over wie alle profeten tot en met Zacharias en diens zoon Johannes geprofeteerd hebben? Is Hij niet Degene, die David zijn Heer noemde, toen hij zei: 'De Heer sprak tot mijn Heer'? Is Hij niet Degene, over wie de grote David spreekt, als hij zegt: 'Maak de poorten der stad hoog en de ingangen breed, opdat de koning der ere binnen kome! Maar Wie is de koning der ere? Het is de Heer Jehova Zebaoth!'? Lieve man, hier is Jehova en niemand anders! Wij echter zijn zondaars en onwaardig in Zijn omgeving te blijven! Kom, laten wij ons volgens de wet van Mozes reinigen, dan kunnen wij daarna terugkomen en bij Hem zijn!"
Hoofdstuk 71: De onsterfelijkheid van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] THOMAS, de leerling die Judas Iskariot nog steeds scherp in de gaten hield, zei: "Wel, ben je het eindelijk weer eens niet met iets eens? Het verwondert mij al erg dat je de Heer niet allang verweten hebt dat Hij de zon zo ver van de aarde heeft geplaatst, zodat je je potten in haar zeer hete nabijheid niet goedkoper kunt drogen dan bij het gebruikelijke houtvuur!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg echter tegen hem: "Vermaan je zelf in je hart, want het vragen van je mond heeft zonder de innerlijke, waarachtige verbetering niet de minste waarde voor Mij, want ik doorzie je hart en bemerk dat het helemaal slecht is. Slechts uiterlijk is het vriendelijk, en het lijkt op een slang die door haar sierlijke kronkelende bewegingen de vogelen des hemels betovert, opdat ze dan als prooi in haar bek vliegen. Ik zeg je: Neem je in acht, opdat je binnenkort niet tot buit van de satan wordt! Want hij laat datgene, wat hij eenmaal het zijne noemt, niet graag los."
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] JUDAS Iskariot zegt: "Ja, dat begrijp ik wel, maar ik besef daarbij ook dat zoiets onmogelijk is uit te voeren, want het is de mens onmogelijk alle eigenliefde te laten varen! Hij moet toch eten en drinken en voor een woning en kleding zorgen, - en dat gebeurt dan ook uit een zekere vorm van eigenliefde! Men neemt een lieve vrouwen wil haar voor zich alleen hebben, en wee degene, die het waagt de vrouw van zijn naaste te begeren! Dat is dan toch ook een vorm van eigenliefde!?
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Nu stappen de twee engelen naar voren en zeggen: " Ja, lieve jongen, je sprak de waarheid! Dat hebben onze ogen nog nooit gezien, hoewel zij reeds lang door het eindeloze heelal tuurden, vóór de eerste zon zich met haar stralen ver door Gods eeuwige ruimte kenbaar maakte! Behoud daarom steeds die geest, die nu zo puur goddelijk verheven in je is, dan blijven wij eeuwig broeders!"
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Goed, Josoë! Als Ik zal zien dat je trouw blijft aan je voornemen, dan zal Ik je ook kracht uit de hemel zenden, waarmee je dan in staat bent om nog meer goeds te doen. Waaruit die kracht zal bestaan zul je pas merken als je haar krijgt. Maar nu gaan wij rusten, want het is inmiddels al bijna middernacht. Morgen komt er weer een dag en Ik wil van te voren niet onderzoeken wat hij zal brengen, maar wat hij zal brengen, dat zullen wij allen aanvaarden. Het goede zal ons deelachtig worden en het kwade zullen wij weten af te zonderen. Dus gaan wij nu slapen!"
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Herodes weet waar U gaat en staat en hij zou al lang heel serieuze stappen tegen U ondernomen hebben, als hij niet de onjuiste mening had, dat U de uit de dood opgestane Johannes zou zijn. Dat heeft namelijk zijn waarzegger, die heimelijk een leerling van Johannes was, hem aangepraat. Want Herodes had Johannes op verlangen van de slet Herodias in de kerker laten onthoofden en haar zijn hoofd op een schotel laten aanbieden ten bewijze dat hij voldaan had aan de haar gegeven eed!
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...