Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 28 van 92

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[6] Maar wij zullen alles op alles zetten om zoveel mogelijk zaad van het levende woord in de aarde van de mensenharten te strooien, zodat zich daaruit zo spoedig mogelijk de grootste gevechten tussen licht en duisternis onder de mensen kunnen ontwikkelen. Alle graven moeten opengaan en zelfs aan de doden moet Uw evangelie verkondigd worden, en de zee moet de doden die ze verslonden heeft, aan het grote licht uitleveren! Ik bedoel hiermee niet het gebeente en het allang vergane vlees ervan, maar de zielen; ook daaraan moet Uw woord in de geest verkondigd worden!'
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Jij hebt goed en juist gesproken. Wat nu hier op de materiële wereld gebeurt, zal de tot nu toe sterk verkommerde geestenwereld waarlijk niet onthouden worden. Maar er zijn nu heel veel mensen die in levende lijve in de graven van de levensnacht op de diepe bodem van de grote zee van waanvoorstellingen begraven zijn; aan hen zullen jullie het evangelie wel verkondigen en dan zullen er ook velen uit hun oude graven komen en het licht des levens zien, en die zee zal haar gevangenen prijsgeven.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Want de goederen van deze aarde zijn slechts schijn en lijken precies op die welke een mens in zijn droom bezit. Het kleine verschil is alleen dat het bezit van goederen in de droom de ziel van de mens enigszins korter begoochelt dan het bezit van de uiterlijke goederen van deze wereld. Maar beide vergaan en na het vergaan zal alles schijn blijken te zijn voor de geopende ogen van de levende geest, die als enige aan alle schijn pas in de meest echte zin van het woord realiteit kan verlenen.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Mijn wetten echter luiden: heb de ene, ware en levende God boven alles lief en je naasten en je medemensen als jezelf! Wat jij niet wilt dat zij jou zouden doen, doe dat hun ook niet; maar wat jij zou willen dat je medemensen jou zouden doen, doe dat hun ook!
Hoofdstuk 171: De waard vraagt naar zijn spoorloos verdwenen zoon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Als je nu naar de planten, dieren en in het bijzonder naar de mens kijkt, dan zul je in alles de grootste orde en een wijs opgezet plan in samenhang met de grootste doelmatigheid aantreffen; en dat hebben deze levende dingen zich allemaal niet zelf kunnen geven, omdat ze er immers tevoren als op zichzelf bestaande dingen toch niet waren en nooit geweest zijn! Maar als ze nu bestaan en hun bestaan met zekerheid verwijst naar een zeer wijze Grondlegger, dan is het toch ook duidelijk dat alleen Zijn hoogste intelligentie, Zijn macht en Zijn absoluut volmaakte zelfbewustzijn dergelijke zeer uiteenlopende wezens vanuit Zichzelf tot leven heeft kunnen roepen.
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kijk, al deze tempels met hun dode, door mensenhanden gemaakte goden zullen weldra van de aarde weggevaagd worden, en er zal maar één levende tempel blijven voor de enige en alleen ware, levende God, en deze tempel wordt nu door God Zelf opgericht onder de joden en de heidenen en onder alle volkeren op aarde. Deze tempel zal als een zon over de hele aarde zijn licht doen schijnen, en degenen die van haar licht doordrongen worden zullen het eeuwige leven ontvangen en kinderen van de Allerhoogste genoemd worden. Maar ik zal jou nu een vonkje van dat licht van die tempel laten zien, en al deze tempels zullen door de macht van dit lichtvonkje in stof en as veranderd worden.'
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Als een ziel zich echter door het ware en levende geloof in de Ene God en door de liefde tot Hem en de naaste van de materie afkeert, dan zal ze een dergelijk gevoel, zoals dat nu bij jullie het geval is, ook weldra volledig kwijtraken, en dat is dan ook voor ieder mens een zeker en onmiskenbaar teken dat het gericht en de dood van de ziel geweken zijn.
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Als jullie alleen maar geloven, maar het geloof niet in daden omzetten, dan is het geloof zelf nog dood en kan het de ziel geen echt leven geven; maar door de daad wordt het geloof levend en derhalve ook de ziel door haar levende geloof Daarom. zeg Ik jullie nog eens: geloof dus niet enkel wat jullie van Mij horen, maar handel er gewillig en ijverig naar, dan zullen jullie in jezelf het ware, eeuwige leven ontvangen!
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Werkelijk! De dood kan aan de dood geen leven geven; dat kan alleen de levende daad volgens Mijn leer, omdat Ik Zelf voortdurend liefde, daad en leven ben! Want alles wat er in de oneindigheid is, is immers een werk van Mijn liefde en Mijn leven. -Geloven jullie dat?'
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Als dezen echter bekeerd kunnen worden tot het ware geloof in de enig ware God, dan komt daardoor ook de liefde voor Hem en voor de naaste en zodoende ook voor zichzelf tot leven, omdat God, die de zuiverste en eeuwige liefde is, door het levende geloof Zijn intrek neemt in het hart van de mens en daardoor alles in de mens tot liefde en leven omvormt.
Hoofdstuk 184: Het verschil tussen epicuristen en cynici in geestelijk opzicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'Vriend, op deze vraag van jou kan Ik je nu geen antwoord geven dat jullie zouden begrijpen, want in die tijd zullen er veel nieuwe plaatsen, landen en volkeren ontstaan, die nu nog geen naam hebben; maar dat Ik alleen in een zodanig land en op een zodanige plaats weer naar de aarde zal komen, waar onder de mensen nog het meeste en meest levende geloof en de meeste en meest waarachtige liefde tot God en de naasten zal bestaan, dat kun je als heel zeker en volledig waar aannemen en geloven.
Hoofdstuk 187: De voorwaarden voor de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] En dezelfde plaats waar eens de ark stond staat nu in levende lijve Degene die als een machtige vorst met een zwaard in de hand naar Jozua toe kwam en tegen hem zei: 'Jozua, trek je schoenen uit, want de plaats waar je staat is heilig!' Toen pas realiseerde Jozua zich wie die machtige vorst was en hij aanbad Hem daarom ook.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De oude dienaar zei: 'Omdat de Heer en Meester van eeuwigheid voor mij een eindeloos veel grotere en heiliger levenszon is dan die daar in het verre oosten, die ik immers al heel vaak op en onder heb zien gaan en wat ik hopelijk nog meerdere malen zal zien. De wereldse zon zal voor mij spoedig voor altijd helemaal ondergaan; maar deze heiligste zon, die voor ons nu eenmaal zo heerlijk is opgegaan, zal onze zielen voor eeuwig verlichten als op het lichtste moment van de dag en zal nooit meer ondergaan. Wee echter degenen voor wie deze zon zal ondergaan! Die zullen lang moeten wachten eer zij opnieuw weer opgaat! Kijk, daarom zie ik nu liever deze levende en heiligste zon dan die wereldse zon in het verre oosten, die Zijn werk is evenals deze aarde en alles wat daar in, op en boven is!'
Hoofdstuk 191: De vliegproef van de Griek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Wie zijn medemensen onderwijst, laat die hen niet alleen met wijze woorden en mooie volzinnen onderrichten, zoals ook de Farizeeën en andere valse profeten doen, maar veeleer door zijn daden en werken; dan zal hij zijn medemensen tot ware en levende navolging bewegen! Maar als hij zo of zo leert, maar zelf in strijd met zijn leer handelt, lijkt hij op een wolf in schaapskleren, die de kortzichtige en lichtgelovige schapen alleen maar om zich heen verzamelt en hun wijze lessen geeft, om hen tot een gewillige prooi voor zijn muil te maken.
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Nu jullie dat weten en het uit Mijn mond hebben gehoord, handel er dan ook naar, want anders hebben Mijn meest waarachtige en levende woorden net zo weinig nut als jullie loze, onwaarachtige en dode woorden ooit voor de mensen hebben gehad.
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...