Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 28 van 78

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...
[15] Maar als er voor de ogen van de mensen nieuwe tekenen en wonderen gebeuren, zoals dat nu bij de met vele wonderen gepaard gaande aanwezigheid van de Heer het geval is, krijgen natuurlijk ook de allang bestaande wonderwerken van de Heer als zodanig weer hun juiste waarde; dan slaan de gewekte mensen er acht op en loven en prijzen de eeuwig grote Schepper van die talloze wonderwerken. Wijzelf bekijken de natuur nu al met heel andere ogen dan ooit tevoren.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Het beste is nog dat wij niets vijandigs in ons schild hebben gevoerd, noch tegen de Nazarener noch tegen wie ook van Zijn aanhangers; en wat Herodes betreft, zullen ze onze mening zeker delen. Kortom, morgen zal deze wonderbaarlijke kwestie vanzelf wel duidelijk worden. Laten we dus maar optimistisch zijn, zoals de wacht zei; want volgens hem is dit oord immers een oord van heil en niet van vloek en het gericht daarvan!'
Hoofdstuk 202: Het gesprek tussen de commandant en de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Wie datgene wat je ons hier over hem hebt verteld als vaststaande waarheid kan geloven, goed, laat die het geloven en in dat geloof van hem zo gelukkig mogelijk leven en sterven; wat mij aangaat zal ik dat geluk waarschijnlijk nooit met hem delen!'
Hoofdstuk 3: De genezen Romeinse rechter bekeert zijn vrienden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Gisteren op de berg heb je toch de ziel van je vader en de zielen van verschillende bekenden van je gezien en zelfs gesproken, en je hebt ook het zinloze bestaan van heel veel zielen aan gene zijde gezien. Ik zeg je dat door Mijn talloze engelen ook aan hen het evangelie verkondigd wordt. Degenen die daar naar luisteren, het aannemen en zich ernaar richten, zullen ook de zaligheid bereiken, maar niet zo gemakkelijk en snel als op deze aarde, waar de mens veel en dikwijls heel zware strijd heeft te leveren met de wereld, met zijn vlees en met nog heel veel andere dingen -al is dat ook maar van korte duur -en waardoor hij alle mogelijke geduld, zelfverloochening, zachtmoedigheid en deemoed leert.
Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De commandant zei: 'Ik wil je over het geheel genomen geen ongelijk geven; maar op de achtergrond heb ik toch een paar belangrijke bedenkingen; als die man die oplost, zal ik jouw mening delen en daar ook bij blijven.'
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Die bedenkingen van mij zijn de volgende: in U woont dus in ernst de volheid van een enig ware God!? Als dat zo is -waarom hebt U dan al die talloze mensen zolang op U laten wachten ?
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Hier, kijk eens naar beneden in het water! Wat hebben die arme visjes eigenlijk misdaan, dat ze door die vraatzuchtige watervogels vaak met duizenden worden gevangen en opgegeten? Zouden al die talloze verschillende soorten dieren in de lucht, op de aarde en in het water zich niet allemaal net als de tamme huisdieren kunnen voeden met de eveneens talloze verschillende soorten planten? Moeten allerlei soorten vleesetende roofdieren hun voedsel in de kudden van de zachtmoedige dieren zoeken en zodoende de mensen door hun wreedheid, die hun door de macht van God is ingeplant, uitlokken tot een woest gevecht?!
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Terwijl de zielensubstantie in het tweede rijk vanwege haar speciale intelligentieontwikkeling een grote sortering moest ondergaan, moet ze in het derde rijk van de dieren, dat een nog veel grotere verscheidenheid kent, tot een steeds grotere vereniging van afzonderlijke intelligenties gebracht Worden, om tot een helderder en vrijere individuele intelligentie te komen. Daarom verenigen zich in dat dierenrijk dan ook talloze zielensubstantiedeeltjes van allerlei verschillende kleine diertjes tot één grotere dierenziel, bijvoorbeeld die van een grotere worm of een insect.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Als ze het materiële omhulsel waarin ze besloten waren, kwijtgeraakt zijn, verenigen talloze verschillende soorten insecten zich weer tot een dierenziel van grotere en volmaaktere aard; en dat gaat zo door tot de grote en volmaakte dieren, die deels nog wild en later voor een deel zachtaardig zijn. En uit de laatste eenwording van die dierenzielen komen dan pas de mensenzielen voort, die voorzien zijn van alle mogelijke begaafdheden qua intelligentie.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] En zo kan de mens dus, wanneer hij ook maar enigszins ontwikkeld is, allerlei woonhuizen in zeer grote verscheidenheid en talloze andere dingen uit zichzelf uitvinden en ze met zijn wil, verstand en ijver ook ten uitvoer brengen. Zou hij dat kunnen, als in zijn ziel niet al die verschillende vermogens op de getoonde wijze aanwezig zouden zijn? Zeker niet; want zelfs het na de mens meest intelligente dier heeft geen fantasie en derhalve ook geen alomvattende gave om dingen vorm te geven.
Hoofdstuk 22: De samenstelling van de menselijke ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ja, als het nog een tijdlang weifelt om zijn volkeren datgene te geven wat van Mij uit rechtmatig is -aangezien immers overeenkomstig Mijn woord de zuivere waarheid, waar ieder mens zich als enige aan dient te houden, iedereen vrij zal maken en nu moet maken -zal het ook delen in het lot van degene van wie het tot nu toe zijn heil verwachtte! De geldelijke middelen, die zeer noodzakelijk zijn voor een krachtiger hulp, heeft het niet; en als het nog op vermeende hulp vertrouwt van de kant van een zeven keer gewijd altaar en het wonderen verrichtende beeld daarvan, zal het ook weldra aan elke andere kracht gaan ontbreken! Laat het alleen maar kijken naar de gevolgen van zijn duistere concordaat, dan zal het hele buitenland zeggen: ' Als je je zo trouw verbonden hebt aan die door ons allemaal gehate vijand van het licht en de naastenliefde, dan is er met jou geen vriendschapsband meer te smeden! Laat degene voor wie jij al je oude vrienden vergeten hebt en die jij zozeer begunstigd hebt, dat je hem tot je eigen zeer grote nadeel meer dan de helft van jouw macht in handen hebt gegeven,jou nu helpen in je nood en verlatenheid!'
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Nu zou het nog wel eens zover met Hem kunnen komen, dat Hij het kwade lot van Johannes de Doper zal moeten delen, en dan zullen de weinige Joden die tot nu toe in Hem geloven direct weer omkeren en zich uit grote vrees voor de tempel weer tot de Farizeeën wenden en hen helpen om degenen die tot nu toe Zijn aanhangers waren, te vervolgen.
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] En wat ik nu hardop heb gezegd, zweer ik ook ten overstaan van alle mensen en alle goden, aan wie nog talloze mensen vasthouden en aan wie ze offeren, maar die niets zijn en geen macht en geen gezag bezitten.
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Toen wij ons echter in het buitenste en laatste vertrek bevonden, zei Ik: 'Nu zul je Gods macht in Mij, die wat Mijn lichaam betreft ook een mensenzoon ben, leren kennen! Kijk, wij zijn over brokstukken van muren, delen van zuilen, doornstruiken en allerlei ongedierte tot dit vertrek doorgedrongen, en door koninklijk versierde, fraaie vertrekken, die van alles voorzien zijn en waarin goed overnacht kan worden, zullen we onze tocht terug maken. Ik wil het, en zo zij het!'
Hoofdstuk 56: De Heer in de woning van de tien Joodse gezinnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Want zie, de heer van een wijngaard had twee arbeiders in zijn wijngaard laten komen en beloofde ieder van hen hetzelfde, zeer aanzienlijke loon. Toen verdeelden de twee ingehuurde arbeiders de wijngaard onder elkaar in gelijke delen.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41  ...